1.8

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

WELKOM

3 Kader

Welkom

Lesplanning

• Planning komende lessen                                 10 min
• Oefentoets maken (1.1 t/m 1.4)                         15 min
• Bespreken oefentoets                                         10 min           
• Zelfstandig lezen paragraaf 1.8                       5 min
• Uitleg paragraaf 1.8 Migratiefactoren           10 min
• Maken paragraaf 1.8                                              20 min
• Lesafsluiting 

Planning tot aan vakantie:

• Vrijdag 22-09:                Paragraaf 1.8
• Woensdag 27-09:         Paragraaf 1.9 
• Vrijdag 29-09:                Start PO Cultuur 
• Woensdag 04-10:         Werken aan PO Cultuur
• Vrijdag 06-10:                 Werken aan PO Cultuur
• Woensdag 11-10:           Presenteren + Inleveren PO
• Vrijdag 13:10:                  Vervalt i.v.m. CKV-dag

Oefentoets

Wat? Maak de oefentoets
Klaar? Lees + maak paragraaf 1.6

Zelfstandig lezen

Wat? Lees paragraaf 1.8 in STILTE door
Klaar? Maak 1.8 helemaal

Wat gaan we leren?

Aan het eind van de les weet je:

• Weet je wat cultuur is
• Wat identiteit en integratie met elkaar te maken hebben
• waardoor integratie van een bevolkingsgroep wordt bevorderd of verminderd.

H1.8 Migratiefactoren

Welke leeftijdsgroep is het grootst?

1. 5-9 jaar
2. 25-29 jaar
3. 45-49 jaar
4. 70-74 jaar

Waarom worden de mensen in rijke landen steeds ouder?

Wat is geen reden voor het krijgen van veel kinderen in een ontwikkelingsland?

1. Meehelpen aan gezinsinkomen.
2. Geen toegang tot geboortebeperking.
3. Slechte medische voorzieningen.
4. Meer kans op een goede oude dag.

Kijk naar de bevolkingsgrafiek van India

In welke demografische transitiefase bevindt India zich?

1. Fase 1
2. Fase 2
3. Fase 3
4. Fase 4-5

Met welk probleem zal India over ca. 20 jaar te maken hebben?

Instructie H1.8 Migratiefactoren

Leerdoelen

- Je weet welke invloeden immigratie en emigratie op de bevolking van een gebied hebben. 

- je begrijpt waarom mensen naar een ander gebied migreren.

- je weet welke beperkingen er bij migratie zijn. 

Iedereen leest par 8 in stilte!

Migratie

1. Migratie = het verhuizen naar een andere woonplaats
2. Emigratie = Inwoners van een bepaald gebied, verhuizen naar een andere woonplaats in een ander land.
3. Immigratie = Iemand komt een land binnen, om daar te gaan wonen.  

In het onderstaande voorbeeld is de Marokkaan voor Marokko een emigrant en voor Nederland een immigrant. 

Reminder: Natuurlijke bevolkingsgroei =

1. De verandering van het aantal inwoners in een gebied door geboorte en sterfte
2. Verandering in het aantal mensen in een gebied door migratie
3. Een gebied waar de bevolkingsdichtheid steeds hoger wordt
4. Het aantal levendgeborenen per 1000 inwoners per jaar.

Sociale bevolkingsgroei en Migratiesaldo

Sociale bevolkingsgroei = Verandering in het aantal mensen in een gebied door migratie. 

Migratiesaldo = het verschil tussen het aantal migranten dat zich vestigt in een gebied en het aantal dat vertrekt. (oftewel: aantal immigranten - aantal emigranten)

Migreren is niet altijd makkelijk

1000 mensen emigreren van land A naar land B. 800 mensen immigreren in land A. Wat is het migratiesaldo van land A?

Push is het Engelse woord voor...
Pull is het Engelse woord voor...

1. Push = aantrekken Pull = afstoten
2. Push = duwen/ afstoten Pull = aantrekken

Pushfactoren

Pullfactoren

Pushfactoren  = afstotingsfactoren

• Geen werk
• Oorlog
• Hongersnood
• Natuurramp
• Onveilig vanwege keuze godsdienst of seksuele geaardheid. 
• Dictatuur
• Geen (leuke) familie/ vrienden

Pullfactoren = aantrekkingsfactoren

• Veel werk
• Veilig (geen oorlog)
• Voldoende voedsel
• Prettig klimaat
• Acceptatie 
• democratie
• Vrijheid
• (Leuke) Familie/ vrienden

Tussenliggende hindernissen/ barrières?

Barrières 

Aan de slag

• Wat? Maak paragraaf 1.8
• Hoe? Zelfstandig, overleggen mag fluisterend
• Hulp? Lees 1.8 nogmaals door
• Resultaat? Huiswerk is af
• Tijd? Tot einde van de les
• Klaar? Verbeter en laat resetten
• Ook daarmee klaar? Maak paragraaf 1.6