5.5 De wereld na 1993 (MEMO)

5.5 - De wereld na 1993
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 20 diapositives, avec diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

5.5 - De wereld na 1993

Slide 1 - Diapositive

Leervragen 5.5
  1. Hoe veranderen de machtsverhoudingen door het einde van de Koude Oorlog?
  2. Hoe is de EU georganiseerd en welke invloed heeft zij in lidstaten?
  3. Welke gevolgen heeft de Europese samenwerking voor Nederlanders? 

Slide 2 - Diapositive

5.1 Gewijzigde machtsverhoudingen na de Koude Oorlog

Amerika als enige supermacht overgebleven.
Vrijheid, democratie en kapitalisme leken gewonnen te hebben...

Slide 3 - Diapositive

Duitse eenwording
Na de val van de Muur
-1990 Duitse eenwording​
-Frankrijk uiteindelijk ook akkoord
-Voorwaarde: meer Europa en een Europese Munt: euro!

Slide 4 - Diapositive

Europese Unie

1993 --> Europese Unie vervangt de EG

EU= Samenwerkingsverband van verschillende Europese landen met een gemeenschappelijke markt


Vrij verkeer van personen + goederen + diensten

  • Er ontstond één interne, Europese markt (= vrij handelen)
  • Open grenzen --> werknemers mogen in alle landen van de EU werken
  • 2002 --> invoering EURO








Slide 5 - Diapositive

Eisen toetreding EU

Na 1992 wilden veel Oost-Europese landen toetreden vanwege economische voordelen.
Eisen om toe te treden:

  • vrijemarkteconomie hebben
  • democratisch zijn
  • minderheden mogen niet onderdrukt worden

2013 --> 28 lidstaten in de Europese Unie. 
2020 --> Brexit, weer terug naar 27 lidstaten

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Euro
2002: De Euro wordt ingevoerd als Europese gezamenlijke munt in de meeste EU landen












Slide 8 - Diapositive

Wereldhandel
1990-2005 --> sterke toename wereldhandel door:
  • verbeterd (sneller en goedkoper)  transport van grondstoffen en producten
  • ontstaan nieuwe media (= internet, e-mail, smartphones)
  • Globalisering (= economieën van landen over de hele wereld raken steeds meer verbonden met elkaar)


Slide 9 - Diapositive

Globalisering

Slide 10 - Diapositive

Multinationals
Vrijemarkteconomie

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Terrorisme
Vanaf jaren 80 --> moslimfundamentalisten in het Midden-Oosten, Noord-Afrika en Afghanistan krijgen steeds meer invloed.
  • vinden dat iedereen moest leven volgens hun strenge ideeën islam.
  • hebben kritiek op westerse manier van leven
  • internationaal terrorisme (= terroristen plegen overal ter wereld aanslagen) 

Voorbeelden:
--> 11 september 2001 (9/11)
--> 2004 (Madrid) / 2005 (metro Londen)
--> 2015 / 2016 (Parijs + Brussel)

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

5.2
Organisatie en invloed van de EU

Slide 15 - Diapositive

Het bestuur van Europa
De Raad van Ministers
  • Heeft de meeste macht
  • Bestaat uit ministers van verschillende EU landen (bijv. milieukwestie --> ministers van milieu)
  • Nemen alle belangrijke beslissingen binnen de EU

De Europese Commissie
  • Regering van EU
  • Heeft toch niet zo veel macht
  • Doet voorstellen + controleert of EU-leden zich aan afspraken houden

Het Europees Parlement
  • Volksvertegenwoordiging van de EU --> wordt eens in de vijf jaar gekozen door EU burgers.
  • Geeft advies, voorstellen mogen veranderen en beslist soms mee
  • Kan besluiten van de Raad van Ministers niet tegenhouden

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Deel 3
Gevolgen van de EU voor Nederlanders

Slide 18 - Diapositive

Kritiek op EU
Begin 21e eeuw --> burgers krijgen steeds meer moeite met de invloed EU op hun leven

Grote kritiekmomenten
  • 2005: Frankrijk en Nederland stemmen tegen een EU grondwet
  • 2008: Financiële crisis: Euro zwak
  • Vluchtelingencrisis


Slide 19 - Diapositive

Populisme
= Politiek waarbij mensen vinden dat er eenvoudige oplossingen zijn voor grote maatschappelijke problemen die het volk bezighouden.

Aanhangers populisme
  • Aanhangers zijn bang dat de eigen nationale cultuur verdwijnt. Geven de EU daar de schuld van.
  • Voorstanders van referendum (= volksraadpleging over wetten/maatregelen)

Slide 20 - Diapositive