7.2 Rekenen met procenten

7.2 Rekenen met procenten
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

7.2 Rekenen met procenten

Slide 1 - Diapositive

Les vandaag
1. Nakijken blz 54: 13 / 14 / 15
2. Nakijken blz 46: 1 / 2 / 3
Nieuwe theorie
Sommen maken

Slide 2 - Diapositive

Ziek
In de brugklas zitten 240 leerlingen.
 74,6 % van deze leerlingen zijn verkouden en blijven thuis. Hoeveel leerlingen zijn dat?

Slide 3 - Diapositive

Gebruik een verhoudingstabel
In de brugklas zitten 240 leerlingen. 74,6% blijft ziek thuis. Hoeveel leerlingen zijn dat?

 









aantal
240









aantal







Je begint altijd met 
een verhoudingstabel.

Slide 4 - Diapositive

Procenten en verhoudingstabel
In de brugklas zitten 240 leerlingen. 74,6% blijft ziek thuis. Hoeveel leerlingen zijn dat?
 









aantal
240









aantal







240 leerlingen 
is 100%. 

Slide 5 - Diapositive

Procenten en verhoudingstabel
In de brugklas zitten 240 leerlingen. 74,6% blijft ziek thuis. Hoeveel leerlingen zijn dat?

 









aantal
240









aantal







74,6% van de leerlingen zijn ziek en blijven thuis.

Slide 6 - Diapositive

Procenten en verhoudingstabel (blz. 52)
In de brugklas zitten 240 leerlingen. 74,6% blijft ziek thuis. Hoeveel leerlingen zijn dat?
 









aantal
240









aantal







Boven in de tabel weet je 
2 getallen. Zet daar 1 tussen, want je rekent terug naar 1%.

Slide 7 - Diapositive

Procenten en verhoudingstabel
In de brugklas zitten 240 leerlingen. 74,6% blijft ziek thuis. Hoeveel leerlingen zijn dat?
 









aantal
240









aantal







Zet bogen en berekeningen boven de tabel. 
Dus : 100 en x 74,6.

Slide 8 - Diapositive

Procenten en verhoudingstabel
In de brugklas zitten 240 leerlingen. 74,6% blijft ziek thuis. Hoeveel leerlingen zijn dat?
 









aantal
240









aantal







Zet dezelfde bogen bij de onderkant van de tabel. Nu kun je de onderkant van de tabel berekenen.

Slide 9 - Diapositive

Procenten en verhoudingstabel
In de brugklas zitten 240 leerlingen. 74,6% blijft ziek thuis. Hoeveel leerlingen zijn dat?
 









aantal
240









aantal







Je hebt alleen maar hele leerlingen. Rond je antwoord dus af op helen.

Slide 10 - Diapositive

Samen doen we som 18 blz 57
1. Lees de som
2. Teken in je schrift een tabel

 









aantal
240









aantal







Je begint altijd met 
een verhoudingstabel.

Slide 11 - Diapositive

62,5 % van de 8600 zitplaatsen is bezet. Hoeveel zitplaatsen zijn dat?
3. Zet de getallen in de som op de juiste plek in de tabel.


 









aantal
240









aantal







Vul de getallen in uit het verhaal

Slide 12 - Diapositive

62,5 % van de 8600 zitplaatsen is bezet. Hoeveel zitplaatsen zijn dat?



 









aantal
240









aantal







Zet de 1 op de juiste plek

Slide 13 - Diapositive

62,5 % van de 8600 zitplaatsen is bezet. Hoeveel zitplaatsen zijn dat?
4. Zet de 1 op de juiste plek


 









aantal
240









aantal







Zet boogjes in de tabel

Slide 14 - Diapositive

62,5 % van de 8600 zitplaatsen is bezet. Hoeveel zitplaatsen zijn dat?



 









aantal
240









aantal







schrijf de juiste getallen bij de boogjes
Zet een kruis onder het vak van de 1

Slide 15 - Diapositive

62,5 % van de 8600 zitplaatsen is bezet. Hoeveel zitplaatsen zijn dat?


 









aantal
240









aantal







Pak je rekenmachine

Slide 16 - Diapositive

62,5 % van de 8600 zitplaatsen is bezet. Hoeveel zitplaatsen zijn dat?
Type in de som in je rekenmachine:

 









aantal
240









aantal







8600 : 100 x 62,5 = 5375

Slide 17 - Diapositive

62,5 % van de 8600 zitplaatsen is bezet. Hoeveel zitplaatsen zijn dat?
Het antwoord is dus:
62,5 % van 8600 = 5375











aantal
240









aantal







Slide 18 - Diapositive

Nu jullie
Maak blz 57: 19 t/m 23

1) verhaal lezen
2) tabel tekenen
3) getallen in de tabel zetten
4) 1 erin zetten en het kruis
5) boogjes met de getallen erin zetten
6) Som uitrekenen met je rekenmachine

Slide 19 - Diapositive