Examentraining - Het rookbeleid is dodelijk (2021 3e tijdvak)

Inloggen graag!
1 / 51
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 51 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Inloggen graag!

Slide 1 - Diapositive

Programma van vandaag
Algemene examentips                                                                                  (10 minuten)
Hardop lezen van examentekst/lezen in drie rondes                    (20 minuten)
Gezamenlijk maken van een aantal examenvragen                        (30 minuten)
Bespreken van een aantal examenvragen                                           (30 minuten)

Slide 2 - Diapositive

Wat wordt er getoetst tijdens het examen?
- Onthoud wat er getoetst wordt!

Begrip van de tekst en begrip van de vraag. 

Slide 3 - Diapositive

Wat wordt er getoetst tijdens
het examen Nederlands?

Slide 4 - Carte mentale

Inhoud examen
Hoofd- en bijzaken scheiden
Verbanden leggen 
Interpreteren
Selecteren en rangschikken
Argumentatie doorzien en beoordelen
Samenvatten
Bedoeling of gevoelens van de auteur doorzien
Stijlkeuzes herkennen en beoordelen



Slide 5 - Diapositive

Analyseren en interpreteren
  • vaststellen tot welke tekstsoort een tekst of tekstgedeelte behoort;
  • de hoofdgedachte van een tekst(gedeelte) aangeven;
  • relaties tussen delen van een tekst aangeven; 
  • conclusies trekken met betrekking tot intenties, opvattingen en gevoelens van de auteur; 
  • standpunten en soorten argumenten herkennen en onderscheiden;
  • argumentatieschema’s herkennen

Slide 6 - Diapositive

Beoordelen
De kandidaat kan een betogende tekst of betogend tekstgedeelte op aanvaardbaarheid beoordelen en in deze tekst drogredenen herkennen. 

Slide 7 - Diapositive

Samenvatten
De kandidaat kan teksten en tekstgedeelten beknopt samenvatten

Slide 8 - Diapositive

Waar vind je alle theorie bij elkaar? 
Examentraining Goud! 

Slide 9 - Diapositive

Oefentips!
  • Oefen met (een deel van) oude examens op eindexamensite.nl 
  • Zoek oude examens op alleexamens.nl en oefen hiermee (zoek zelf het correctiemodel erbij)
  • Het eindexamen-youtubekanaal van Arnoud Kuijpers! 
  • Maak de oefensets met nieuwe eindexamenvragen & kijk na met de bespreekfilmpjes van Arnoud Kuijpers
  • Kijk nog eens naar Goud! Examentraining, welke hoofdstukken heb je nog niet gedaan?
  • Oefen met drogredenen en argumentatie op cambiumned.nl

Slide 10 - Diapositive

DE VRAAG IS JE BESTE VRIEND!
- Lees in drie rondes om de tekst te BEGRIJPEN.
- Arceer en schrijf in de tekst en de vragen voor meer BEGRIP.
- Het antwoord staat IN DE TEKST, meestal vlak achter het uitgekozen tekstgedeelte. Blijf zo dicht mogelijk bij de tekst bij het geven van je antwoord.

Slide 11 - Diapositive

DE VRAAG IS JE BESTE VRIEND!
- Geef antwoord in enkelvoudige, korte zinnen. 
- Herhaal de vraag in je antwoord.

- Noteer wanneer dat wordt gevraagd het aantal woorden achter het antwoord. Het deel waarin je de vraag herhaalt telt niet mee! 

- Een citaat schrijf je tussen aanhalingstekens ("..."). Noteer het regelnummer achter het citaat. 
- Let op: woorden, woordgroepen, zinsdelen, zinnen.

- Schrijf opsommingen of verschillende onderdelen onder elkaar en nummer ze. Let op: alleen als dit toegestaan is, dus niet als er hele zinnen gevraagd worden.

Slide 12 - Diapositive

DE VRAAG IS JE BESTE VRIEND!
- Lees goed of je in hele zinnen moet antwoorden.

- Je mag altijd delen uit de tekst overnemen, tenzij er staat dat je in eigen woorden moet antwoorden. 

- Check na het beantwoorden van de vraag of je ook daadwerkelijk hebt gedaan wat er van je wordt gevraagd.

Slide 13 - Diapositive

Lezen in drie rondes
  1. Scan eerst titel, eerste alinea's en slot van de tekst 'Het rookbeleid is dodelijk'. 
  2. Neem daarna de vragen vluchtig door. Waar moet je op gaan letten?
  3. Lees de tekst helemaal, met de pen in de hand
timer
20:00

Slide 14 - Diapositive

Maak in tweetallen de volgende examenvragen
Vraag 11 (doorzien van de bedoeling van de auteur) MEERKEUZE
Vraag 12 (argumentatie beoordelen) MEERKEUZE
Vraag 13 (gevoel auteur herkennen in woordkeuze)  HALF OPEN VRAAG
Vraag 14 (verband leggen tussen informatiedelen in de tekst) OPEN VRAAG
Vraag 15 (hoofd- en bijzaken scheiden, functies herkennen) OPEN VRAAG
Vraag 16 (bedoeling auteur doorzien, functies herkennen) SCHEMAVRAAG
Vraag 17 (samenvatten, redenering doorzien) OPEN VRAAG
Vraag 18 (verbanden leggen) OPEN VRAAG
Vraag 20 (bedoeling van de auteur doorzien) MEERKEUZE
Vraag 22 (bedoeling van de auteur doorzien) MEERKEUZE
Vraag 23 (samenvatten) MEERKEUZE

TIJD OVER? 
Vraag 25 (teksten met elkaar vergelijken) OPEN VRAAG
timer
30:00

Slide 15 - Diapositive

Bespreken van examenvraag 11
Constatering = zien dat er iets gaande is
Aanleiding = iets wat gebeurd is of gaat gebeuren zorgt ervoor dat de auteur de tekst gaat schrijven
Introductie = kennis laten maken met een onderwerp/probleem
Voorbeeld = een concrete situatie ter illustratie opvoeren


timer
30:00

Slide 16 - Diapositive

11
B. geeft de aanleiding voor de auteurs om het onderwerp aan te snijden

Slide 17 - Diapositive

Bespreken van examenvraag 12
Aanvaardbaarheid van een argumentatie: is de argumentatie relevant, consistent en toereikend? 

Ga allereerst op zoek naar het standpunt, en daarna naar argumenten die het standpunt ondersteunen.

Bewering = opvatting = het standpunt!

Wat zijn de argumenten?

timer
30:00

Slide 18 - Diapositive

12
D. niet aanvaardbaar omdat die bewering niet onderbouwd wordt met argumenten.

Slide 19 - Diapositive

Bespreken van examenvraag 13
Welk woord = één woord ('leerfabriek')
Welke woordgroep = combinatie van woorden ('een doorgeslagen leerfabriek')
Zin = hoofdletter tot punt ('Dat is in deze vreselijke tijd een ondenkbare gedachte geworden')
Zinsdeel = een fragment uit een zin ('een ondenkbare gedachte geworden.') 

Vraag 13
Woord: welk kenmerk moet het woord hebben? Zorgen van de auteurs m.b.t. het onderwerp
Een woord dat je gebruikt om uit te drukken dat iets niet goed gaat of zal gaan. 
Het woord dat we zoeken heeft dus een negatieve bijklank.

timer
30:00

Slide 20 - Diapositive

13. 
gezondheidsramp

Slide 21 - Diapositive

Bespreken van examenvraag 14
Je krijgt een citaat en je moet aan de hand daarvan een verband leggen met eerdere of latere informatie uit de tekst.

Het antwoord staat vaak in de buurt van het citaat.


timer
30:00

Slide 22 - Diapositive

14
De kern van een goed antwoord is: 
De zaal was bijna leeg. / Alleen de tabakswoordvoerders van zeven (politieke) partijen waren aanwezig. 

Slide 23 - Diapositive

Bespreken van examenvraag 15
Er worden 3 alinea's gegeven waaruit je informatie moet halen. Je moet dus op zoek naar de hoofdlijn. 

Reden: waarom je iets doet of vindt.
timer
30:00

Slide 24 - Diapositive

15
De kern van een goed antwoord is: 
• Ze vinden het recht op vrije keuze belangrijk 
• Ze zijn bang voor zetelverlies 

Slide 25 - Diapositive

Bespreken van examenvraag 16
Het schema bevat de UITWERKING van de CONSTATERING van de auteur. De zinnen volgen elkaar in een logische volgorde op. 
Jij moet bepalen wat de functie van elke zin is. Hier: wat wil de auteur met elke zin bereiken? 

Let op: ELKE FUNCTIE KOMT MAAR EEN KEER VOOR! 





timer
30:00

Slide 26 - Diapositive

16
(zin) 2: verklaring 
(zin) 3: tegenwerping 
(zin) 5: voorbeeld

Slide 27 - Diapositive

Bespreken van examenvraag 17
Redenering: het geheel van de argumentatie 
(standpunt / argument / subargument / tegenargument)

Hier: redenering van Van den Burg, in alinea 6.

Let op signaalwoorden!

En: niet meer dan 45 woorden, in volledige zinnen.

timer
30:00

Slide 28 - Diapositive

17
De kern van een goed antwoord is: 
Een sigarettenpakje moet een tientje duurder worden 
maar dat ziet Van den Burg niet gebeuren 
(want) de lobby en de machtsmachine van de tabaksindustrie hebben dat voorkomen 
(en) verhoging van de tabaksaccijns zal stemmen kosten.

