Spelling 4 oktober 2022
1 / 10
La durée de la leçon est: 15 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Schrijf in de verleden tijd en de voltooide tijd:
De jongeren verwoesten.
De jongeren verwoesten.
Slide 2 - Question ouverte
Schrijf in de verleden tijd en de voltooide tijd:
Het poesje durft.
Het poesje durft.
Slide 3 - Question ouverte
Schrijf in de verleden tijd en de voltooide tijd:
De vuist bonst.
De vuist bonst.
Slide 4 - Question ouverte
Een verzameling van kennis opgeschreven in een boek.
Slide 5 - Question ouverte
Een gedeelte van een kaart waarop wordt uitgelegd wat de symbolen betekenen.
Slide 6 - Question ouverte
Ander woord voor nakijken.
Slide 7 - Question ouverte
We ..... (raden) gisteren het getal.
Slide 8 - Question ouverte
In tabellen, grafieken en diagrammen zijn gegevens ..... (orderen)
Slide 9 - Question ouverte
In Levi's schrift waren ..... (43) vakjes ..... (verven)
