dinsdag 18 januari h1 ww spelling herhalen en start h2 spelling

Welkom!

Leg je leesboek vast klaar op je tafel. 
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welkom!

Leg je leesboek vast klaar op je tafel. 

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tien minuten lezen
timer
10:00

Slide 2 - Diapositive

Fysiek les: Leerlingen moeten 10 min lezen. 
Online les: Weglaten. 
1. 10 minuten lezen
2. Herhaling werkwoordspelling en nakijken
3. Start H2 spelling leenwoorden 
4. Zelfstandig aan het werk
5. Afsluiting
Deze les

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Je kan werkwoorden correct spellen. 

Je kan werkwoorden in de gebiedende wijs spellen. 

Je kan Engelse en Franse leenwoorden spellen.


Leerdoelen deze les:

Slide 4 - Diapositive

Uitleggen dat ik altijd het leerdoel benoem. Waarom zou ik dat doen? 
* pvtt
* pvvt
* voltooid deelwoord
* gebiedende wijs


We bespreken enkele vragen. Antwoorden komen op Teams/SOM.
Herhaling werkwoordspelling en nakijken

Slide 5 - Diapositive

Uitleggen dat ik altijd het leerdoel benoem. Waarom zou ik dat doen? 
Herhaling werkwoordspelling en nakijken

Slide 6 - Diapositive

Uitleggen dat ik altijd het leerdoel benoem. Waarom zou ik dat doen? 
Welke leenwoorden
ken je?

Slide 7 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Engelse leenwoorden

Samenstelling: aan elkaar. 1 klemtoon!
(twee of meer losse woorden die samen een nieuw woord vormen)
latenightshow, voicemail, managementteam, skatebaan

Woordgroep: los. 2 klemtonen!
intensive care, black tie, low budget

Rechterdeel een Engels voorzetsel: streepje
time-out, all-in, lay-out


Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een ingesproken bericht op je telefoon heet een...
A
voicemail
B
voice mail
C
voice-mail

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Mijn buurman werkt als...
A
account manager
B
account-manager
C
accountmanager

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wij gaan dit jaar voor een ... vakantie.
A
low-budget
B
low budget
C
lowbudget

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Franse tekens


cliché, paté                           accent aigu  

scène, misère                       accent grave  

enquête, gênant                 accent circonflexe

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Franse woorden verliezen in het Nederlands hun accenttekens, behalve 

- op de e als dat voor de uitspraak nodig is:
   crème, café
- in woorden die echt Frans aandoen:
  déjà vu, crème fraîche


controle, diner, crouton, debacle, generen, ragout, zone

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag!
Maak opdracht 1 en 2. 

timer
5:00

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Antwoorden
Opdracht 1:
1. d matchpoint – set – smash – tie break – wild card
2. c lobby – roomservice – sandwich – wake-upcall
3. a coverstory – eyeliner – glamourgirl – glossy – lipstick – make-up – rouge
4. b intensive care – joyriding – pick-up – whiplash


Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Antwoorden
Opdracht 2:
1. première - cabaretier - bühne - spitzen - negligé - decolleté
2. einzelgänger - überhaupt - maîtresse - langlaufen - abseilen
3. hors d'oeuvre - ober - schnitzel - mayonaise - kaiserbrötchen - frankfurter - pils - bockbier - glühwein - jus d'orange 
4. gêne - conducteur - logee - stiltecoupé - bonbon

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij de meeste  Engelse werkwoorden werkt het hetzelfde als bij de Nederlandse zwakke werkwoorden.

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

maar..... let op 

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Engelse werkwoorden:
hoe schrijf je het volgende werkwoord in de hij-vorm, vt: timen
A
timde
B
timdde
C
timete
D
timede

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Engelse werkwoorden
hoe schrijf je het volgende werkwoord in de hij-vorm, vt: barbecueën
A
barbecuedde
B
barbecuede
C
barbecuete
D
barbecuette

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Engelse werkwoorden
hoe schrijf je het volgende werkwoord in de hij-vorm, vt: joggen
A
jogde
B
joggete
C
joggte
D
jogte

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Engelse werkwoorden
hoe schrijf je het volgende werkwoord in de hij-vorm, tt: deleten
A
deletet
B
delet

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Engelse werkwoorden
hoe schrijf je het volgende werkwoord in de hij-vorm, vd: squashen
A
Gesquast
B
Gesquasht
C
Gesquashd
D
Gesquashed

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Mijn vader (downlaoden, tt) elke dag een paar nieuwe liedjes
A
download
B
downloat
C
downloadt
D
downloadde

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De journalist (interviewen, tt) mij voor de derde keer.
A
interviewt
B
intervieuwt
C
interviewd
D
interviewdde

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Jason (barbecueën, tt) het liefst in de achtertuin van zijn huis.
A
barbecued
B
barbecuedt
C
barbecuet
D
barbecuette

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Romy en Marie (racen, vt) op hun fiets door de straat
A
raceten
B
racetten
C
raceden

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

  • Lesdoelen behaald? 

  • Huiswerk voor vrijdag: H2 spelling opdracht 1 +2 maken. 
Afsluiting

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

WAT: H1 spelling werkwoorden opdracht 2, 3 en 4

HOE: Eerste 5 minuten in stilte 

HULP: Pak de theorie erbij, vraag een klasgenoot

KLAAR: trainen NN online, lezen 
Aan de slag!
timer
5:00

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions