Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
B3. Beenverbindingen
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen
Je kunt de verschillende beenverbindingen benoemen en herkennen
Je kunt de onderdelen van het gewricht benoemen
Je kunt uitleggen wat een kapselband doet
Je kunt de verschillende typen gewrichten benoemen en uitleggen hoe deze werken
Slide 2 - Diapositive
Botten in je lichaam zitten aan elkaar vast. Er zijn vier manieren waarop botten met elkaar verbonden zijn.
Welke weet je of welke heb je gevonden? blz. 89 boek
timer
0:25
Slide 3 - Question ouverte
Geen / Een beetje / Veel
beweging mogelijk
geen beweging mogelijk
geen beweging mogelijk
Een beetje beweging mogelijk
veel beweging mogelijk
Wanneer je ouder dan een jaar bent groeit de fontanel dicht
Welke functie heeft de fontanel bij een baby?
Slide 4 - Diapositive
timer
0:30000
Gewricht
Naadverbinding
Vergroeid
Kraakbeenverbinding
Slide 5 - Question de remorquage
Gewricht
bouw van een gewricht
kraakbeen vorkomt slijtage aan het gewricht
kapselbanden
kapselbanden helpen mee om botten op hun plaats te houden.
wanneer kapselbanden door een aandoening te soepel zijn onstaat teveel beweging en houdt de kogel dit niet op zijjn plaats. Hij schiet uit de kom.
Slide 6 - Diapositive
Feit of fabel
timer
1:30
Slide 7 - Question ouverte
Kapselband
kapselbanden
kom en kogel moeten goed op hun plek blijven.
vaak bij een aandoening( staat een aandoening bij) is dit te zien wanneer dit niet zo is.
Slide 8 - Diapositive
Typen gewrichten
typen gewrichten
aan kunnen geven welke typen gewrichten er zijn.
kogel gewricht. schouder, heup
schaniergewricht knie, vingers, elleboog
rolgewricht. spaakbeen en ellepijp in onderarm
Slide 9 - Diapositive
https:
Slide 10 - Lien
Succes !
vergroeiiing
naadverbinding
gewrichten
kraakbeen
Slide 11 - Question de remorquage
Hoe heet de beenverbinding in je vingers
A
Vergroeid
B
Naadverbinding
C
Kraakbeen
D
Gewricht
Slide 12 - Quiz
Door welke manier zijn beenderen het meest met het skelet verbonden?
A
Door vergroeiing
(vergroeid)
B
Door een naad
C
Door kraakbeen
D
Door gewrichten
Slide 13 - Quiz
Het kniegewricht is een voorbeeld van een
A
kogelgewricht
B
scharniergewricht
C
draaigewricht
D
rolgewricht
Slide 14 - Quiz
We weten dat een beenverbinding onder andere is gevormd door een naad. Waarom is dat nog niet bij de geboorte?
A
Een fontanel maakt het mogelijk dat de schedelbeenderen kunnen bewegen. Hierdoor kunnen ze bij de bevalling over elkaar heen schuiven. Dit vergemakkelijkt de geboorte, .
B
Een fontanel heeft als doel dat het haar gemakkelijker groeit.
C
Een fontanel zorg voor zuurstof voor de baby
bij de geboorte hierdoor ademt de baby gemakkelijker.