curus 5 les 3 lidw,znw

Welkom bij Nederlands
Telefoon in de koffer. Jas aan de kapstok

                        Op tafel:
 Leesboek, lesboek, laptop (dicht)
etui, agenda en schrift.
timer
5:00
socialiseren
Geen eten en drinken. Geen kauwgom.
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Welkom bij Nederlands
Telefoon in de koffer. Jas aan de kapstok

                        Op tafel:
 Leesboek, lesboek, laptop (dicht)
etui, agenda en schrift.
timer
5:00
socialiseren
Geen eten en drinken. Geen kauwgom.

Slide 1 - Diapositive

  • welkom
  • 10 minuten lezen
  • bespreken/nakijken huiswerk
  • lidwoord/zelfstandig naamwoord
  • zelfstandig werken
  • evaluatie

Slide 2 - Diapositive

Lezen
timer
10:00

Slide 3 - Diapositive

Lesdoelen
  1. Je weet wat een lidwoord is
  2. Je weet wat een zelfstandig naamwoord is

Slide 4 - Diapositive

Jouw favoriete Nederlandse eten

Bijvoorbeeld 
stamppot hutspot 
of drop
of....
Opwarmertje

Slide 5 - Diapositive

Jouw favoriete
Nederlandse
eten

Slide 6 - Carte mentale

Slide 7 - Lien

Nieuw hoofdstuk: lidwoorden en zelfstandig naamwoorden.

Wat is een lidwoord?
timer
0:20
A
Wat iemand kan
B
de, het, een
C
namen en mensen
D
Wie of wat

Slide 8 - Quiz

Nieuw hoofdstuk: lidwoorden en zelfstandig naamwoorden.

Wat is een zelfstandig naamwoord?
timer
0:20
A
een naam
B
zelfde als 'de, het, een'
C
mens, dier, plant of ding
D
Wie of wat

Slide 9 - Quiz

Wat zijn lidwoorden? 
  • Er bestaan drie lidwoorden: de, het en een

Een lidwoord komt altijd VOOR een zelfstandig naamwoord
de computer
- het kopje 
- een vogelhuisje
                                 Automatisch gebruiken wij de juiste lidwoorden.

Slide 10 - Diapositive

Zelfstandig naamwoord
  • Een zelfstandig naamwoord komt altijd ACHTER het lidwoord.
- De computer 
De = lidwoord. Computer = zelfstandig naamwoord
- Het kopje
Het = lidwoord. Kopje = zelfstandig naamwoord.
- Een vogelhuisje
Een = lidwoord. Vogelhuisje = zelfstandig naamwoord.
                                       Lidwoord en zelfstandig naamwoord horen dus bij elkaar!! 

Slide 11 - Diapositive

Zelfstandig naamwoord (zn)
Een zelfstandig naamwoord is altijd een mens, dier, plant of ding. 
Voorbeelden: Olifant, laptop, huis, fiets, liedje. 

Namen zijn ook zelfstandig naamwoorden!
Voorbeelden: Ise, Sander, Jaimy, Iris, Kampen, IJsselmuiden,  Ichthuscollege etc. etc. 

Soms staat er een ander woord tussen het lidwoord en het zelfstandig naamwoord, zoals: het leuke liedje. Liedje is dan het zn. 

Slide 12 - Diapositive

Startopdracht doen we samen
Wat heb je vanochtend gegeten?

Daar maak je een verkleinwoordje van.
Verkleinwoordje = een woord kleiner maken.

Bijvoorbeeld: De banaan-het banaantje. De yoghurt- het yoghurtje

Slide 13 - Diapositive

timer
0:30
Wat heb je ontbeten?
Maak er een verkleinwoordje van.
Banaan-banaantje

Slide 14 - Carte mentale

Zelfstandig aan het werk
Wat
Cursus 5 paragraaf 3, lidwoord en zelfstandig naamwoord,       opdracht 1 t/m 6.
Hoe
geluidsniveau= stil
Hulp
vraag /hand opsteken 
Tijd
20 minuten 
uitkomst
niet af = huiswerk voor volgende les
Klaar
lezen 

Slide 15 - Diapositive

Als je digitale methode niet werkt 
  • Blijf proberen te openen via SOM.
  • Opdracht 1, 2,3,4,5 voor deze les. 
  • Opdracht  6,7,8. + extra kun je ook 2e uur afmaken


?? VRAGEN???

Slide 16 - Diapositive

Leerlingen die opdrachten in schrift hebben gemaakt, sturen nu een foto hiervan in.
Ga op je op telefoon naar lessonup.app en log in

Slide 17 - Question ouverte

Lesdoelen
  1. Je weet wat een lidwoord is
  2. Je weet wat een zelfstandig naamwoord is

Slide 18 - Diapositive

Een lidwoord is....
timer
0:15
A
Het
B
Een
C
De
D
Alledrie (a, b en c)

Slide 19 - Quiz

Een zelfstandig naamwoord is..
timer
0:20
A
Een werkwoord
B
Een plaatsnaam
C
Een mens, dier, ding of plant
D
Een zelfstandig persoon

Slide 20 - Quiz

Een zelfstandig naamwoord heeft altijd een lidwoord.
timer
0:12
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quiz

Wat snap je al goed over de stof van vandaag/wat vind je makkelijk?
timer
0:25

Slide 22 - Question ouverte

Wat vond je lastig aan de stof/vond je ook een oefening lastig?
timer
0:35

Slide 23 - Question ouverte

Controleren van het maakwerk

Slide 24 - Diapositive

Succes vandaag 
Straks gaan we verder met deze stof.

Tot straks!!

Slide 25 - Diapositive