Verpleegkundig rekenen: verdunnen en druppelsnelheid

Verpleegkundig rekenen: verdunnen en druppelsnelheid
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Verpleegkundig rekenen: verdunnen en druppelsnelheid

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel
Aan het einde van deze les kun je medicatie verdunnen en de druppelsnelheid berekenen.

Slide 2 - Diapositive

Leg het leerdoel uit aan de studenten.
Wat weet je al over verpleegkundig rekenen?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Inleiding
Verpleegkundigen moeten medicatie veilig en nauwkeurig toedienen. Dit vereist een begrip van verdunning en druppelsnelheid.

Slide 4 - Diapositive

Introduceer het onderwerp en leg het belang van verpleegkundig rekenen uit.
Verdunnen van medicatie
Sommige medicatie moet worden verdund voordat deze kan worden toegediend. Dit wordt gedaan om de concentratie van de medicatie te verminderen.

Slide 5 - Diapositive

Leg uit waarom medicatie soms moet worden verdund en wat het doel hiervan is.
Verdunningsfactor berekenen
De verdunningsfactor geeft aan hoeveel keer de medicatie moet worden verdund. Het wordt berekend door de gewenste concentratie te delen door de huidige concentratie.

Slide 6 - Diapositive

Geef een voorbeeld van hoe de verdunningsfactor kan worden berekend en laat de studenten oefenen.
Berekenen van de hoeveelheid verdunningsmiddel
Om de vereiste verdunningsfactor te bereiken, moet de juiste hoeveelheid verdunningsmiddel worden toegevoegd. Dit kan worden berekend met behulp van de formule C1V1 = C2V2.

Slide 7 - Diapositive

Leg uit hoe de formule werkt en geef een voorbeeld. Laat studenten oefenen met het berekenen van de hoeveelheid verdunningsmiddel.
Druppelsnelheid
Druppelsnelheid is de snelheid waarmee medicatie wordt toegediend via een infuus. Het wordt gemeten in druppels per minuut.

Slide 8 - Diapositive

Leg uit wat druppelsnelheid is en waarom het belangrijk is om het te weten.
Berekenen van de druppelsnelheid
De druppelsnelheid kan worden berekend met behulp van de formule druppelsnelheid = (volume in ml x druppelfactor) / tijd in minuten.

Slide 9 - Diapositive

Leg uit hoe de formule werkt en geef een voorbeeld. Laat studenten oefenen met het berekenen van de druppelsnelheid.
Oefening: verdunnen
Gegeven: 500 mg van medicijn X moet worden verdund tot een concentratie van 50 mg/ ml. Hoeveel ml verdunningsmiddel moet worden toegevoegd?

Slide 10 - Diapositive

Laat de studenten deze oefening maken om hun begrip van verdunnen te testen.
Oefening: druppelsnelheid
Gegeven: een patiënt heeft een infuus van 1000 ml 0,9% NaCl met een druppelfactor van 15. De medicatie moet worden toegediend met een druppelsnelheid van 30 druppels per minuut. Hoeveel ml van de medicatie moet worden toegevoegd?

Slide 11 - Diapositive

Laat de studenten deze oefening maken om hun begrip van druppelsnelheid te testen.
Belangrijk om te onthouden
Verpleegkundig rekenen is belangrijk voor de veilige en effectieve toediening van medicatie. Het vereist begrip van verdunning en druppelsnelheid.

Slide 12 - Diapositive

Herhaal het belang van verpleegkundig rekenen en vat de belangrijkste punten van de les samen.
Bronnen
Hier zijn enkele nuttige bronnen voor verdere studie: [bronnenlijst]

Slide 13 - Diapositive

Deel bronnen die studenten kunnen gebruiken om hun begrip van verpleegkundig rekenen te verdiepen.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 14 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 15 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 16 - Question ouverte

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.