7.3 Zwaartekracht

op tafel
-boek
-pen/potlood
-laptop
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

op tafel
-boek
-pen/potlood
-laptop

Slide 1 - Diapositive

Zwaartekracht


Hoofdstuk 7
Paragraaf 3

Slide 2 - Diapositive

Planning

herhaling
Leerdoelen
Uitleg 
Oefenen

Slide 3 - Diapositive

elastische kracht
wind kracht
spier kracht
magnetische kracht
kleef kracht

Slide 4 - Question de remorquage

1
2
3
Sleep het blokje 'grootste kracht' naar de juiste vector.
Let op dat je blokje 1 in blok 1 zet etc.
1: grootste kracht.
2: grootste kracht.
3: grootste kracht.

Slide 5 - Question de remorquage

Wat zijn de 3 effecten van krachten?

Slide 6 - Question ouverte

Leerdoelen
Je leert hoe je de zwaartekracht tekent en berekent. 

Slide 7 - Diapositive

Maakwerk bespreken
Hoofdstuk 7
Paragraaf 2

 Opgaven: 23 t/m 26

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Bespreken
  1. Waarom zegt varkentje Rund dat hij niks heeft laten vallen?
  2. Welke richting werkt de zwaartekracht op?



Slide 10 - Diapositive

Het zwaartepunt
Elk voorwerp heeft een zwaartepunt. 

Het zwaartepunt is het aangrijpingspunt van de zwaartekracht. 

Bij voorwerpen met een regelmatige vorm en samenstelling zit het zwaartepunt in het midden van het voorwerp.


Slide 11 - Diapositive

Zwaartekracht
De zwaartekracht is de aantrekkingskracht van de aarde of een  ander hemellichaam op een voorwerp.

Het symbool van zwaartekracht is Fz.

De eenheid is newton (N)


Slide 12 - Diapositive

Zwaartekracht
Hoe groter de massa van het voorwerp, hoe groter de zwaartekracht. 


Slide 13 - Diapositive

Zwaartekracht
Hoe groter de massa van het voorwerp, hoe groter de zwaartekracht. 

Het symbool van massa is m
De eenheid van massa is kilogram (kg).

Slide 14 - Diapositive

3 min praat tijd
timer
1:00

Slide 15 - Diapositive

Zwaartekracht
Op een voorwerp met een massa van 1,0 kg werkt in Nederland een zwaartekracht van 10 N. 

In formulevorm geldt:

Fz = m x 10

Slide 16 - Diapositive

Zwaartekracht
In formulevorm geldt:

Fz = m x 10

Fz = zwaartekracht (in N)
m = massa (in kg)

Slide 17 - Diapositive

Bereken de zwaartekracht op een baksteen van 2,5 kilogram.

Fz = m x 10

Slide 18 - Question ouverte

Bereken de zwaartekracht op een baksteen van 2,5 kilogram. 
Gegeven:      massa = 2,5 kg

Gevraagd:     Zwaartekracht = ?

Formule:        Fz = m x 10

Berekening:   Fz = 2,5 x 10

Antwoord:      Fz = 25 N

Slide 19 - Diapositive

Bereken de zwaartekracht op een gewicht van 5,3 kg.

Slide 20 - Question ouverte

Bereken de zwaartekracht op een gewicht van 5,3 kg.
Gegeven:      massa = 5,3 kg

Gevraagd:     Zwaartekracht = ?

Formule:        Fz = m x 10

Berekening:   Fz = 5,3 x 10

Antwoord:      Fz = 53 N

Slide 21 - Diapositive

huiswerk
Hoofdstuk 7
Paragraaf 3
pagina 127 t/m 130
eerst 5 min stil werken, daarna mag je overleggen.
Opgaven: alles van 7.3 behalve de opgave met een ster.
klaar? werkblad krachten tekenen
timer
5:00

Slide 22 - Diapositive