Havo 4 tijdvak 1 t/m 4

Geschiedenis in de bovenbouw
1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Geschiedenis in de bovenbouw

Slide 1 - Diapositive

Wat moet je voor het examen kennen
  • Tijdvakken en kenmerkende aspecten (35%) 
             - Tijdvak 5 t/m 10 + bijbehorende kenmerkende aspecten
           
 
  •     3 Historische contexten (65%)
          - Britse Rijk (1585-1900)
          - Duitsland in Europa (1918-1991)
          - Nederland (1948- 2008)

Slide 2 - Diapositive

Tijdvakken en k.a.

  • Tijdvakken helpen je om gebeurtenissen chronologisch te ordenen
  • de kenmerkende aspecten zijn gebeurtenissen/ontwikkelingen uit de geschiedenis.                                                                                                                                            - Bij elk k.a. moet je een voorbeeld kunnen geven van een                                         ontwikkeling of gebeurtenis.                                                                                            - Elk k.a. moet je aan een tijdvak kunnen koppelen.

Slide 3 - Diapositive

Tijdvak 1
Jagers en boeren

tot 30000 v.C. 

Prehistorie

Slide 4 - Diapositive

Kenmerkend aspect:
de levenswijze van jagers en verzamelaars


  • leefden als nomaden
  •  jagen en verzamelen om aan voedsel te komen
  • ongeschreven bronnen

Slide 5 - Diapositive

k.a. het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen
  • 10.000 v.C. landbouwrevolutie Vruchtbare Halvemaan
  • 5000 v.C. Limburg
  •  sedentair leven --> landbouwsamenleving
  • sociale organisatie

Slide 6 - Diapositive

k.a. Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen.
  • plm. 3500 v.C. stedelijke gemeenschappen aan Tigris en Eufraat
  •  landbouwoverschot --> nijverheid en handel
  • bestuur
  • ontstaan schrift.

Slide 7 - Diapositive

Leerdoelen
  • Op pagina 10 staan de leerdoelen van paragraaf 1 ('In deze paragraaf leer je....'.). Bestudeer deze leerdoelen en probeer deze te beantwoorden (antwoorden hoef je niet te noteren). 
  • Bedenk nu 1 toetsvraag bij één van de leerdoelen van pagina 27. 

Slide 8 - Diapositive

Tijdvak 2
Grieken en Romeinen

3000 v.C. - 500 n.C. 

Oudheid

Slide 9 - Diapositive

Het icoon voor tijdvak 2 is een tempel. Voor welke culturen waren tempels kenmerkend?
A
Grieken
B
Grieken en Romeinen
C
Romeinen
D
Voor geen van beiden

Slide 10 - Quiz

k.a. De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat.
  • Griekenland bestond uit stadstaten --> landbouwstedelijke samenleving
  • bestuursvormen: monarchie, tirannie, aristocratie
  • 509 v.C. Atheense democratie
  • filosofen op zoek naar antwoorden --> verstand --> wetenschappelijk denken

Slide 11 - Diapositive

Weet je het nog? Wat is de Griekse benaming voor een stadstaat.
A
polis
B
demos
C
aristocratie
D
ostracisme

Slide 12 - Quiz

k.a. De groei van het Romeinse imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde. 



  • Plm. 750 v.C. ontstaan Rome
  • Door veroveringen uitbreiding tot machtig rijk
  • 1e eeuw V.C. --> keizerrijk
  • strak georganiseerd, Pax Romana
  • romanisering 

Slide 13 - Diapositive

k.a. De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur.
  • 500- 323 v.C. klassieke periode Griekse stadstaten
  • Romeinen zagen Griekse bouwkunst als voorbeeld
  • Grieks-Romeinse mengcultuur         --> klassiek 

Slide 14 - Diapositive

Het paleis (stadhuis) op de Dam heeft vele klassieke elementen. In welke eeuw is het paleis gebouwd?

Slide 15 - Question ouverte

k.a. De confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur van Noordwest-Europa. 
  • 1e eeuw v.C. confrontaties Romeinen vs Galliërs en Germanen 
  • bewaking Romeinse limes 
  • Overname Romeinse cultuur
  • 476 val West-Romeinse Rijk
  • Oost-Romeinse Rijk bleef bestaan --> Byzantijnse Rijk

Slide 16 - Diapositive

k.a. De ontwikkeling van het jodendom en het christendom als de eerste monotheïstische godsdiensten. 

  • 1200 v.C. ontstaan jodendom
  • geloof in 1 god
  •  Romeinen veroveren Palestina
  • 1e eeuw ontstaan christendom
  • christenen weigeren Romeinse keizer als god te vereren
  • 391 christendom staatsgodsdienst RR

Slide 17 - Diapositive

Het geloof in 1 god, noemen we ....

