Proefwerk hoofdstuk 5

Proefwerk hoofdstuk 5
Oefenen met LessonUp
Geen camera!
Daarna tijd voor vragen 
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Proefwerk hoofdstuk 5
Oefenen met LessonUp
Geen camera!
Daarna tijd voor vragen 

Slide 1 - Diapositive

Planning 
Maken LessonUp
Huiswerkcontrole 
Tijd voor vragen

Slide 2 - Diapositive

Wat is een stroboscopische foto?
A
Een aantal foto's achter elkaar geplakt
B
Open sluiter en belichten met een aantal lichtflitsen
C
De sluiter kort open en de hele tijd belichten
D
Een foto genomen in de discotheek

Slide 3 - Quiz

Wat moet je beslist weten van een stroboscopische foto om een afstand-tijd tabel te maken?
A
1,4
B
2,3
C
3,4
D
2,4

Slide 4 - Quiz

Dit is een stroboscopische foto
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quiz


Wat gebeurt er met de snelheid van de bal in deze stroboscopische foto?
A
De snelheid blijft gelijk
B
De snelheid neemt af
C
De snelheid neemt toe

Slide 6 - Quiz

Een stroboscopische foto maak je altijd....
A
tegen een lichte achtergrond.
B
tegen een donkere achtergrond.
C
zonder achtergrond.
D
tegen een gekleurde achtergrond.

Slide 7 - Quiz


Hoe noem  je zo'n figuur?
A
Afstand tijd tabel
B
snelheid tijd tabel
C
Afstand tijd diagram
D
snelheid tijd diagram

Slide 8 - Quiz

Wat voor beweging is dit?
A
een eenparige beweging
B
een versnelde beweging
C
een vertraagde beweging

Slide 9 - Quiz

In de figuur zie je een afstand-tijd-diagram.

Wat voor beweging zie je hier?
A
vertraagde beweging
B
versnelde beweging
C
eenparig versnelde beweging
D
versnelde beweging en eenparig versnelde beweging.

Slide 10 - Quiz

In de figuur zie je een afstand-tijd-diagram.

Wat voor beweging zie je hier?
A
vertraagde beweging
B
versnelde beweging
C
eenparig versnelde beweging
D
versnelde beweging en eenparig versnelde beweging.

Slide 11 - Quiz

Als de beginsnelheid groter is, dan wordt de reactietijd ook groter.
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quiz

Een auto rijdt weg bij een verkeerslicht.
Wat voor beweging is dit?
A
een eenparige beweging
B
een versnelde beweging
C
een vertraagde beweging

Slide 13 - Quiz

Waar hangt de lengte van de remweg NIET van af?
A
De beginsnelheid
B
De totale massa
C
Remkracht
D
Grootte van de banden

Slide 14 - Quiz

deze afstand - tijd diagram geeft het volgende weer:
A
Eenparige beweging
B
Gemiddelde snelheid
C
Versnelde beweging
D
Vertraagde beweging

Slide 15 - Quiz

In het figuur hiernaast zie je een stroboscopische foto van een fietser.
Wat voor beweging is dit?
A
een eenparige beweging
B
een versnelde beweging
C
een vertraagde beweging

Slide 16 - Quiz

De totale stop-afstand is groter dan de remweg.
Hoe komt dat?
A
Omdat je niet direct reageert als er iets gebeurt
B
Omdat de auto nog een eind doorglijdt
C
Omdat de remkracht meestal niet maximaal is
D
Omdat er geen rekening is gehouden met de totale massa

Slide 17 - Quiz

Een auto die 30 km/h rijdt staat eerder stil wanneer er hard geremd wordt dan wanneer een auto 50 km/h rijdt. Hoe komt dat?
A
De beginsnelheid is dan anders
B
De massa is anders
C
De remkracht is anders

Slide 18 - Quiz

Hoe bereken je de gemiddelde snelheid?
De gemiddelde snelheid is:
A
de afstand gedeeld door de tijd
B
de afstand maal de tijd
C
de tijd gedeeld door de afstand
D
de tijd plus de afstand

Slide 19 - Quiz

Wat gebeurt er met de remweg als de beginsnelheid 2x zo groot wordt?
A
blijft even lang
B
wordt ook groter maar niet 2x zo groot
C
wordt 2x zo groot
D
wordt meer dan 2x zo groot

Slide 20 - Quiz

Aan de slag
Huiswerk controle 
1 t/m 9 blz. 34
8 mag je overslaan

Tijd voor vragen --> anders ga je leren (samenvatten)

Slide 21 - Diapositive