Werkwoorden in de keuken NT2

Welke woorden ken
jij in de keuken?
1 / 25
suivant
Slide 1: Carte mentale
NT2Middelbare schoolvmboLeerjaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Welke woorden ken
jij in de keuken?

Slide 1 - Carte mentale

Werkwoorden in de keuken

Slide 2 - Diapositive

Wat kan je in de
keuken doen?

Slide 3 - Carte mentale

Schillen 

In reepjes snijden 

Raspen 

Pellen 

Schaven






In blokjes snijden

Mengen 

Braden / bakken 

Afgieten

Aan de kook brengen





 

Slide 4 - Diapositive

QUIZ

Slide 5 - Diapositive

Ik pel......
A
De mandarijn
B
De aardappel
C
De groente
D
De sinaasappel

Slide 6 - Quiz

Ik bak....
A
De keuken
B
De tafel
C
Het vlees
D
Het water

Slide 7 - Quiz

Ik kook....
A
De thee
B
Het fruit
C
Het water
D
Het brood

Slide 8 - Quiz

Ik snij .............. in reepjes
A
De paprika
B
Het vlees
C
De pasta
D
De kip

Slide 9 - Quiz

Ik ...... de ingrediënten in een kom
A
Meng
B
Bak
C
Rasp
D
Schil

Slide 10 - Quiz

Ik ga .......... afgieten
A
De groente
B
De kip
C
De pasta
D
Het water

Slide 11 - Quiz

Ik snij ........... in blokjes
A
De tomaten
B
De appel
C
De kruiden
D
Het mes

Slide 12 - Quiz

De kaas ga ik .......
A
Koken
B
Raspen
C
Schaven
D
Afgieten

Slide 13 - Quiz

Welke woorden heb
je nieuw geleerd?

Slide 14 - Carte mentale

Werkwoorden blad invullen
ik ..........................
jij ..........................
hij / zij..................
wij ........................
jullie ....................
zij .........................

Slide 15 - Diapositive


Zinnen maken

Slide 16 - Diapositive

Ik - bakken

Slide 17 - Question ouverte

Hij - schillen

Slide 18 - Question ouverte

Wij - mengen

Slide 19 - Question ouverte

Zij - pellen

Slide 20 - Question ouverte

ik - aan de kook brengen

Slide 21 - Question ouverte

Hij - in blokjes snijden

Slide 22 - Question ouverte

Wij - Afgieten

Slide 23 - Question ouverte

Kies zelf een woord uit

Slide 24 - Question ouverte

Kies zelf een woord uit

Slide 25 - Question ouverte