1. Je weet hoe je de present perfect moet gebruiken en wat dat is.
2. Je weet wat bezittelijke voornaamwoorden zijn.
3. Je hebt goed meegedaan!
Slide 2 - Diapositive
1. Homework check
Exc. 12 t/m 15
Open p. 55
Gemaakt? Ik controleer... jullie houden het volume laag.
Samen nakijken: exc. 13/14/15
Tijdens nakijken:
- vinger opsteken als je iets wil zeggen, het is dus stil
- we luisteren naar elkaar
- je aandacht is vóór in de klas
timer
8:00
Slide 3 - Diapositive
Grammar: present perfect
- ik leg uit, jullie maken aantekeningen-
Afspraken:
- Als je iets wil zeggen, steek je je hand op.
- Je luistert en bent dus stil
- Je schrijft mee in je schrift
Slide 4 - Diapositive
2. Grammar: present perfect
Neem deze zinnen over in je schrift:
I have seen that movie before.
We have listened to that recording.
She has played football for three years.
He has taken the dog out.
Slide 5 - Diapositive
Wat hebben deze zinnen met elkaar gemeen? I have seen that movie before. We have listened to that recording. She has played football for three years. He has taken the dog out.
Slide 6 - Question ouverte
Kijk maar:
I have seen that movie before.
We have listened to that recording.
She has played football for three years.
He has taken the dog out.
Present perfect:
Als er niet precies in de zin staat wanneer iets was. (Dat is niet belangrijk.)
I / you / we / they --> HAVE + voltooid deelwoord
He/she/it --> HAS + voltooid deelwoord
LET OP --> onregelmatige werkwoorden hebben hun eigen vorm
Waarom?
Hoe?
Slide 7 - Diapositive
(-) ontkennend:
I have seen that movie before.
(-) I have not seen that movie before.
He has taken the dog out.
(-) He has nottaken the dog out.
Has / have + not + voltooid deelwoord (hasn't / haven't)
(?) vragend:
(?) Have I seen that movie before?
(?) Has he taken the dog out?
Has / have + onderwerp (wie) + voltooid deelwoord
Slide 8 - Diapositive
Vul in: My teacher .... the present perfect. (explain)
Slide 9 - Question ouverte
2. Grammar: bezittelijke voornaamwoorden
Wanneer je wil vertellen dat iets van iemand is.
--> Open your books, p. 76
Waarom?
Slide 10 - Diapositive
4. Homework, Tuesday, Oct. 13th
Maken:
exc. 16 t/m 18 (Workbook: p.57-p.58)
Unit 2, Clip time (online)
Unit 2, lesson 3: exc. 23 t/m 27 (online) Let op: als je niet online kunt werken, staan de luisterfragmenten voor je klaar in Classroom en werk je dus in je boek!
WORK!
In stilte
Muziek mag
Chromebook op een kier
Slide 11 - Diapositive
5. Rounding up: Waarom moet je de present perfect gebruiken en waar moet je op letten?