3. Islam

De Islam  
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
LevensbeschouwingMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

De Islam  

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we leren vandaag?
  • Je weet wat de 'Islam' is.
  • Je begrijpt waarom het belangrijk is om te leren over de Islam.
  • Je kan uitleggen in grote lijnen hoe en wanneer de Islam is ontstaan.



Hoofdstuk 2: Mohammed en ontstaan Islam

Slide 2 - Diapositive

Wat weet jij over de Islam?

Slide 3 - Carte mentale

1. Islam is een monotheïstisch geloof 
  • In de zesde eeuw geloofden de Arabieren in honderden goden
  • In de stad Mekka stond de Ka'aba: een grote zwarte steen
  • Op deze plek aanbieden de Arabieren hun goden
  • Ook mensen, waaronder veel handelaren, uit andere landen bezochten de Ka’aba en baden er tot hun goden.
  • Mekka lag aan een kruispunt van handelswegen en was een belangrijke handelsstad.

Slide 4 - Diapositive

2. Islam is gesticht door Mohammed 

  • Mohammed was een handelaar uit Mekka. 
  • In een droom, een visoen, vertelde een engel dat er maar één god is, Allah.
  • Mohammed vertelde de mensen in Mekka over zijn droom, maar bijna niemand wilde naar hem luisteren. 
  • De meeste mensen moesten niets van Mohammed hebben en joegen hem en zijn volgelingen de stad uit.

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Van Mekka naar Medina
Jaartal: 622

  • Mohammed vlucht naar Medina
  • Dit is het begin van de islamitsche jaartelling, de hedsjra
  • In deze stad woonden veel joden en christenen, ook zij geloven in één god (monotheïsme).
  • Mohammed, die zich profeet van Allah noemde, kreeg veel aanhangers. 
  • Zij noemden zich moslims en hun godsdienst de islam.

Slide 7 - Diapositive


In welk jaar leven wij volgens de islamitische kalender?
A
2640
B
1402
C
622
D
1854

Slide 8 - Quiz

Opdracht: Feit of Fictie
Schrijf de volgende 7 stellingen op en zoek uit of het waar of niet waar is met een korte uitleg. Schrijf achter je antwoord welke bron je hebt gebruikt. 
  1. "De Islam is de grootste religie ter wereld." 
  2. "In de Islam is het geven aan armen een belangrijke verplichting." 
  3. "Moslims moeten vijf keer per dag bidden."
  4. "De Ramadan duurt een jaar." 
  5. "Alle Arabieren zijn moslim." 
  6. "De Islamitische kalender is gebaseerd op de stand van de zon." 
  7. "Moslims geloven ook in de profeet Jezus."
timer
10:00

Slide 9 - Diapositive

Aan de slag
1. Islam: Feit of Fictie
2. Lees en maak Hoofdstuk 1 en 2 van je studiewijzer (in je emails tot blz 4.)

Slide 10 - Diapositive

Les 2: Wat gaan we leren vandaag?
  1. Herhaling: Wat weten we nog van de vorige les?
  2. Je kan uitleggen wat er belangrijk is in de Islam
  3. Je kan uitleggen wat de vijf zuilen van de Islam zijn.


Slide 11 - Diapositive

Terug naar Mekka
Jaartal: 630

  • Met een grote groep moslims ging Mohammed terug naar Mekka (630)
  • Er werd gevochten en Mohammed won. 
  • Veel bewoners van Mekka werden toen alsnog moslim. 
  • Mohammed beval dat mensen bij de Ka’aba alleen nog tot Allah mochten bidden.

Slide 12 - Diapositive

Waar is de Islam ontstaan?
A
Arabië
B
China
C
Spanje
D
Turkije

Slide 13 - Quiz


De islam kent...
A
1 god
B
2 goden
C
3 goden
D
4 goden

Slide 14 - Quiz


Mohammed is...
A
De stichter en belangrijkste profeet van de islam
B
De stichter van de islam en de zoon van God
C
De belangrijkste profeet van de islam en de zoon van God
D
Hetzelfde als Allah

Slide 15 - Quiz


Welke godsdienst is het oudst?
A
Christendom
B
Islam
C
Jodendom

Slide 16 - Quiz

De kern van de Islam
  • Islam betekent: 'onderwerping'
  • Het belangrijkste boek is de Koran of Qoer'ān (القرآن)

  • Een moslim moet zich houden aan de vijf zuilen, de belangrijkste godsdienstige verplichtingen.
  • Profeet Mohammed is de belangrijkste profeet en grondlegger van de Islam.
  • Gemeenschap (Oemma) is heel belangrijk. Dit is het gevoel van verbondenheid met andere moslims wereldwijd.

