Het teruggevonden kerkje

Dit schilderij van het kerkje in Nuenen is wereldberoemd.

Weet jij waarom?
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenBasisschoolGroep 7,8

Cette leçon contient 30 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Introduction

Naar aanleiding van het schilderij 'Het uitgaan van de Hervormde Kerk te Nuenen' van Vincent van Gogh maken de leerlingen middels kijk- meet- en rekenopdrachten kennis met verhoudingen en dieptewerking.

Instructions

Algemene leerdoelen

Aan de hand van het schilderij Het uitgaan van de Hervormde Kerk te Nuenen van Vincent van Gogh maken de leerlingen middels kijk- meet- en rekenopdrachten kennis met verhoudingen en dieptewerking.

Kerndoelen

1, 24, 26, 33, 53, 55, 56

Tijdsindeling

  • Introductie: 10 minuten.
  • Meet- en rekenopdrachten: 15 minuten.
  • Nabespreking: 5 minuten.

Vooraf

  • Klaarzetten materialen.

Materialen

  • Eén liniaal per twee leerlingen
  • Pen en papier.

Differentiatie

  • U kunt de les uitbreiden door leerlingen te laten berekenen hoe hun eigen afstand tot de afbeelding meespeelt in de metingen die ze doen.
  • U kunt de les uitbreiden door leerlingen de deurpost in de klas te laten opmeten. Ze kunnen dan de verhouding van de deurpost tot zichzelf en de kerkdeur op het schilderij berekenen.
  • U kunt de les uitbreiden met een teken- of schilderopdracht waarbij verhoudingen centraal staan. Denk bijvoorbeeld aan het tekenen van een landschap waarbij ruimte wordt gesuggereerd door grote dingen op de voorgrond en kleine dingen op de achtergrond te maken.
  • U kunt de les inkorten of vereenvoudigen door de rekenopdrachten op slide 20 t/m 25 over te slaan.

Achtergrondinformatie

Na 14 jaar werden twee verloren gewaande schilderijen van Vincent van Gogh weer teruggevonden. De schilderijen waren in 2002 gestolen uit het Van Gogh Museum. Eén van deze werken was Het uitgaan van de Hervormde Kerk te Nuenen uit 1884/85.

Lees voor meer informatie over de gestolen werken het verhaal op de website van het Van Gogh Museum, of bekijk de les Twee gestolen schilderijen....

Éléments de cette leçon

Dit schilderij van het kerkje in Nuenen is wereldberoemd.

Weet jij waarom?

Slide 1 - Diapositive

Vertel: Dit schilderij van het kerkje in Nuenen is wereldberoemd geworden. Wie weet er waarom dat is?

Ga vervolgens naar de volgende slide. Daar staan de antwoorden.

Het uitgaan van de Hervormde Kerk te Nuenen, 1885/85


Het is gemaakt door Vincent van Gogh.
Het kerkje werd (samen met een ander schilderij) gestolen uit het Van Gogh Museum en was 14 jaar zoek. Toen het werd teruggevonden was dat groot nieuws.

Slide 2 - Diapositive

Bekijk vervolgens de antwoorden in de hotspots op de afbeelding.
Laat een aantal kinderen beschrijven wat ze allemaal op de afbeelding zien.
Wat vinden ze van het schilderij? En waarom?

Slide 3 - Diapositive

Vertel: Dit is Vincent van Gogh.

Vraag: Wat weten jullie over hem?

Zorg dat de leerlingen in ieder geval weten dat hij een wereldberoemde Nederlandse schilder uit de 19de eeuw is.

Vat de antwoorden van de leerlingen samen en ga naar de volgende slide.

Zelfportret als schilder, 1886

Slide 4 - Diapositive

Vertel: Vincent schilderde het kerkje speciaal voor zijn moeder Anna. Zij brak haar been toen ze uit de trein stapte. Vincent wilde haar met het schilderij opvrolijken. Het deed zijn moeder waarschijnlijk denken aan zijn vader die daar werkte.

Vraag: Is het gelukt om zijn moeder hiermee op te vrolijken? Wat denk jij?

Slide 5 - Diapositive

Vertel: Toen het schilderij af was schreef Vincent een brief aan zijn broer Theo. Daarin maakte hij een schets van de kerk. Zo liet hij Theo zien wat hij schilderde. Die briefschets zien jullie hier.

Briefschets, ca 3 februari 1884

timer
0:30

Slide 6 - Diapositive

Vertel: De briefschets is getekend met inkt en het schilderij is met olieverf geschilderd. Dat is een groot verschil.

Vraag: Zien jullie nog meer verschillen? Bespreek in tweetallen de verschillen die jullie zien. Jullie krijgen 30 seconden de tijd.


Ga na 30 seconden door naar de volgende slide. Daar staan enkele antwoorden.

