B/K1 H6 par 6.5 Rekenvolgorde

1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Doelen van deze les

Ik ken de volgorde waarin sommen worden uitgerekend 
  

Ik kan sommen op de afgesproken volgorde berekenen. 














Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het is 1° en het wordt 6° kouder

de som die daarbij hoort is:

1 - 6 = -5

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het is -1° en het wordt 6° kouder

de som die daarbij hoort is:

-1 - 6 = -7

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het is 1° en het wordt 6° minder koud

de som die daarbij hoort is:

1 -- 6 = 7

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het is -1° en het wordt 6° minder koud

de som die daarbij hoort is:

-1 -- 6 = 5

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

los op: 1-6=
A
-7
B
-5
C
7
D
5

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

los op: 1--6=
A
-7
B
-5
C
7
D
5

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

los op: -1-6=
A
-7
B
-5
C
7
D
5

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

los op: -1--6=
A
-7
B
-5
C
7
D
5

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

los op: 1+-6=
A
-7
B
-5
C
7
D
5

Slide 11 - Quiz


los op: 6 x 4 =
A
24
B
-24

Slide 12 - Quiz


los op: -6 x 4 =
A
24
B
-24

Slide 13 - Quiz


los op: 6 x -4 =
A
24
B
-24

Slide 14 - Quiz


los op: -6 x -4 =
A
24
B
-24

Slide 15 - Quiz


Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeeld

 8 : 2 - 7

   4   - 7
  

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

6 + 4 x 3 =
A
24
B
30
C
18
D
13

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

(-4 + 7) x 6 =
A
66
B
18
C
-18
D
-66

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

(8 + 3 ) x (7 - 8) =
A
-69
B
69
C
-11
D
11

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Som -->+ sommen     
De som van 8+ 11
Ik reken dan uit 8+11=19
 8 en de 11 noem je de termen en de uitkomst noem je SOM

Verschil--> - sommen
Het verschil van 12 en 7
Ik reken dan uit 12-7=5
De uitkomst noem je het verschil

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Product
Bij sommige sommetjes moet je vermenigvuldigen
5x4 = 20
5 en 4 noem je in de wiskunde de factoren
en de uitkomst 20 noem je het product
Quotient

Delen heeft met vermenigvuldigen te maken omdat  24:3 =8 want 3x8 =24
3 en 8 noem je de factoren 
en de uitkomst
noem je het quotient

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Socrative
socrattive student
groeneveld2362
je eigen naam
Toets klaar? Huiswerk samenvatting lezen en diagnostische toets maken.

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions