Voedingsleer

5. Werkzaamheden gericht op voeding
Dienstverlenende werkzaamheden
H11. Voedingsleer: kennis over voeding


1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
ADLMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

5. Werkzaamheden gericht op voeding
Dienstverlenende werkzaamheden
H11. Voedingsleer: kennis over voeding


Slide 1 - Diapositive

Inhoud
-Energieleverende stoffen
-Bouwstoffen 
-Regulerende stoffen
-Gevarieerd eten
-Maaltijden per dag

Slide 2 - Diapositive

Er zijn drie redenen waarom ons lichaam voeding nodig heeft
1. Onderhoud en herstel; groeien, wondjes, ziekte
2. Energie; alles wat we doen, lichaam op temperatuur houden
3. Noodzakelijke stoffen; voor alle processen in je lichaam

Slide 3 - Diapositive

Waarvoor heeft je lichaam ijzer nodig?
A
Botten sterk te maken
B
Spieren sterk te maken
C
voor zuurstofopname in je bloed

Slide 4 - Quiz

11.2.Energieleverende stoffen
-vetten (de meeste)
-koolhydraten
-eiwitten

Slide 5 - Diapositive

Welke afkorting gebruikt men om aan te geven hoeveel energie er in bijvoorbeeld een appel zit

Slide 6 - Question ouverte

Vetten 
-meeste energie 
-beschermen je organen en isoleren tegen de kou
-1 gram vetten levert 9 kcal
-vitamines (A,D en E)
-plantaardige vetten zijn "gezonde" vetten 
-dierlijke vetten zijn "ongezonde" vetten 

Slide 7 - Diapositive

Koolhydraten
- advies is om 40 tot 70% van de energie uit koolhydraten te halen en dan met name uit zetmeel
- 1 gram koolhydraten levert 4 kcal
3 soorten
- zetmeel 
-suikers 
-voedingsvezels 

Slide 8 - Diapositive

Hoeveel energie haalt het lichaam uit voedingsvezels?
A
geen, alleen van belang voor de ontlasting
B
1 kcal per gram
C
2 kcal per gram
D
3 kcal per gram

Slide 9 - Quiz

Eiwitten
- energiebron maar ook een bouwstof 
-melk, eieren, kaas, vlees en sommige vruchten(bonen)
- 1 gram eiwitten levert 4 kcal 

Slide 10 - Diapositive

11.3.Bouwstoffen
-voor onderhoud en herstel van je lichaam
-water (lichaamstemp, vormbehoud, transport, oplossen)
-eiwitten (voor alle "bouw" in je lichaam
-mineralen (kalk, ijzer)

Slide 11 - Diapositive

11.4.Regulerende stoffen
-beschermen je tegen ziekten
-bij tekort kun je gezondheidsklachten krijgen
-voornamelijk vitaminen en mineralen 

Slide 12 - Diapositive

Water oplosbaar 

Vitamine B
-werking zenuwen
-brood en volkoren producten

Vitamine C
-betere opname ijzer 
-citrusfruit, aardbeien, bessen



Vitamine A
-opbouw huid en ogen
-wortels, mais tomaten
Vitamine D 
-kalk vastleggen in botten
-zonlicht, zelfaanmaak
Vitamine E 
-celwand bescherming, stollen van bloed
-volkoren brood, plantaardige vetten
Vitamine K
- goede bloedstolling, sterke botten
-bladgroenten, kwark, kaas, vlees, ei


Vet oplosbaar
VITAMINES

Slide 13 - Diapositive


Calcium 
-stevigheid tanden en
botten
-melk, melkproducten, kaas

Natrium
-vocht op peil houden 
-zout



Fluoride 
-verstevigd en verzorgd
tandglazuur 
-tandpasta 

IJzer
-opbouw rode bloedlichaampjes
- vlees, groene groenten,
bruin brood en peulvruchten
MINERALEN

Slide 14 - Diapositive

11.5. Gevarieerd eten
-niet steeds hetzelfde eten
-afwisseling is gezonder
-schijf van vijf is hier een hulpmiddel bij

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

11.6. Aantal maaltijden per dag 
Ontbijt: licht, beperkte calorieën
Lunch: voldoende energie en voedingsstoffen voor de middag
Avondmaal: warme maaltijd, levert meeste energie op
Tussendoortjes

Slide 17 - Diapositive