Slide 29 - Diapositive

Bespreken van examenvraag 20
Tekstdoelen

Activeren / beschouwen / betogen / informeren




timer
30:00

Slide 30 - Diapositive

20
A. activerend

Slide 31 - Diapositive

Bespreken van examenvraag 22
Soort tekst:

pleidooi
oproep
analyse





timer
30:00

Slide 32 - Diapositive

22
D. deels een pleidooi voor het inzetten van accijnzen en speciale vergunningen om roken minder aantrekkelijk te maken en deels een oproep aan de lezer tot stemmen op een partij die echt iets wil doen aan roken.

Slide 33 - Diapositive

Bespreken van examenvraag 22
Soort tekst:

pleidooi
oproep
analyse





timer
30:00

Slide 34 - Diapositive

Bespreken van examenvraag 23
Hoofdgedachte

vraag je eerst af: waar gaat de tekst over?
Dan stel je de vraag: wat zeggen ze daar dan over?
Kijk dan pas naar de antwoordmogelijkheden



timer
30:00

Slide 35 - Diapositive

23
2. Het huidige rookbeleid blijft in stand omdat politieke partijen bang zijn voor inperking van de vrijheid van hun kiezers en zetelverlies.
4. Kiezers moeten stemmen op politieke partijen die het roken aan willen pakken door belastingverhoging en de beperking van verkoopadressen voor tabak.

Slide 36 - Diapositive

Bespreken van examenvraag 25
Concrete uitwerking van het beleid = voorbeeld
Let op: het antwoord moet in beide teksten terug te vinden zijn!
Volledige zin?






timer
30:00

Slide 37 - Diapositive

25
Beide teksten wijzen het gebruik van afschrikwekkende plaatjes op sigarettenpakjes af. / Dat is de strategie fear appeal. 

Slide 38 - Diapositive

Programma van vandaag
Algemene examentips                                                                                  (10 minuten)
Hardop lezen van examentekst/lezen in drie rondes                     (20 minuten)
Gezamenlijk maken van een aantal examenvragen                        (30 minuten)
Bespreken van een aantal examenvragen                                           (30 minuten)

Slide 39 - Diapositive

Hoe leerzaam vond je deze examentraining?
A
Heel leerzaam
B
Leerzaam
C
Niet zo leerzaam
D
Absoluut niet leerzaam

Slide 40 - Quiz

Succes!

Nabespreken of tips uitwisselen? Blijf even hangen

Slide 41 - Diapositive

Hoeveel tijd heb je op het examen?
A
2 uur
B
2,5 uur
C
3 uur
D
3,5 uur

Slide 42 - Quiz

Uit hoeveel vragen zal het examen bestaan?
A
38
B
40
C
42
D
44

Slide 43 - Quiz

Hoeveel tijd heb je, denk je, per vraag als je alles eerlijk over de tijd verdeeld?
A
9,5 min per vraag
B
6 min per vraag
C
4,5 min per vraag
D
3 min per vraag

Slide 44 - Quiz

Hoeveel vragen zullen multiple choice zijn, denk je?
A
14
B
16
C
18
D
20

Slide 45 - Quiz

Wat is een goede aanpak per tekst?
Volgorde in steekwoorden
A
Tekst scannen, vragen scannen, dan de tekst intensief lezen
B
Eerst 1 vraag lezen, dan de tekst
C
Tekst intensief lezen, dan vragen maken
D
Eerst de mc-vragen zoeken en die maken

Slide 46 - Quiz

Woorddictee moeilijke gevallen
A
interessant
B
interressant
C
interresant
D
interesant

Slide 47 - Quiz

Woorddictee moeilijke gevallen
A
geinteresseerd
B
geïnteresseerd
C
geïnterresseerd
D
geïntereseerd

Slide 48 - Quiz

Welke fout wordt veel gemaakt?
A
verkeerd afbreken van een woord
B
hoofdletters vergeten
C
verkeerd citeren (te veel te weinig)
D
puntsgewijs noteren ipv hele zin

Slide 49 - Quiz

Hoe zwaar tellen taalfouten mee?
A
2 fouten per punt aftrek, max 4 punten
B
1 fout per punt aftrek , max 4 punten
C
2 fouten per punt aftrek, max 6 punten
D
1 fout per punt aftrek, max 6 punten

Slide 50 - Quiz

Wat neem je mee naar je examen?
A
Woordenboek, twee pennen, twee markers
B
Woordenboek, etui van stof met schrijfgerei
C
Leesboek, pen, marker, liniaal
D
Niets

Slide 51 - Quiz