4K T6 Transport bs 1-4

Thema 6 Transport
Basisstof 1 Bloed
Basisstof 2 De bloedsomloop
Basisstof 3 Het hart
Basisstof 4 De bloedvaten
Basisstof 5 Hart- en vaatziekten
Basisstof 6 Weefselvloeistof en lymfe
1 / 46
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 46 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Thema 6 Transport
Basisstof 1 Bloed
Basisstof 2 De bloedsomloop
Basisstof 3 Het hart
Basisstof 4 De bloedvaten
Basisstof 5 Hart- en vaatziekten
Basisstof 6 Weefselvloeistof en lymfe

Slide 1 - Diapositive

Thema 6 Transport
Basisstof 1 Bloed
Basisstof 2 De bloedsomloop
Basisstof 3 Het hart
Basisstof 4 De bloedvaten
Basisstof 5 Hart- en vaatziekten
Basisstof 6 Weefselvloeistof en lymfe

Slide 2 - Diapositive

Wat weet jij al over
de bloedsomloop?

Slide 3 - Carte mentale

Rode bloedcel
Witte bloedcel
Bloedplaatje

Slide 4 - Diapositive

Samenstelling van het bloed
  1. plasma-eiwitten 7%
  2. water 91 %
  3. opgeloste stoffen 2 %
Plasma = 55 % & vaste bestanddelen 45 %

Slide 5 - Diapositive

Samenstelling van het bloed
  1. plasma-eiwitten 7%
  2. water 91 %
  3. opgeloste stoffen 2 %
  4. bloedplaatjes
  5. witte bloedcellen
  6. rode bloedcellen
Plasma = 55 % & vaste bestanddelen 45 %

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

  • Eiwitten (plasma-eiwitten) 
  • Zuurstof 
  • Afvalstoffen: bv. koolstofdioxide. 
  • Voedingsstoffen: bv. glucose, mineralen, vitamines & de verteringsproducten van koolhydraten, eiwitten en vetten. 
  • Regelende stoffen: bv. hormonen en enzymen. 
  • Beschermende stoffen: bv. antistoffen. 
  • Evt. geneesmiddelen.

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

  • Kleine ronde schijfjes met een deuk in het midden. 
  • Hebben GEEN celkern, leven ± 4 mnd. 
  • Worden gemaakt uit stamcellen in het rode beenmerg, dit zit in de koppen van de pijp- en in platte beenderen. 
  • Vervoeren zuurstof dankzij de rode kleurstof hemoglobine, wat ijzer bevat. 
  • Afbraak rode bloedcellen in het rode beenmerg, milt en lever.  (IJzer wordt opnieuw gebruikt.)
  • Per mm3 bloed gemiddeld 5.000.000 rode bloedcellen.
Rode bloedcellen

Slide 10 - Diapositive

  • Dode witte bloedcellen + dode bacteriën pus = etter. 
  • Sommige kunnen antistoffen maken, deze ontwikkelen zich daarna verder in de lymfeknopen. 
  • Leukemie: een afwijking op waar de  witte bloedcellen gemaakt worden; er worden dan te weinig rode bloedcellen en bloedplaatjes gemaakt en te veel witte bloedcellen, maar die werken niet goed.  
  • Per mm3 bloed gemiddeld 7.000 witte bloedcellen. 
  • Worden gemaakt uit stamcellen in het rode beenmerg. 
  • Hebben GEEN vaste vorm & kunnen door kleine openingen heen. 
  • Kunnen bv. bacteriën insluiten en zo onschadelijk maken.
Witte bloedcel

Slide 11 - Diapositive

  • Zijn stukjes van andere cellen die kapot zijn. 
  • Hebben GEEN celkern. 
  • Zorgen voor de bloedstolling. 
  • Bevatten een kleverig stofje dat vrij komt als er een wondje is. 
  • Zorgt ervoor dat fibrine gemaakt wordt, hierdoor wordt een vangnet gemaakt voor de bloedcellen. 
  • Bloederziekte = hemofilie: het bloed stolt niet goed.  
  • Trombose = als een bloedprop zich hecht aan de wand van een bloedvat waardoor het bloedvat afgesloten wordt. 

Bloedplaatjes

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Thema 6 Transport
Basisstof 1 Bloed
Basisstof 2 De bloedsomloop
Basisstof 3 Het hart
Basisstof 4 De bloedvaten
Basisstof 5 Hart- en vaatziekten
Basisstof 6 Weefselvloeistof en lymfe

Slide 14 - Diapositive

Dubbele bloedsomloop

Kleine bloedsomloop =
Hart - longen - hart

Grote bloedsomloop =
Hart - hele lichaam - hart
longen 

Slide 15 - Diapositive

De kleine en grote bloedsomloop vervoeren o.a.
zuurstof en koolstofdioxide.
Welke uitspraak is waar?
A
Kleine bloedsomloop vooral zuurstofrijkbloed
B
Grote bloedsomloop vooral zuurstofarmbloed
C
Kleine & grote bloedsomloop zowel zuurstofrijk als -arm
D
Overal zit evenveel zuurstof in het bloed

Slide 16 - Quiz

Kleine bloedsomloop
= longen

Alleen de longen 

  • Van rechterkamer naar de longen 
  • Van longen naar de linkerboezem

Longslagader 
WEINIG zuurstof & VEEL koolstofdioxide 
Longader
VEEL zuurstof & WEINIG koolstofdioxide 

