12-01 Uitleg: Much/ Many

1 / 12

Slide 1: Diapositive

EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

La durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Today's lesson

Homework check
Grammar explanation: much vs many
Individual work
Quizlet Live

Slide 2 - Diapositive

Homework check

Practice the listening exercises - Learnbeat 3.3

Onderdeel C: opdracht 1, 2 en 3

Slide 3 - Diapositive

Grammatica:

MUCH vs MANY

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Wanneer gebruik many / much?

Many = veel + een telbaar zelfstandig naamwoord.
Voorbeeld: many cars

Much = veel + een ontelbare zelfstandig naamwoord.
Voorbeeld: much money

Slide 6 - Diapositive

Telbaar

Ontelbaar

Museum

Teenager

Time

Money

Milk

Ticket

Hair

People

Slide 7 - Question de remorquage

Translate - use much or many:
Veel koeien

Slide 8 - Question ouverte

Translate use much or many:
Veel zelfvertrouwen (=confidence)

Slide 9 - Question ouverte

Individual work

Learnbeat 3.5 –

Onderdeel A: opdracht 2 t/m 5

Onderdeel E: opdracht 1 en 2 (opdracht 2 aanvinken)

Onderdeel F: Opdracht 1

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Homework (tomorrow)