§3 Leenwoorden

§3 - Leenwoorden 
Doel: je kunt Engelse en Franse leenwoorden correct spellen 
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

§3 - Leenwoorden 
Doel: je kunt Engelse en Franse leenwoorden correct spellen 

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Welke leenwoorden
ken je?
(1 woord per keer invullen)

Slide 3 - Carte mentale

Engelse leenwoorden

Samenstelling: aan elkaar.
(twee of meer losse woorden die samen een nieuw woord vormen)
latenightshow, voicemail, managementteam, skatebaan

Woordgroep: los
(geen nieuw woord; je kunt 1 van de woorden veranderen)
intensive care, black tie, low budget

Rechterdeel een Engels voorzetsel: koppelteken (= streepje -)
time-out, all-in, lay-out, sit-ups


Slide 4 - Diapositive

Een ingesproken bericht op je telefoon heet een...
A
voicemail
B
voice mail
C
voice-mail

Slide 5 - Quiz

Mijn buurman werkt als...
A
account manager
B
account-manager
C
accountmanager

Slide 6 - Quiz

Wij gaan dit jaar voor een ... vakantie.
A
low-budget
B
low budget
C
lowbudget

Slide 7 - Quiz

Ik zou toch nog even een .... vragen.
A
second opinion
B
second-opinion
C
secondopinion

Slide 8 - Quiz

Pfff, ik neem even een .....
A
time out
B
time-out
C
timeout

Slide 9 - Quiz

Franse tekens


cliché, paté                           accent aigu  

scène, misère                       accent grave  

enquête, gênant                 accent circonflexe

Slide 10 - Diapositive

Franse woorden verliezen in het Nederlands hun accenttekens, bijvoorbeeld:
controle, diner, crouton, debacle, generen, ragout, zone

Maar niet:
- op de e als dat voor de uitspraak nodig is:
   crème, café
- in woorden die echt Frans aandoen:
  déjà vu, crème fraîche



Slide 11 - Diapositive

Welk woord is juist gespeld?
A
carrière
B
carriere

Slide 12 - Quiz

Welk woord is juist gespeld?
A
souvênir
B
souvenir

Slide 13 - Quiz

Huiswerk
Doel: je kunt Engelse en Franse leenwoorden correct spellen

Huiswerk woensdag:
Online boek, cursus 7, §3: opdracht 1 en 2

Slide 14 - Diapositive