Herhaling 7.3
1 / 16
La durée de la leçon est: 15 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Wat is een interne markt?
A
Een markt waarbinnen vrij gehandeld wordt
B
Een markt waarbinnen niet vrij gehandeld wordt
C
De wereldhandel
D
Een markt waar protectiemaatregelen gelden
Slide 2 - Quiz
Europese Unie
Buiten de Europese Unie
Groot Brittanië
Nederland
paspoort
geen wisselkoers
vrij verkeer van mensen
eurozone
Wisselkoers
euro
Slide 3 - Question de remorquage
Wat is het doel van protectiemaatregelen?
A
beschermen van de burgers
B
beschermen van de overheid
C
beschermen van
het buitenland
D
beschermen van het bedrijfsleven
Slide 4 - Quiz
Protectie maatregelen
Importbeperkende
maatregelenen
Exportbevorderende
maatregel
Contigentering
exportsubsidie
invoerrechten
Importquota
Slide 5 - Question de remorquage
Contingentering betekent:
A
Beperking van de export van een product tot een bepaalde hoeveelheid
B
Vergroting van de import van een product tot een bepaalde hoeveelheid
C
Beperking van de import van een product tot een bepaalde hoeveelheid
Slide 6 - Quiz
Wie bewaakt de waarde van de euro en zorgt voor prijsstabiliteit?
A
Eurozone
B
EMU
C
WTO
D
ECB
Slide 7 - Quiz
Waarom is prijsstabiliteit belangrijk voor consumenten in de EU?
A
Een hoge inflatie leidt tot hoge besparingen
B
Een hoge inflatie leidt tot hoge investeringen
C
Een hoge inflatie leidt tot koopkrachtverlies
D
Een hoge inflatie leidt tot loonverlies
Slide 8 - Quiz
Nederlanders houden graag vakantie in het buitenland. Als ze met een buitenlandse vliegmaatschappij reizen dan is er sprake van ...
A
export van goederen.
B
export van diensten.
C
import van goederen.
D
import van diensten.
Slide 9 - Quiz
Duizenden bezoekers wonen in Brazilië een optreden bij van de Nederlandse dj Martin Garrix.
A
Import van diensten
B
Export van diensten
Slide 10 - Quiz
Een Amerikaanse toerist vliegt met de KLM naar Nederland. Is dit voor Nederland export of import van diensten? Waarom?
A
Export, want wij leveren diensten aan het buitenland.
B
Export, er gaan personen naar het buitenland.
C
Import, want het buitenland levert aan ons diensten.
D
Import, want er komen personen naar ons land.
Slide 11 - Quiz
Nederland koopt auto's in vanuit Duitsland.
Hier is sprake van...
Hier is sprake van...
A
export van producten
B
import van diensten
C
export van diensten
D
import van producten
Slide 12 - Quiz
Een progressief belastingstelsel betekent dat ...
A
hogere inkomens meer belasting betalen
B
iedereen hetzelfde % belasting betaalt
C
iedereen evenveel belasting betaalt
D
hogere inkomens meer % belasting betalen
Slide 13 - Quiz
een progressief belastingstelsel werkt ...?
A
nivellerend
B
denivellerend
Slide 14 - Quiz
Het progressief belastingstelsel valt onder het ...
A
profijtbeginsel.
B
draagkrachtbeginsel.
C
solidariteitsbeginsel.
D
loyaliteitsbeginsel.
Slide 15 - Quiz
Wat is harmonisatie?
A
Dat alle regels in alle EU landen gelijk worden
B
Dat alle regels in alle EU landen niet gelijk hoeven te zijn.
C
Dat als Nederland een wet maakt deze in de hele EU geldt.
