trappen vergelijking en verkleinwoorden H5 - M2

Formulering en spelling
1 / 42
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 42 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Formulering en spelling

Slide 1 - Diapositive

Planning
  • Wat weet je nog?
  • Instructie/quiz
  • Werken 
  • Afsluiten

Slide 2 - Diapositive

Lesdoel:
Aan het einde van deze les:
  • weet ik wat 'de trappen van vergelijking' betekent
  • weet ik wanneer ik /als/ of /dan moet gebruiken
  • kan ik (stoffelijk) bijvoeglijk naamwoorden correct spellen
  • woorden met g, gg en ch correct spellen

Slide 3 - Diapositive

Schrijf drie dingen op die je
van de vorige les onthouden hebt.

Slide 4 - Carte mentale

Wat wordt er bedoeld met 'trappen van vergelijking'?

Slide 5 - Carte mentale

Wat wordt er bedoeld met (stoffelijk) bijvoeglijk naamwoord?

Slide 6 - Carte mentale

Wat is de volgorde van de trappen van vergelijking van lief?
A
lief, liefer, liefst(e)
B
liefst(e), liever, lief
C
lief, liever, liefst(e)
D
liever, lief, liefst(e)

Slide 7 - Quiz

Madrid is niet zo ver ..... Lissabon, denk ik.
A
als
B
dan

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Diapositive

lang - .... - langst
(zonder streepjes)

Slide 10 - Question ouverte

hulpeloos - hulpelozer - ....

Slide 11 - Question ouverte

Juul is even slim .... Leroy

Slide 12 - Question ouverte

Theorie 
- stellende trap 
- vergrotende trap + -er
- overtreffende trap + -st

Let op:
woord eindigt op -r -> + -der
woord eindigt op -s -> + -t
woord eindigt op -t en -sch -> meest
lief
groot
liever
groter
liefst
grootst
duur
duurder (v)
machteloos
machteloost (o)
praktisch
verrast
meest praktisch (o)
meest verrast (o)

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

5

Slide 15 - Vidéo

even ..., net zo ..., niet zo ...

Slide 16 - Diapositive

kleiner/groter/beter/mooier...

Slide 17 - Diapositive

Theorie 
Verschil tussen als en dan. Wanneer gebruik je wat?
- als gebruik je na de stellende trap: even oud als 
- dan gebruik je na de vergrotende trap: ouder dan



Tip: herhaal in gedachten de persoonsvorm, dan hoor je of er 'als' of 'dan' komt, bijvoorbeeld:
Mariet schrijft lang niet zo netjes als ik (schrijf).
Inez zegt dat Jihan harder kan lopen dan zij (kan).
 

Slide 18 - Diapositive

Eerlijk gezegd vind ik zoete drop lekkerder ..... zoute.
A
als
B
dan

Slide 19 - Quiz

Kleine auto's rijden een stuk zuiniger ...... grote terreinwagens.
A
als
B
dan

Slide 20 - Quiz

Die cake smaakt morgen net zo goed ..... vandaag.
A
als
B
dan

Slide 21 - Quiz

Veel leerlingen werken liever alleen ...... in een groepje.
A
als
B
dan

Slide 22 - Quiz

Robbert kan veel harder lopen ...... ik.
A
als
B
dan

Slide 23 - Quiz

laf - .... - ....
(zonder streepje ertussen, alleen spatie)

Slide 24 - Question ouverte

Yasmina is sneller .... Sem

Slide 25 - Question ouverte

goed - .... - ....
(zonder streepje ertussen, alleen spatie)

Slide 26 - Question ouverte

Aan de slag!
H.5 Taalverzorging: Trappen van vergelijking
Maak alle opdrachten.
timer
15:00

Slide 27 - Diapositive

en doorrrrr....
naar deel 2: 
spelling van verkleinwoorden

Slide 28 - Diapositive

6

Slide 29 - Vidéo

Verkleinwoord met PJE
Verkleinwoord met TJE
boom
telefoon
broer
riem
film
raam
tafel
haar

Slide 30 - Question de remorquage

Verkleinwoord.
Wat is het verkleinwoord van de kano?
A
kano'tje
B
kanotje
C
kanoo'tje
D
kanootje

Slide 31 - Quiz

Wat is het verkleinwoord van woning?
A
woningje
B
woningetje
C
woninkje
D
woning'je

Slide 32 - Quiz


Basis
De volgende verkleinwoorden zijn goed geschreven:
A
geheimpje, koninkje, bankje, stoeltje, tekeningetje
B
geheimpje, koningkje, bankje, stoeltje, tekeningetje
C
geheimpje, koninkje, bangkje, stoeltje, tekeningetje
D
geheimpje, koninkje, bankje, stoeltje, tekeningentje

Slide 33 - Quiz


Korte klanken worden in het verkleinwoord soms lang. Dus de verkleinwoorden van 'glas' en 'pad' worden
A
glasje en padje
B
glaasje en padje
C
glasje en paadje
D
glaasje en paadje

Slide 34 - Quiz


Dus de verkleinwoorden van opa, menu, comité en radio worden ...
A
opa'tje, menu'tje, comité'tje, radio'tje
B
opatje, menutje, comitétje, radiotje
C
opaatje, menuutje, comiteetje, radiootje

Slide 35 - Quiz

Wat is het goede verkleinwoord van
accu?
A
accu'tje
B
accuutje
C
accutje
D
accu-tje

Slide 36 - Quiz

Wat is het goede verkleinwoord van
ski?
A
skitje
B
skietje
C
ski'tje
D
ski-tje

Slide 37 - Quiz

Woorden met een -m                         boom

Woorden met een -ng                     koning

Achteraan -a, -o, -u of é                           opa,  auto, paraplu, café

Achteraan -y                                              baby

Woorden met cijfers of afkorting        dvd, A4
+ pje
boompje

-ng wordt -nk + je 
koninkje

+ extra klinker + tje
opaatje, autootje, parapluutje, cafeetje

+ 'tje (let op de apostrof!)
baby'tje

-'je of -'tje (let op de apostrof!)
dvd'tje, A4'tje

Slide 38 - Diapositive

HUISWERK  THUISLEERLINGEN
Alle opdrachten van :
H.5 Taalverzorging Trappen van vergelijking 
en 
H.5 Verkleinwoorden
Klaar tegen dinsdag 20 april.

Slide 39 - Diapositive

Aan de slag!
H.5 Taalverzorging: Verkleinwoorden
Alle opdrachten behalve de startopdracht en opdracht 6 (alleen als je tijd over hebt)
timer
15:00

Slide 40 - Diapositive

LESDOELEN  BEHAALD?
Deel 1: Taalverzorging
- ik weet wat 'de trappen van vergelijking' betekent
- ik weet wanneer ik /als/ of /dan moet gebruiken

Deel 2: Taalverzorging
ik kan verkleinwoorden correct spellen

Slide 41 - Diapositive

https://speellingo.nl/
of:  Taalvoutjes-kwartet

Slide 42 - Diapositive