quiz unit 1

QUIZ UNIT 1
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

QUIZ UNIT 1

Slide 1 - Diapositive

Wat draagt Spongebob?
A
cap
B
glasses
C
head

Slide 2 - Quiz

Wat is dit?
A
garden
B
house
C
building
D
cinema

Slide 3 - Quiz

Wat zijn dit?
A
cousins
B
girlfriends
C
twins

Slide 4 - Quiz

Maak deze zin af:
persoonlijke voornaamwoorden
A
vertellen iets over de uitspraak van woorden
B
verwijzen naar mensen dieren of dingen
C
verwijzen nooit naar dieren of dingen
D
gebruik je om bezit aan te geven

Slide 5 - Quiz

Maak het rijtje persoonlijke voornaamwoorden af: I, you, he, ................................................................

Slide 6 - Question ouverte

Vertaal het persoonlijke voornaamwoord tussen haakjes:
_____ (zij) are twins
A
They
B
She
C
You
D
It

Slide 7 - Quiz

Vertaal het persoonlijke voornaamwoord tussen haakjes:
_____ (zij) is a doctor
A
He
B
She
C
You
D
It

Slide 8 - Quiz

'zij' is ... in het Engels als het gaat om 1 meisje en ... als je verwijst naar 2 of meer mensen

Slide 9 - Question ouverte

Vertaal het persoonlijke voornaamwoord tussen haakjes:
_____ (het) is important
A
We
B
She
C
You
D
It

Slide 10 - Quiz

we/you/they ...

Slide 11 - Question ouverte

'You' betekent ... of ...

Slide 12 - Question ouverte

Vul het juiste woord in:
Josh and Julie _____ brother and sister


A
are
B
is
C
am

Slide 13 - Quiz

Vul het juiste woord in:
This ____ Patrick


A
is
B
are
C
am

Slide 14 - Quiz

Vul het juiste woord in:
They _____ at school


A
am
B
is
C
are

Slide 15 - Quiz

Schrijf voluit in het Engels:
15 - 8 = 7

Slide 16 - Question ouverte

Schrijf de volgende getallen voluit in het Engels:
13 + 5 = 18

Slide 17 - Question ouverte

Schrijf voluit in het Engels:
30 - 21 + 12 = 21

Slide 18 - Question ouverte

Hoe zeg je dat je GEEN zussen hebt?
A
I am a sister
B
I haven't got any sisters
C
I am your sister
D
I have got two sisters

Slide 19 - Quiz

Hoe zeg je dat je 12 jaar oud bent?

Slide 20 - Question ouverte

Hoe zeg je dat je uit Katwijk komt?

Slide 21 - Question ouverte

Hoe zeg je dat je ergens goed in bent?
A
I am good in
B
I am good at

Slide 22 - Quiz