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Vijf zuilen van de islam
geloofsbelijdenis (sjahada)
الشهادة
rituele gebeden (salat)
الصّلاة
geven aan armen (zakat)
زكاة
ramadan
(saum)
رمضان
pelgrimstocht 
(hadj)
الحجّ

Slide 19 - Diapositive

Opdracht: de vijf zuilen
  1. Je wordt in groepjes van 4 gedeeld.
  2. In teams vindt je een document daarin staat bij iedere zuil een opdracht. Deze ga je in je groepje maken. 
  3. Iedereen schrijft antwoorden op! (dus niet een blaadje per groepje). 
  4.  Als je klaar bent, ga je aan de slag met je studiewijzer.

timer
10:00

Slide 20 - Diapositive

Aan de slag
1. Hoofdstuk 2 van je Studiewijzer Blz. 5-7.

Slide 21 - Diapositive

Les 3: Wat gaan we leren vandaag?
  1. Herhaling: Wat weten we nog van de vorige les?
  2. Praktische opdracht periode 2


Slide 22 - Diapositive

Buitenkant van de moskee
Koepel => verwijst naar hemelkoepel
Minaretten => torens om het gebed vanuit op te roepen

Slide 23 - Diapositive

Moskee 
  • De meuzzin roept vijf keer per dag op voor het gebed. Dit doet hij vanaf de toren van de moskee (minaret).
  • Tijdens het gebed vormen moslims rijen achter de imam. Tijdens de samenkomst houdt de imam ook een toespraak, vanaf de preekstoel (minbar) naast de nis.
  • Meestal kent de moskee ook een aparte vrouwenruimte. Als die er niet is, zitten vrouwen vaak achterin in de moskee.
  • Er staat geen meubilair in de moskee, gelovigen knielen op tapijten.

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Vidéo


Hoe noemen we de
vijf leefregels van de islam?
A
De Vijf Pilaren van de islam
B
De Vijf Zuilen van de islam
C
De Vijf Hoekstenen van de islam
D
De Vijf Regels van de islam

Slide 26 - Quiz


Wat is niet een van de vijf zuilen 
van de islam?
A
Eén keer in je leven naar Mekka gaan
B
Vaak naar de kerk gaan
C
Geld geven aan arme mensen
D
Vijf keer per dag bidden

Slide 27 - Quiz


Wat is niet een van de vijf zuilen 
van de islam?
A
Meedoen aan de ramadan (vasten)
B
Bidden
C
Geen varkensvlees eten
D
Allah en Mohammed eren (geloofsbelijdenis)

Slide 28 - Quiz


Welke uitspraak over de islam is juist?
A
De islam is gesticht door de Turk Mohammed
B
Aanhangers van de islam noem je Turken of Arabieren.
C
Het gebedshuis van de islam noem je een moskee.
D
De verspreiding van de islam begon in de tweede eeuw na Christus.

Slide 29 - Quiz

Verspreiding van de islam
Vanaf 632

  • Na de dood van Mohammed (632) veroveren zijn opvolgers, kaliefen, grote delen van het Midden-Oosten en Noord-Afrika
  • De meeste mensen in deze gebieden worden moslim
  • Toen de Arabieren ook een groot deel van Spanje en Portugal veroverden, grensden het Frankische Rijk en het Arabische Rijk aan elkaar.

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive



Noem vijf landen die in de Middeleeuwen door de Arabieren zijn veroverd.

Slide 32 - Question ouverte

Splitsing in de islam
661

  • Als Mohammed in 632 sterft is er onduidelijkheid: wie gaat hem opvolgen?
  • Volgens Soennieten: de meest bekwame volgeling
  • Volgens Sjiieten: directe familie van Mohammed
  • Het soennisme heeft de meeste volgelingen: ongeveer 90% van de moslims is soennitisch

Slide 33 - Diapositive

soennitisch
sjiitisch
ibadisch

Slide 34 - Diapositive

Leren van elkaar
  • Door hun veroveringen verzamelden Arabieren veel kennis. 
  • Geneeskunde: de Arabieren wisten dat je veel ziektes kunt voorkomen door goede hygiëne.
  • Wiskunde: de Arabieren leerden dat je met de cijfers 0 tot en met 9 veel gemakkelijker kunt rekenen dan met de Romeinse cijfers.
  • Aardrijkskunde: Arabische geleerden verzamelden en combineerden de kennis van de wereld in goede topografische kaarten.

Slide 35 - Diapositive

Wat hoort bij welk geloof?
christendom
islam
beide
Mohammed
Monotheïsme
kerk
moskee
Mekka
Bijbel
Jezus
Koran

Slide 36 - Question de remorquage

Maak de juiste combinaties
heilig boek voor moslims
stad waar Mohammed in het jaar 622 uit wegvluchtte
de god van de moslims
 stad waar Mohammed in het jaar 622 naartoe vluchtte
mensen die geloven dat Mohammed de waarheid sprak
Koran
Mekka
moslims
Allah
Medina

Slide 37 - Question de remorquage