week 40 feiten en meningen,

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo g, t
• Leerjaar 4

Welkom bij 

Huiswerkcontrole

Boekje examen 2021 tijdvak 1: tekst 4

Vraag 28 t/m 37

Huiswerk nakijken 

Tekst 4 2021-TV1

28: A

29: B

30: 'Bij pubers ... bij volwassenen' (rg. 30-34)

31: "Toen wij ... te lezen" (rg. 38-40)

32: Nee, want dan zit die melatonine nog altijd in zijn hersenen. (meer dan 15 woorden = fout)

33: C

34: A

35:A

36: C

37: B

Lesdoelen

• Ik weet het verschil tussen een feit en een mening.
• Ik weet welke soort vragen ik kan verwachten bij de examens over feiten en meningen. 
• Ik oefen met examenteksten als voorbereiding op de toetsweek.  

Feit 

• Feit is te controleren, ook al is het onwaar. 

Mening

• Geeft aan wat je van iets vindt. 
• Kun je opsplitsen in standpunt (s) en argument (a).
• standpunt= wat je vindt 
• argument= waarom je het vindt, denk aan signaalwoorden voor redengevend verband: want, omdat, doordat, namelijk. 

Voorbeeld feit

Een voetbalwedstrijd duurt negentig minuten in drie helften van 30 minuten. 

Voorbeeld standpunt en argument

Voetballen is heel erg moeilijk (standpunt), want er zijn heel veel spelregels (argument). 

Informeren of overtuigen?

• Schrijver kan als tekstdoel informeren hebben, maar de schrijver kan wel met behulp van meningen van hemzelf en anderen je ergens over informeren. Het doel blijft informeren. 
• Kijk naar de inleiding of het slot van de tekst of de schrijver wil informeren of overtuigen. 
• Kiest de schrijver in de inleiding of het slot een duidelijk standpunt en wil hij je duidelijk overtuigen, dan is het doel overtuigen. 

Werkvorm loop-schrijf-controleer

Feiten en meningen

• Lees de examentekst ‘Keiharde disco voor de zeedieren' goed door.
• Je mag op het blad met de tekst schrijven.
• Markeer bijvoorbeeld zinnen met feiten of meningen en zet ernaast wat het is. 
• Je krijgt straks 3 vragen over deze tekst.
• 5 minuten, zelfstandig in stilte. 

Antwoordblaadje

Leg een leeg blaadje voor je op tafel.

Schrijf je naam links bovenaan.

Schrijf eronder

8: 

9: 

10: 

Loop rond

Sta op, neem de tekst mee, maar laat het lege blaadje liggen.

Loop rond.

Vraag 8 bespreken

Zoek iemand uit met wie je de onderstaande eerste vraag bespreekt:

8. Een schrijver kan gebruik maken van:

1 feiten

2 zijn/haar eigen mening

3 de mening van deskundigen

Waarvan maakt de schrijver van deze tekst vooral gebruik?

A 1 en 2

B 1 en 3

C 2 en 3

Antwoorden opschrijven

Ga nu zitten bij een blaadje van een ander en schrijf individueel het antwoord op de vraag: 

8. Een schrijver kan gebruik maken van:

1 feiten

2 zijn/haar eigen mening

3 de mening van deskundigen

Waarvan maakt de schrijver van deze tekst vooral gebruik?

A 1 en 2

B 1 en 3

C 2 en 3

Loop rond

Sta op, neem de tekst mee, maar laat het lege blaadje liggen.

Loop rond.

Vraag 9 bespreken

Zoek iemand uit met wie je de onderstaande eerste vraag bespreekt:

9. Hoe gebruikt de schrijver de meningen van de drie deskundigen?

De schrijver

A geeft de meningen alleen maar weer.

B probeert de meningen tegen te spreken.

C toont aan dat de meningen juist zijn.

D toont aan dat de meningen niet juist zijn.

Antwoord opschrijven

Ga nu zitten bij een blaadje van een ander en schrijf individueel het antwoord op de vraag: 

9. Hoe gebruikt de schrijver de meningen van de drie deskundigen?

De schrijver

A geeft de meningen alleen maar weer.

B probeert de meningen tegen te spreken.

C toont aan dat de meningen juist zijn.

D toont aan dat de meningen niet juist zijn.

Loop rond

Sta op, neem de tekst mee, maar laat het lege blaadje liggen.

Loop rond.

Vraag 10 hoofdgedachte bespreken

Zoek iemand uit met wie je de onderstaande eerste vraag bespreekt:

10 Wat is de hoofdgedachte van deze tekst?

A De schadelijke gevolgen van windmolenparken voor zeedieren worden

vooral veroorzaakt door het harde geluid bij het bouwen.

B Er is nog onvoldoende onderzoek gedaan naar de schadelijke invloed van

het bouwen van windmolenparken op het leven in zee .

C Het bouwen van windmolenparken heeft vooral schadelijke gevolgen voor

zeezoogdieren en vissen.

D Tijdens het bouwen van windmolenparken zijn er vooral schadelijke

gevolgen voor zeedieren, terwijl er na de bouw voor- en nadelen zijn. 

Antwoord  opschrijven

Ga nu zitten bij een blaadje van een ander en schrijf individueel het antwoord op de vraag: 

10 Wat is de hoofdgedachte van deze tekst?

A De schadelijke gevolgen van windmolenparken voor zeedieren worden

vooral veroorzaakt door het harde geluid bij het bouwen.

B Er is nog onvoldoende onderzoek gedaan naar de schadelijke invloed van

het bouwen van windmolenparken op het leven in zee .

C Het bouwen van windmolenparken heeft vooral schadelijke gevolgen voor

zeezoogdieren en vissen.

D Tijdens het bouwen van windmolenparken zijn er vooral schadelijke

gevolgen voor zeedieren, terwijl er na de bouw voor- en nadelen zijn. 

Antwoorden controleren

Ga terug naar je eigen blaadje. Daarop staan drie antwoorden.

Verbeter waar nodig, want het zijn jóuw antwoorden!

Antwoorden buur controleren

Wissel je blaadje uit met je buur en kijk zijn/haar antwoord na met het antwoordmodel

Antwoorden

8: B

9: A

(10) Hoofdgedachte: D

Huiswerk 8 okt. 

• Lees tekst 1 van examen 2021 tijdvak 1.
• Maak de vragen bij tekst 1.
• Neem het boekje met examen 2021 mee naar huis en neem hem 8 oktober mee naar de les. 

Checklist

Volgende les meenemen:

• Opgeladen Chromebook

Bij de deur inleveren mapje met:

• aantekeningen