Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Middellandse Zeegebied
Vandaag:
Klimaat en landschap
Wind
Vegetatie
Landbouw
Slide 1 - Diapositive
Waar denk je aan bij 'Het Middellandse Zeegebied'?
Slide 2 - Carte mentale
Feitjes
Grootste binnenzee ter wereld
Zonder binnenzee zou het gebied woestijn zijn
Gevormd door tektonische platen (par. 2.8)
Slide 3 - Diapositive
Hoe heten deze 'smalle openingen' naar de M.-Z.?
Het Kanaal
Dode zee
Bosporus
Straat van Gibraltor
Slide 4 - Question de remorquage
Leg uit waarom deze klimaatgrafiek past bij het M.-Z. klimaat.
Slide 5 - Question ouverte
Middellandse zeeklimaat
Mengvorm steppeklimaat + gematigd zeeklimaat
Zomer: hogedrukgebieden vanuit Noord-Afrika schuiven op naar het noorden > tijdelijk steppeklimaat.
Slide 6 - Diapositive
Middellandse zeeklimaat
Mengvorm steppeklimaat + gematigd zeeklimaat
Winter: hogedrukgebieden schuiven terug naar Noord-Afrika > tijdelijk gematigd zeeklimaat.
Slide 7 - Diapositive
Wat is de overheersende windrichting in het Middellandse Zeegebied?
A
Zuid-oost
B
Noord-oost
C
Zuid-west
D
Noord-west
Slide 8 - Quiz
Hogedrukgebied: Lagedrukgebied:
dalende lucht Stijgende lucht
Slide 9 - Diapositive
Wind waait altijd van...
A
Hoog naar laag
B
Laag naar hoog
Slide 10 - Quiz
Winden M.-Z.
Overheersende windrichting: (zuid)westenwind
Soms wordt er een depressie (lagedrukgebied) vanaf de Atlantische Oceaan boven de Middellandse Zee geblazen.
Slide 11 - Diapositive
Lokale winden
Wanneer er een depressie boven de M.-Z. ligt, zorgt dat voor lokale winden:
Sirocco
Mistral
Slide 12 - Diapositive
Lokale winden
Sirocco:
Komt vanuit het zuiden (woestijn), dus is erg warm en droog.
Warme lucht kan veel vocht bevatten.
Zorgt voor hevige buien.
Slide 13 - Diapositive
Lokale winden
Mistral:
Komt uit de bergen, is koud.
Is een 'valwind': hoog in de bergen is de lucht dusdanig ver afgekoeld (en zwaar geworden), dat deze uit de lucht komt 'vallen'.
Slide 14 - Diapositive
In de zomer heeft het M.-Z. gebied een 'negatieve waterbalans'. Wat houdt dit in?
Slide 15 - Question ouverte
Waterbalans
Waterbalans = neerslag min verdamping.
Winter: positief Zomer: negatief
Groot water tekort in de zomer:
Veel toeristen > stijgende watervraag
Landbouw > veel irrigeren
Slide 16 - Diapositive
Geef voorbeelden van vegetatie in het M.-Z. gebied:
Slide 17 - Carte mentale
Mediterrane vegetatie
Planten die aangepast zijn aan droogte, zoals:
Olijfbomen
Kurkeiken
Wijnranken
Sinaasappelbomen
Leerachtige bladeren: houden vocht goed vast.
Slide 18 - Diapositive
Mediterrane vegetatie
Ondanks dat deze vegetatie goed tegen droogte kan, groeien ze beter als er extra water beschikbaar is:
Irrigatielandbouw
Slide 19 - Diapositive
Waar halen boeren hun water vandaan?
Slide 20 - Carte mentale
Ontziltings-installaties
Zout zeewater omzetten in zoet drink- en irrigatiewater.
Slide 21 - Diapositive
Rivieren
Zoet rivierwater.
Echter kan dit ook voor politieke consequenties zorgen...
Hoe?
Slide 22 - Diapositive
Rivieren
Echter kan dit ook voor politieke consequenties zorgen...
Bovenstrooms dammen bouwen / veel water gebruiken, beïnvloedt de hoeveelheid water benedenstrooms.
Slide 23 - Diapositive
Lees par. 2.7 (blz. 54/55)
Maken: Opdracht 1, 2, & 3 (blz 43).
Hoe: Alleen
Tijd: 15 minuten
Klaar: Verder met 4,5 & 6
Over 15 minuten kijken we de opdrachten na
timer
15:00
Slide 24 - Diapositive
Nakijken opdr. 1
a Warme en droge zomers, milde en vochtige winters.
b In de zomer. Dit is een probleem omdat mensen water nodig hebben om bijvoorbeeld te drinken en douchen en voor de irrigatielandbouw.
c Dat de neerslag van jaar tot jaar sterk verschilt.
Slide 25 - Diapositive
Nakijken opdr. 2
a Het kan voor veel erosie zorgen als de druppels hard op een onbedekte bodem inslaan.
b Sommige jaren kunnen erg droog zijn, waardoor er een tekort aan irrigatiewater ontstaat.
Slide 26 - Diapositive
Nakijken opdr. 3
a Een lagedrukgebied waar warme lucht over koude lucht opstijgt. Door het opstijgen van lucht, koelt die af, waardoor waterdamp condenseert, wolken vormt en er regen valt.
b De mistral is koud (en droog), de sirocco is (heet en) droog.
c Dat waar de sirocco vandaan komt.
Slide 27 - Diapositive
Atlasopdrachten
Maken: Opdracht 4, 5, & 6 (blz 43)
Hoe: Samenwerken
Tijd: 15 minuten
Klaar: Hoofdvraag 2.7 (blz 44)
Over 15 minuten kijken we de opdrachten na
timer
15:00
Slide 28 - Diapositive
Nakijken opdr. 4
a Er is weinig water om te verdampen. De gebieden kennen een steppe- of woestijnachtig landschap.
b Het klimaat is daar vochtiger. Verder landinwaarts is het vaak droger, omdat gebieden in de regenschaduw van de kustgebergtes liggen. Ook kan het landinwaarts bergachtiger zijn, bijvoorbeeld in Italië, waardoor de bodem moeilijker te bewerken is en het risico op bodemerosie groter is.
Slide 29 - Diapositive
Nakijken opdr. 5
a Op de ene foto wordt gesproeid (besproeiing), op de andere wordt heel weinig water opgebracht (druppelirrigatie).
b Druppelirrigatie. Bij besproeiing verdampt er al veel water in de lucht.
c De staat Israël is veel machtiger dan de Palestijnse Autoriteit en kan dus makkelijker beslag leggen op schaars irrigatiewater en daarmee de ontwikkeling van de Palestijnse samenleving frustreren. Overigens is het wel veel te simplistisch om de staat Israël verantwoordelijk te houden voor de problemen.
Slide 30 - Diapositive
Nakijken opdr. 5D
d De overgrote hoeveelheid water wordt gebruikt voor irrigatielandbouw. Dus import van voedsel kan een watertekort oplossen. Daarnaast wordt zoet water van elders aangevoerd. Ook wordt er steeds meer zeewater ontzilt en worden er minder watervragende gewassen gebruikt.
Slide 31 - Diapositive
Nakijken opdr. 6
a Aan de kusten van Turkije, Syrië en Libanon. Ook in de Alpen en in Noord-Spanje valt veel neerslag.
b Het gaat vooral om bergachtige gebieden, waar lucht moet opstijgen, afkoelt en vocht verliest. Daarnaast zijn het gebieden die enigszins dwars op de westelijke stroming liggen.