TKB havo 2-6.1 Slavernij in de 19e eeuw les 1 +2




H.6.1 slavernij in de 19e eeuw
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 21 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon




H.6.1 slavernij in de 19e eeuw

Slide 1 - Diapositive




H.6.1 slavernij in de 19e eeuw

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen onder welke omstandigheden slaven in Noord- en Zuid-Amerika moesten wonen en werken.
  • Je kunt uitleggen welke betekenis slavernij had voor de Nederlandse koloniën in Amerika.
  • Je kunt uitleggen welke betekenis slavernij had voor Oost-Indië. 

Slide 3 - Diapositive

Driehoekshandel
Wat weet jij nog over de Driehoekshandel? 


https://www.youtube.com/watch?v=JErfFsAKwgkoekshandel?

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Driehoekshandel
  • Nederland -->  zeilschepen beladen met wapens, buskruit, drank en textiel over de Atlantische Oceaan naar West-Afrika.

  • West Afrika -->  er worden slaven hebben ingekocht en met de lading menselijke handelswaar naar Curaçao, Sint Eustatius en Suriname. 

  • Caribisch gebied -->verkopen van de slaven aan plaatselijke slavenhouders.  Inkopen  suiker, koffie, katoen, cacao of tabak 

  • Nederland -->

Slide 6 - Diapositive

Driehoekshandel

Nieuw-Nederland

Slide 7 - Diapositive

Begin 19e eeuw toename aantal slaven 
Oorzaak: 
- gestegen vraag naar producten (suiker, koffie, tabak, cacao en katoen)

Slechte omstandigheden: 
- zwaar werk,  nauwelijks vrije dagen, wonen, voedsel
Gevolg:
- sterftecijfer hoger dan geboortecijfer
Gevolg:
-  mensen blijven aanvoeren vanuit Afrika

Slide 8 - Diapositive

Eind 18e eeuw
  • slaven komen in aanmerking met idealen Franse revolutie
  • 1791 in Saint- Domingue revolutie
  • vrijheid, gelijkheid en stemrecht
  • 1804 Haïti
  • bestuurd door zwarte mensen
  • andere koloniën: Europeanen onderdrukten deze opstanden hard

Slide 9 - Diapositive

Taakaanpak
  • (H)W af: 10-03-2023
  • Bestuderen theorie + bronnen 6.1
  • maken: opdr. 1 t/m 6
  • klaar: nakijken, verbeteren, planner af laten tekenen
  • keuzewerk (leren SO/PW, afmaken HW, lezen...)

Slide 10 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen onder welke omstandigheden slaven in Noord- en Zuid-Amerika moesten wonen en werken.
  • Je kunt uitleggen welke betekenis slavernij had voor de Nederlandse koloniën in Amerika.
  • Je kunt uitleggen welke betekenis slavernij had voor Oost-Indië. 

Slide 11 - Diapositive

Ook Nederland heeft zich schuldig gemaakt aan slavernij
  • Suriname en Antillen
  • 1806: 70% Surinaamse bevolking tot slaaf gemaakten
  • werken op plantages: koffie-, hout-, katoenplantages

Slide 12 - Diapositive

Leefgemeenschappen in jungle
Marron
  • Iemand die als slaaf van een plantage is gevlucht en als vrije op een afgelegen plek in een eigen gemeenschap leeft
  • Andere slaven bevrijden
  • Plantages aanvallen

Slide 13 - Diapositive

In 19e eeuw nam onrust in Suriname af

  • Marrons hadden vrede gesloten met Nederlandse bestuur
  • Besef bij plantage eigenaren: slaven beter behandelen
  • Paramaribo: steeds mee zichzelf vrijgekochten en afstammelingen zwarte vrouwen en witte meesters
  • Tegenstellingen werden minder scherp

Slide 14 - Diapositive

Antillen
  • Ongeveer 35% bevolking onvrij
  • Plantageslavernij minder belangrijk
  • Werk in haven/zeezout winnen
  • Minder vluchtmogelijkheden
  • 1795 opstand in Curaçao -> slaaf Tula

Slide 15 - Diapositive

Slavernij ook in andere samenlevingen en tijden
Niet alleen in Noord en Zuid-Amerika,

  • Afrika en de Arabische wereld
  • Rusland: lijfeigenen > landbouw
  • Azië: vallen minder op, wonen                       meer mensen

Slide 16 - Diapositive

                              Azië

  • 1750: meer slaven werkzaam dan in Suriname en Nederlandse Antillen
  • vielen minder op, dichtbevolkter
  • VOC: intensieve slavenhandel naar Aziatische gebieden
  • 1600-1800: 500.000 tot slaaf gemaakten > naar Aziatische VOC gebieden



Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

1800: onderlinge verschillen groter tussen de slaven in Oost-Indië dan in Suriname/Antillen
In Oost-Indië:
  • zwarte Afrikanen uit Oost-Afrika - ook uit India, China en Indonesische eilanden rond Java
  • mensen op slavenmarkten gekocht - slavernij vanuit schulden of gepleegde misdaden

  • Allemaal zwaar werk doen: landbouw, bouw, de mijnen, leger
  • Tot slaaf gemaakten in huishoudens: naar verhouding minder zwaar 
                                                



Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Lien

Aan de slag!
  • Bestuderen theorie + bronnen 6.1
  • leren: begrippen + samenvatting 6.1 
  • maken: opdr. 7 t/m 14
  • klaar: nakijken en verbeteren
  •              keuzewerk (leren SO/PW, afmaken HW, lezen...)
  • Laat je studiewijzer aftekenen!

Slide 21 - Diapositive