Hier staat maar één figuur centraal op de voorgrond. Op het schilderij staan juist twee groepen mensen.
Hier zijn de lucht en de wolken geschilderd. Op de schets zijn ze niet te zien.
Hier zijn de bomen kaal en op het schilderij niet.

Slide 7 - Diapositive

Bespreek de verschillen.

Vraag: Wat vinden jullie het belangrijkste verschil? En waarom?

Slide 8 - Diapositive

Vertel: Het Van Gogh Museum ontdekte iets bijzonders: Vincent heeft het schilderij later veranderd. Net als op de schets stond op het schilderij eerst maar één figuur. Hij schilderde daar later een heleboel mensen voor in de plaats.

Vraag: Waarom deed hij dat, denk jij?

Ga naar de volgende slide voor een detail van de kerkgangers op de voorgrond.

Slide 9 - Diapositive

Vertel: Kijk eens goed naar de mensen die de kerk uitkomen. Die hebben donkere kleding aan. 
Vraag: Is het rouwkleding?

De vader van Vincent overleed kort voordat hij het schilderij veranderde. Het Van Gogh Museum denkt dat de donkere kleding rouwkleding is. Het schilderij laat zo het verdriet om de dood van zijn vader zien.

Slide 10 - Diapositive

Vraag: Zien jullie dat de mensen vooraan veel groter zijn dan de mensen die de kerk uitkomen? 

Opdracht: Laten we eens opmeten hoe groot dat het verschil is.


Maak tweetallen voor de meetopdracht op de volgende slide.

Meten I
  • Kies wie A en wie B is.
  • A: knijp één oog dicht en strek je arm uit. Neem één van de mensen vooraan tussen je duim en wijsvinger. 
  • B: meet met een liniaal de afstand tussen de duim en wijsvinger van A. Schrijf het aantal cm op. 


TIP: bewaar al jullie metingen. Je hebt ze nodig voor de volgende opdrachten.


Slide 11 - Diapositive

Lees de opdracht voor (of laat hem voorlezen) en vraag of alle leerlingen het begrijpen. Ga door naar de volgende slide voor de afbeelding.

Slide 12 - Diapositive

Laat de leerlingen de meting uitvoeren.

Meten II
  • B: knijp één oog dicht en strek je arm uit. Neem één van de mensen die de kerk uitkomen tussen je duim en wijsvinger.
  • B: fantaseer de benen erbij, want die zitten achter de heg. 
  • A: meet met een liniaal de afstand tussen de duim en wijsvinger van B. Schrijf het aantal cm op.  


TIP: bewaar al jullie metingen. Je hebt ze nodig voor de volgende opdrachten.


Slide 13 - Diapositive

Lees de opdracht voor (of laat hem voorlezen) en vraag of alle leerlingen het begrijpen. Ga door naar de volgende slide voor de afbeelding.

Slide 14 - Diapositive

Laat de leerlingen de meting uitvoeren.

Meten III
  • A: knijp één oog dicht en strek je arm uit. Neem de kerkdeur tussen je duim en wijsvinger.
  • A: fantaseer de onderkant erbij, want die zit achter de heg. 
  • B: meet met een liniaal de afstand tussen de duim en wijsvinger van A. Schrijf het aantal cm op.  

TIP: bewaar al jullie metingen. Je hebt ze nodig voor de volgende opdrachten.


Slide 15 - Diapositive

Lees de opdracht voor (of laat hem voorlezen) en vraag of alle leerlingen het begrijpen. Ga door naar de volgende slide voor de afbeelding.

Slide 16 - Diapositive

Laat de leerlingen de meting uitvoeren.

Bespreken
  • A en B: bespreek wat jullie is opgevallen aan de meetopdracht.

Slide 17 - Diapositive

Laat de leerlingen kort bespreken wat hen is opgevallen. Vraag daarna om een aantal resultaten van de metingen.

Vraag: Hoe komt het dat er zoveel verschillende resultaten zijn?

Antwoord:

1. Iets van een afstand opmeten met duim en wijsvinger is niet nauwkeurig.

2. Iedereen heeft een andere afstand tot het schilderij.

Slide 18 - Diapositive

Vraag: Waarom zou Vincent de mensen vooraan groter hebben gemaakt dan de mensen achteraan?

Antwoord: Een schilderij is plat. Door grote dingen vooraan de schilderen en kleine dingen achteraan lijkt het alsof er ruimte in het schilderij zit.

Deze mensen staan op de achtergrond.
Deze mensen staan op de voorgrond.

Slide 19 - Diapositive

Vertel: Vooraan noem je in een schilderij 'voorgrond'. Dingen op de voorgrond lijken dichtbij. Achteraan noem je 'achtergrond'. Dingen op de achtergrond lijken ver weg.

