C5 eerste jaars DA les 1

Geneesmiddelen
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
Cursus 5 DAMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Geneesmiddelen

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
  • Wat is een geneesmiddel?
  • UR. UA UAD AV
  • Generieke of stofnaam
  • Spécialité of merknaam 
  • Preferentiebeleid

Slide 2 - Diapositive

Wat is een geneesmiddel?

Slide 3 - Carte mentale

Wat is een geneesmiddel?
In de geneesmiddelenwet worden geneesmiddelen omschreven als stoffen die bestemd zijn om te worden gebruikt:
  • Om de oorzaak te bestrijden
  • Om de klachten te bestrijden

Slide 4 - Diapositive

Waar koop je een geneesmiddel?

Slide 5 - Carte mentale

wat betekent UR
A
uitsluitend apotheek
B
uitsluitend drogist of apotheek
C
vrij verkrijgbaar
D
uitsluitend recept

Slide 6 - Quiz

Wat is UA?
A
uitsluitend apotheek
B
uitsluitend arts
C
uitsluitend afgifte
D
uiterst recept

Slide 7 - Quiz

Paracetamol is een
A
Uitsluitend op recept - medicijn
B
Niet recept plichtig -medicijn
C
Homeopathisch middel
D
Alternatief geneesmiddel

Slide 8 - Quiz

Wat wordt bedoeld met UAD?

Slide 9 - Question ouverte

Wat wordt bedoeld met AV middelen?

Slide 10 - Question ouverte

Generieke naam?

Slide 11 - Carte mentale

Generieke naam
Is de stofnaam
Een voorbeeld is oxazepam 
De merknaam (spécialité hiervan is Seresta)

Slide 12 - Diapositive

Specialite of merknaam

Slide 13 - Question ouverte

Wat wordt bedoeld met het preferentiebeleid?

Slide 14 - Question ouverte