LUISTERVAARDIGHEID TIENDA DE ROPA (1)

La tienda de ropa

  1. un ejercicio de escuchar
  2. un ejercicio de escribir
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

La tienda de ropa

  1. un ejercicio de escuchar
  2. un ejercicio de escribir

Slide 1 - Diapositive

7

Slide 2 - Vidéo

Slide 3 - Vidéo

00:10
Voor wie wil deze jongen wat kopen?
A
Zijn moeder
B
Zijn vriendin
C
Zijn tante
D
Zijn oma

Slide 4 - Quiz

00:19
Wat wil hij kopen?
A
zonnebril
B
vest of trui
C
trui of broek
D
jurk of t-shirt

Slide 5 - Quiz

00:39
Hij wil toch geen jurk kopen voor z'n vriendin. Waarom niet?
A
Te zomers
B
Hij ziet geen mooie
C
Geen goede kleuren
D
Te duur

Slide 6 - Quiz

01:03
camiseta con dibujos
camiseta de corazones
camiseta de flores
camiseta lisa
camiseta de rayas

Slide 7 - Question de remorquage

01:13
Wie in de relatie is romantisch?
A
De jongen
B
Het meisje

Slide 8 - Quiz

01:31
Wie belt de jongen voor advies?
A
zijn broer
B
zijn moeder
C
zijn vader
D
zijn zus

Slide 9 - Quiz

01:48
¿Qué talla tiene la novia?
A
S (ese)
B
M (eme)
C
l (ele)
D
XL (equis ele)

Slide 10 - Quiz

Una persona famosa
  1. Describa una persona famosa: 
-¿Quién es? (¿Por qué es famoso?)
-¿Qué lleva de ropa? 
-¿Cómo es? (física)

Slide 11 - Diapositive

Beantwoord de vragen over de video

  1. Welk kledingstuk zoekt de vrouw?
  2. Wat is er niet goed aan de rode jurk?
  3. Welke maat heeft ze?
  4. Wat vraagt de vrouw over de zwarte schoenen?
  5. Hoe betaalt de vrouw uiteindelijk?

Slide 12 - Diapositive

7

Slide 13 - Vidéo

00:30
¿Qué busca la mujer?

Slide 14 - Question ouverte

00:37
Ciento cuarenta y cinco euro..... (¿Cuánto cuesta el vestido?)

Slide 15 - Question ouverte

00:40
Pero este vestido es corto. Quiero un vestido ............

Slide 16 - Question ouverte

00:45
Qué significa: "Son más caros."

Slide 17 - Question ouverte

00:49
¿Qué talla tiene la mujer?

Slide 18 - Question ouverte

01:05
Talla cuarenta es grande. ¿Qué talla pide luego?

Slide 19 - Question ouverte

01:22
¿Cuánto cuestan los zapatos negros?
"sesenta euros"

Slide 20 - Question ouverte

¿Cómo se dice en español...?
  1. ...dat je een rood t-shirt wilt kopen
  2. ...wat je kledingmaat is
  3. ...dat het t-shirt mooi vindt
  4. ...hoe duur het is?
  5. ...of ze de rok ook in het geel hebben? 
  6. ...dat het goedkoop is


Slide 21 - Diapositive

Inventa y practica un diálogo
Bedenk en voer in tweetallen een gesprekje uit. Verwerk daarin:
  • iemand komt bij de kledingwinkel, begroeting
  • klant geeft aan wat hij/zij zoekt
  • verkoper haalt iets, klant wil het passen
  • er is iets niet naar wens: maat/kleur/kledingstuk staat niet goed
  • verkoper haalt alternatief; dit bevalt wel
  • klant vraagt naar prijs; het kledingstuk is wat duur maar wordt gekocht
Maak gebruik van alle werkbladen en aantekeningen die je hebt!

Slide 22 - Diapositive