D3 leestekens, h1 woordenschat (les 2)

Welkom groep D3!
NT2
09-09-2021
Mevrouw Hilde


1 / 47
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Middelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 47 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Welkom groep D3!
NT2
09-09-2021
Mevrouw Hilde


Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?

  • Woordenschat: H1 de samenleving
  • Op Schrift: leestekens, hoofdletters, leestekens, spellingcontrole

Slide 2 - Diapositive

Inleveren nepnieuwsbericht
Laatste kans! Anders vanmiddag
na de les maken.

Slide 3 - Diapositive

Woordenschat 'De Taalschool'

Slide 4 - Diapositive

Deze taart is
A
gelukt
B
mislukt
C
onlukt
D
verlukt

Slide 5 - Quiz

doorgaans

Slide 6 - Question ouverte

Maak een zin met 'via via'.

Slide 7 - Question ouverte

Wat betekent spontaan?
A
als je meteen, zonder lang nadenken, iets zegt of doet
B
als je eerst nadenkt voordat je iets zegt of doet

Slide 8 - Quiz

Maak een zin met 'zelfs'

Slide 9 - Question ouverte

Maak een zin met 'verwateren'.

Slide 10 - Question ouverte

nieuwsgierig
A
alles weten
B
alles vragen
C
alles invullen
D
allen opschrijven

Slide 11 - Quiz

Wat bekent 'nuchter'?

Slide 12 - Question ouverte

Maak een zin met 'kriebel(s)'

Slide 13 - Question ouverte

Maak een zin met het woord:
kortom

Slide 14 - Question ouverte


A
van te voren
B
langdurig
C
tijdig
D
van te voren

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Diapositive

Welk woord past bij het plaatje?

Slide 17 - Question ouverte

Wat betekent:
begeleiden
A
iets leiden
B
ergens aan beginnen
C
iemand steunen, helpen
D
pijn hebben

Slide 18 - Quiz

Maak een zin met het woord:
enthousiast

Slide 19 - Question ouverte

een bijeenkomst

Slide 20 - Question ouverte

Slide 21 - Diapositive

Leestekens
Leestekens verbeteren de leesbaarheid van teksten.

Er zijn veel verschillende leestekens.

Slide 22 - Diapositive

Wanneer gebruik je
hoofdletter?

Slide 23 - Carte mentale

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Aan de slag!
Zet de hoofdletters en leestekens
op de goede plaats.

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive

Waar moet de komma staan?

Koop voor €3 een lot en maak kans op een iPad mini een fiets een fashioncheque t.w.v. €25,- of twee toegangskaarten voor attractiepark Slagharen.

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Diapositive

Waar moet de komma staan?

Toen ik te lang in de zon zat kreeg ik last van jeuk.

Slide 37 - Diapositive

Slide 38 - Diapositive

Slide 39 - Diapositive

Welke woorden krijgen een hoofdletter en waar komt er een leesteken?  


meneer van dalen kon op het pinksterfeest kiezen uit diverse gerechten noorse zalm duitse braadworst of zeeuwse mosselen

Slide 40 - Diapositive

Slide 41 - Diapositive

Welke woorden krijgen een hoofdletter en waar komt er een leesteken?  


 onze vleesvervangers worden in supermarkt jumbo verkocht zei de vegetarische slager




Slide 42 - Diapositive

Slide 43 - Diapositive

Aan de slag!

  • Maak van 'Op schrift' opdr. 3 (blz. 25).

Daarna bespreken.

Slide 44 - Diapositive

Tijd over?

  • Werk aan Op Schrift: blz. 7 t/m 22

Slide 45 - Diapositive

Spellingsrace

  • Bestudeer 3 minuten de woordenlijst
  • Drie teams.
  • Schrijf zo snel mogelijk het woord dat ik oplees in de juiste spelling op het bord.
  • Degene die het woord het snelst opschrijft en correct opschrijft, verdient een punt voor het team.
timer
3:00

Slide 46 - Diapositive

Huiswerk
  • Woordenschat H1: woorden leren
  • Op Schrift: alle opdr. (blz. 7 t/m 22)

Slide 47 - Diapositive