Vraag: Staan de mensen bij de kerk op de voorgrond of op de achtergrond? En de mensen vooraan?

Vertel: Jullie hebben net metingen gedaan. Nu gaan we met de metingen rekenen. Dat doen we weer in tweetallen.

Ga naar de volgende slide voor de opdracht.

Rekenen I

Bereken in procenten het verschil in grootte tussen de achterste persoon en de voorste persoon.



Slide 20 - Diapositive

Lees de opdracht hardop voor. Begrijpt iedereen het?

Geef de leerlingen vervolgens opdracht om in tweetallen te bedenken hoe ze dit uit kunnen rekenen.

Ga door naar de volgende twee slides om de berekening aan de hand illustraties van een fictief voorbeeld te bespreken.

Stap 1

Bereken de grootte van de achterste persoon ten opzichte van de voorste:


  • Deel de achterste door de voorste.
  • Doe dat getal x 100 om er procenten van te maken.

Slide 21 - Diapositive

De illustratie laat een fictief voorbeeld zien.

Rekenvoorbeeld:

Achterste persoon delen door voorste persoon: 2,8 / 6,2 = 0,45.

Maak er procenten van door te vermenigvuldigen met 100:

0,45 X 100 = 45 %

De lengte van de achterste persoon is 45% van de lengte van de voorste persoon.

45% van 6,2 cm is 2,8 cm.

Stap 2

Bereken nu het verschil in grootte in procenten tussen de voorste persoon en de achterste persoon.

Dat is de rode lijn.


Slide 22 - Diapositive

De illustratie laat een fictief voorbeeld zien.

Rekenvoorbeeld:

100% - 45 % = 55%

De achterste persoon is 55% kleiner dan de voorste.

Slide 23 - Diapositive

Vertel: De volgende rekenopdracht gaat ook over de verhoudingen in het schilderij. Kijk goed naar de deur van de kerk. Daar gaat de rekensom over.

Ga door naar de volgende slide voor de opdracht.

Rekenen II

Stel je voor dat de kerk naast de voorste mensengroep stond. Dan had Vincent de kerk veel groter moeten maken.


Bereken hoe groot de kerkdeur in cm zou zijn als deze naast de voorste mensen stond.


Slide 24 - Diapositive

Lees de opdracht hardop voor. Begrijpt iedereen het?

Geef de leerlingen vervolgens opdracht om in tweetallen te bedenken hoe ze dit uit kunnen rekenen.

Ga door naar de volgende slide om de berekening te bespreken.

Slide 25 - Diapositive

De illustratie laat een fictief voorbeeld zien.

Rekenvoorbeeld:

5,9 cm x 100% = 590 cm

590 cm / 45 % = 13,1 cm


Slide 26 - Diapositive

Vertel: Grote dingen op de voorgrond en kleine dingen op de achtergrond zorgen voor diepte.

Vraag: Gebruikte Vincent nog andere manieren om ruimte in het schilderij te laten zien?

Laat de leerlingen eerst antwoorden en ga vervolgens door naar de volgende slide. Daar staan de antwoorden.

Overlapping.
Kleurgebruik.
Horizon.

Slide 27 - Diapositive

Kleurgebruik: Fellere kleuren op de voorgrond, zoals de blaadjes van de bomen en de heg. Lichtere kleuren op de achtergrond, zoals de lucht en de wolken.

Horizon: De lijn waar de aarde overgaat in de lucht. Hier niet precies te zien vanwege de bomen.

Overlapping: De mensen overlappen de heg en de bomen de kerk.

Slide 28 - Diapositive

Vertel: 'Groot voor' en 'klein achter' is niet de enige manier om diepte in het schilderij te brengen. Toch is het wel heel belangrijk.

Vraag: Wat denken jullie dat er gebeurt als je juist kleine dingen op de voorgrond zet en grote op de achtergrond?

Bespreek de antwoorden van de leerlingen en ga daarna naar de volgende slide voor het voorbeeld.



Slide 29 - Diapositive

Vertel: Kijk, hier staan de grote mensen op de achtergrond en de kleine op de voorgrond. Gebeurt er wat jullie hadden verwacht?

Bespreek hun bevindingen met de leerlingen.

Ga naar de volgende slide om de twee versies naast elkaar te tonen.

X
Y

Slide 30 - Diapositive

Vertel: Hier zien jullie de twee versies naast elkaar. Op versie X lijken de mensen op de voorgrond kabouters en de mensen op de achtergrond reuzen. De kerk lijkt op versie X ook veel kleiner dan op versie Y.

Vraag: Welke versie vinden jullie beter en waarom?

Vertel: Als schilder is het heel belangrijk om de goede verhoudingen te gebruiken.

Vraag: Wie weet waarom dat belangrijk is?

Bespreek ter afronding de antwoorden van de leerlingen en sluit de les af.