Slide 17 - Diapositive

Grote bloedsomloop
= lichaam

Het hele lichaam, behalve de longen 

  • Van linkerkamer naar het lichaam 
  • Van lichaam naar de rechterboezem 

Slagaders
VEEL zuurstof & WEINIG koolstofdioxide 
Aders
WEINIG zuurstof & VEEL koolstofdioxide 

Slide 18 - Diapositive

De bloedsomloop bestaat uit 
  • Het hart: dit werkt als een pomp. 
  • Slagaderen: deze brengen het bloed vanaf het hart door het gehele lichaam, zij vervoeren zuurstofrijk bloed. 
  • Haarvaten: dit zijn de kleinste bloedvaten, waar de uitwisseling van voedings- en afvalstoffen tussen het bloed en de organen plaatsvindt. 
  • Aderen: deze brengen het bloed weer terug naar het hart. Zij vervoeren zuurstofarm bloed. 
 
De bloedsomloop is gescheiden in 
  • Kleine, die begint vanuit de rechter hartkamer. 
  • Grote, die begint vanuit de linker hartkamer. 

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Lien

Thema 6 Transport
Basisstof 1 Bloed
Basisstof 2 De bloedsomloop
Basisstof 3 Het hart
Basisstof 4 De bloedvaten
Basisstof 5 Hart- en vaatziekten
Basisstof 6 Weefselvloeistof en lymfe

Slide 21 - Diapositive

Boezems 
  • Ontvangen het bloed 
  • Rechterboezem vanuit het lichaam 
  • Linkerboezem vanuit de longen 
 
Kamers 
  • Pompen het bloed het hart uit 
 
  • Linkerkamer naar het lichaam 
  • Rechterkamer naar de longen 
 
  • Linkerkamer heeft een dikkere wand 
  • Linkerkamer is groter 

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Kransslagaders 
  • Aanvoer van zuurstof en voedingsstoffen naar de hartspier. 
  • Aftakking van de aorta. 
 
Kransaders 
  • Afvoer van koolstofdioxide en andere afvalstoffen vanaf de hartspier. 
  • Komt rechtstreeks in de rechterboezem uit. 

Slide 24 - Diapositive

Harttussenwand 
  • Scheiding tussen linker- en rechterhelft. 
 
Hartkleppen 
  • Kleppen tussen boezem en kamer. 
 
Halvemaanvormige kleppen 
  • Kleppen tussen   kamer en slagader. 

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Aorta
Longslagader
Aortaklep
Linkerkamer
Linkerboezem
Zuurstofrijkbloed
Naar de longen
Van de longen
Rechterboezem
Rechterkamer
Zuurstofarmbloed
Holle ader
Holle ader
Naar de longen
Van de longen
Aorta

Slide 28 - Question de remorquage

4

Slide 29 - Vidéo

00:40
Wat voeren de kransslagaders
aan naar het hart?

Slide 30 - Question ouverte

00:54
Hoe heten de holle ruimtes
in het hart?
A
Boezems bovenin & kamers onderin
B
Boezems onderin & kamers bovenin
C
Kamers links & boezems rechts
D
Kamers rechts & boezems links

Slide 31 - Quiz

01:32
Welke ruimte heeft de dikste wand?
A
Rechterboezem
B
Linkerboezem
C
Rechterkamer
D
Linkerkamer

Slide 32 - Quiz

02:07
Wat is de functie van de kleppen
in het hart?

Slide 33 - Question ouverte

Hartpauze, bloed stroomt het hart in
vanuit de aders.
De boezems trekken samen, 
bloed gaat de kamers in.
De kamers trekken samen, 
bloed gaat de slagaders in.

Slide 34 - Question de remorquage

Slide 35 - Lien

Harttonen
  • Elke hartslag twee harttonen

  • Eerste harttoon = 
      dichtslaan hartkleppen
  • Tweede harttoon = 
     dichtslaan halvemaanvormige kleppen

Slide 36 - Diapositive

Slide 37 - Lien

Thema 6 Transport
Basisstof 1 Bloed
Basisstof 2 De bloedsomloop
Basisstof 3 Het hart
Basisstof 4 De bloedvaten
Basisstof 5 Hart- en vaatziekten
Basisstof 6 Weefselvloeistof en lymfe

Slide 38 - Diapositive

Slide 39 - Diapositive

Slide 40 - Diapositive

Slagaders:

Komen 
altijd vanuit het hart
   
Slagaders bevatten
VEEL zuurstof &
WEINIG koolstofdioxide
Uitzondering = longslagader
   
Hebben een stevige wand

Aders:

Gaan 
altijd naar het hart toe 
 
Aders bevatten                  WEINIG zuurstof &
VEEL koolstofdioxide 
Uitzondering = longader 
 
Hebben kleppen 

Slide 41 - Diapositive

Slide 42 - Diapositive

Slide 43 - Diapositive

Slide 44 - Lien

Thema 6 Transport
Basisstof 1 Bloed
Basisstof 2 De bloedsomloop
Basisstof 3 Het hart
Basisstof 4 De bloedvaten
Basisstof 5 Hart- en vaatziekten
Basisstof 6 Weefselvloeistof en lymfe

Slide 45 - Diapositive

Thema 6 Transport
Basisstof 1 Bloed
Basisstof 2 De bloedsomloop
Basisstof 3 Het hart
Basisstof 4 De bloedvaten
Basisstof 5 Hart- en vaatziekten
Basisstof 6 Weefselvloeistof en lymfe

Slide 46 - Diapositive