Een afpraak maken (31-1)

• Spaans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

¡Bienvenidos a la clase de español!

Hoy es....

¿Qué hacemos hoy?

• ¿Qué hemos hecho?

• ¡A trabajar!
  

• Fin de la clase

• Objetivo (5)
• Escribir (20)
• Hablar (15)
• Evaluación (5)

Palabras 4.1 y 4.2

¿Qué hemos hecho?

Reageer op:
¿Cuándo estudias español?

Reageer op:
¿Cuándo navegas por internet?

Reageer op:
¿Cuándo sales con tus amigos?

Reageer op:
¿Cuándo haces deporte?

¿Cuál es nuestro objetivo? 

¡Hacer una cita!

Neem de onderstaande agenda over in je schrift en schrijf er een aantal activiteiten in die je moet doen. vb: estudiar, hacer la cama, ir al dentista, visitar los abuelos…….

Gebruik woordenlijsten 4.1 en 4.2 (of andere). Check je agenda en kijk of jullie beiden kunnen. Kun je niet? Doe dan een ander voorstel. Kunnen jullie wel? Noteer jullie afspraak in de agenda. Spreek ook af hoe laat en waar.

¡Hablar!

Nu ga je proberen om met minimaal 3 klasgenoten een afspraak te maken om iets te gaan doen. 

Check je agenda en kijk of jullie beiden kunnen. Als je niet kunt doe je een voorstel voor een ander moment. 

 

 

 

Gebruik de woordenlijsten 4.1 en 4.2. Kijk ook goed naar je voorbeeldzinnen!  

   

 

 

 

Wat ik nog moeilijk vindt is..

Wat ik vandaag heb geleerd is...

Ik begrijp de lesstof...

Wat ik met de lesstof kan doen is...

Deze les ging over...

Mijn leerdoel van deze les was..

Fin de la clase...

• ¿Preguntas?

• Wat ging goed?
  

• Wat ging minder goed?
  

Volgende les?

¿Qué?

* La enseñanza en España

¿Preparar?

* Estudiar palabras tarea 4

¿Qué tal la clase?