6/10/20

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Today

1. Homework check: exc. 11 t/m 14     

2. Grammar

- Uitleg: Present perfect & bezittelijke voornaamwoorden

3. Phrases lesson 2

4. (Home)work!

5. Rounding up

Doelen

1. Je weet hoe je de present perfect moet gebruiken en wat dat is. 

2. Je weet wat bezittelijke voornaamwoorden zijn. 

3. Je hebt goed meegedaan!

1. Homework check

Exc. 11 t/m 14

Open p. 65

Gemaakt? Ik controleer... jullie houden het volume laag. 

Samen nakijken: exc. 12/14

Tijdens nakijken:

- vinger opsteken als je iets wil zeggen, het is dus stil

- we luisteren naar elkaar

- je aandacht is vóór in de klas

Grammar: present perfect

- ik leg uit, jullie maken aantekeningen-

Afspraken: 

- Als je iets wil zeggen, steek je je hand op.

- Je luistert en bent dus stil

- Je schrijft mee in je schrift

2. Grammar: present perfect

I have seen that movie before.

We have listened to that recording. 

She has played football for three years. 

He has taken the dog out. 

Wat hebben deze zinnen met elkaar gemeen?
I have seen that movie before.
We have listened to that recording.
She has played football for three years.
He has taken the dog out.

Kijk maar: 

I have seen that movie before.

(-) I have not seen that movie before.

(?) Have I seen that movie before?

We have listened to that recording. 

She has played football for three years. 

He has taken the dog out. 

Present perfect:

Als er niet precies in de zin staat wanneer iets was. (Dat is niet belangrijk.)

I / you / we / they --> HAVE + voltooid deelwoord

He/she/it --> HAS + voltooid deelwoord

LET OP --> onregelmatige werkwoorden hebben hun eigen vorm

Waarom?

Hoe?

(-) ontkennend:

I have seen that movie before.

(-) I have not seen that movie before.

 

He has taken the dog out. 

(-) He has not taken the dog out.

Has / have + not + voltooid deelwoord

(Hasn't / haven't)

(?) vragend:

(?) Have I seen that movie before?

(?) Has he taken the dog out? 

Has / have + onderwerp (wie) + voltooid deelwoord

Vul in:
My teacher .... the present perfect. (explain)

2. Grammar: bezittelijke voornaamwoorden

Wanneer je wil vertellen dat iets van iemand is.

--> Open your books, p. 69

Waarom?

4. Homework, Wednesday, Oct. 7th

Maken: 

• exc. 15 t/m 17              (Workbook: p.69-p.70) 
• Quizlet: words lesson 1 & 2
  ( Linkje in Classroom)

Leren: 

words lesson 1 & 2 + 

phrases lesson 2, unit 2

Hulp nodig? Dat vind je hier!

WORK!

In stilte

Muziek mag

Chromebook op een kier

5. Rounding up:
Waarom moet je de present perfect gebruiken en waar moet je op letten?