Publieksgericht schrijven

Waar hou je rekening mee als je een tekst schrijft?
1 / 11
suivant
Slide 1: Carte mentale
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Waar hou je rekening mee als je een tekst schrijft?

Slide 1 - Carte mentale

Denk na over je schrijfdoel
Wat wil je bereiken met je tekst?

Slide 2 - Diapositive

Pas taalgebruik aan
Hou het simpel
Leg moeilijke woorden uit
Voorkom herhalingen. Wissel af
Pas de toon aan aan je publiek
Denk ook aan een passende de lay-out
Blijf boeien
Schrijven = schrappen

Slide 3 - Diapositive

Je neefje van 5 viert zijn verjaardag, maar jij kan niet komen. Wat stuur je hem via WhatsApp?

Slide 4 - Question ouverte

Je hebt net je rijbewijs en wilt je oma's auto lenen om mee naar een festival te kunnen rijden. Wat schrijf je haar?

Slide 5 - Question ouverte

Waar let je NIET op voordat je gaat schrijven?
A
Wat mijn publiek al weet over een onderwerp
B
Wat mijn publiek moet weten
C
Welke voorbeelden mijn publiek begrijpt
D
Wat mijn publiek van kranten vindt

Slide 6 - Quiz

Waarom moet je rekening houden met je schrijfdoel?
A
Omdat de docent dit zegt
B
Omdat je dan bereikt wat je wilt bereiken
C
Omdat dat leuker is
D
Omdat je tekst dan boeiender wordt

Slide 7 - Quiz

Het is altijd slim om hele moeilijke woorden te gebruiken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Als je een tekst schrijft moet je altijd zoveel mogelijk opschrijven.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Als je je goed concentreert, hoef je je eigen tekst na het schrijven niet te checken op fouten.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Welke 'schrijftip' is je het meest bijgebleven?

Slide 11 - Carte mentale