Slide 18 - Question ouverte

leerdoelen
Bestudeer de leerdoelen en kijk of je deze kunt beantwoorden. Kies twee van de leerdoelen uit en noteer in je schrift het antwoord op deze leerdoelen. 

Slide 19 - Diapositive

Tijdvak 3
Monniken en Ridders

500-1000

Middeleeuwen

Slide 20 - Diapositive

k.a. Het ontstaan en de verspreiding van de Islam
  • 7e eeuw 
  • Profeet Mohammed 
  •  622 gevlucht uit  Mekka
  • verovering Mekka
  • Snelle verspreiding 

Slide 21 - Diapositive

Naast de islam, bestonden al 2 monotheïstische godsdiensten. Welke waren dit?

Slide 22 - Question ouverte

k.a. De vrijwel volledige vervanging in W-Eur van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid. 
  • Na val W-RR --> landbouwsamenleving
  • Bescherming landheer
  • horige boeren
  • Domein  --> zelfvoorzienend
  • hofstelsel

Slide 23 - Diapositive

k.a. Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur
  • politiek systeem (leenman - leenheer)
  • vazallen zweren trouw
  • uitlenen land
  • verbrokkeling macht 

Slide 24 - Diapositive

Het feodalisme was een politiek systeem. Wat was het hofstelsel?
A
een cultureel systeem
B
een sociaal systeem
C
een godsdienstig systeem
D
een economisch systeem

Slide 25 - Quiz

k.a. De verspreiding van het christendom in geheel Europa. 
  • Tijdens Romeinse Rijk ontstaan
  • Germaanse volkeren niet christelijk
  • koning Clovis in 496 gedoopt
  • geestelijken nuttig voor bestuur
  • koningen beschermden geestelijken
  • missionarissen  verspreiding christendom

Slide 26 - Diapositive

leerdoelen tijdvak 3
Sla je boek open op pagina 61. Bestudeer de leerdoelen en kijk of je deze kunt beantwoorden. Kies twee van de leerdoelen uit en noteer in je schrift het antwoord op deze leerdoelen. 

Slide 27 - Diapositive

tijdvak 4
Tijd van steden en staten

1000-1500

Middeleeuwen

Slide 28 - Diapositive

Welke ontwikkeling zorgde ervoor dat het tijdvak van steden en staten het tijdvak van monniken en ridders opvolgt?

Slide 29 - Question ouverte

k.a. De opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven van een agrarsch-urbane samenleving. 

  • 1000 herleving landbouwstedelijke samenleving
  • Landbouw bracht meer op
  • Meer gehandeld
  • Steden komen op --> ambachtslieden & handelaren

Slide 30 - Diapositive

k.a. De opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden. 
  • stadsrechten kopen
  •  bestuur in handen van schout en  schepenen
  • Stad trok veel mensen (o.a. horigen) aan

Slide 31 - Diapositive

Wat is géén hanzestad?
A
Zwolle
B
Kampen
C
Wageningen
D
Zutphen

Slide 32 - Quiz

k.a. Het begin van staatsvorming en centralisatie. 
  • vorsten breiden hun macht uit
  • bestuur vanuit één centraal punt
  • dezelfde wetten en regels
  • ambtenaren
  • Frankrijk 
  • meer politieke eenheid

Slide 33 - Diapositive

k.a. Het conflict in de christelijke wereld over de vraag of de wereldlijke dan wel de geestelijke macht het primaat behoorde te hebben. 

  • 1054 Oosters Schisma
  • 1075 ruzie paus & keizer
  • investituurstrijd 
  • 1122 oplossing aanstellen geestelijken

Slide 34 - Diapositive

Is sinterklaas een koning of een bisschop?

Slide 35 - Question ouverte

k.a. De expansie van de christelijke wereld naar buiten toe, onder andere in de vorm van kruistochten. 
  • 1080 Constantinopel bedreigd door Seldjoeken 
  • Paus Urbanus II --> kruistocht
  • 1099 inname Jeruzalem 
  • 11e en 12e eeuw diverse kruistochten

Slide 36 - Diapositive

Einde kenmerkende aspecten en tijdvakken 1 t/m 4

Slide 37 - Diapositive

leerdoelen tijdvak 4
Sla je boek open op pagina 81. Bestudeer de leerdoelen en kijk of je deze kunt beantwoorden. Kies twee van de leerdoelen uit en noteer in je schrift het antwoord op deze leerdoelen. 

Slide 38 - Diapositive