Paragraaf 4.1: Woningkenmerken

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Welkom!

• Vandaag: 
• Uitleg Paragraaf 4.1: De inrichting van een wijk

Vandaag bespreken we de kern

1. De indeling van een een stad
   
2. De verschillende kenmerken van de omgeving
3. Welke woningkenmerken er zijn
4. Oefening toepassen van de woningkenmerken.

Daarna lezen H.4 par 1

Maken van de opdrachten

Wijk of een buurt?

• Wijk: een deel van een dorp of een stad

• Buurt: een deel van een wijk

Kenmerken van de eigen omgeving

• Stadsopbouw> Wonen
• Werkgelegenheid>Werken
• Infrastructuur> Verkeer
• Recreatie> activiteiten
• Voorzieningen> winkels en scholen

Woningkenmerken.

1. Huishoudensgrootte 
2. Hoogbouw of laagbouw
3. Koop of huurwoning
4. Woningwaarde 
5. Ouderdom
6. Erf van een huis

Bewonerskenmerken

1. Opleidingsniveau

2. Inkomen

3. Gezinsfase

4. Etniciteit

5. Religie

Afbeelding 1

Afbeelding 2

Zelfstandig Werk

Maken alle openstaande opdrachten van Paragraaf 4.1 

in deGeo Online. 

Waar denk je aan bij de woorden:
"Eigen omgeving"?

Paragraaf 1: De inrichting van een wijk

De inrichting van een wijk 

Je eigen omgeving

= Het gebied rondom je eigen huis waar je bijna dagelijks komt. 

Je woont in een wijk. Een wijk is een deel van een dorp of stad, die bestaat uit een aantal straten. 

In een wijk staan huizen, maar er kunnen ook andere voorzieningen zijn. 

Wat zijn voorzieningen?

1. Activiteiten
2. Woningen
3. Iedereen maakt er gebruik van; school, het parkje, sportclub.
4. Straten

Welke voorzieningen zijn er in jou wijk?

Nu jullie!

Zoek van de volgende  4 slides informatie op en schrijf deze op in notities.

Je krijgt per slide beperkt de tijd dus wees scherp!

Je eigen omgeving

Wat is je eigen omgeving?

• Wijk
• Buurt
• voorzieningen

Wat is het verschil tussen hoog en laagbouw?

Wat is het verschil tussen een eengezingswoning en een meer gezinswoning?

Wat is het verschil tussen een eengezingswoning en een meer gezinswoning?

Eengezinswoning: woningen die bestemd zijn voor één gezin. Je kunt er ook alleen of met z'n tweeeën wonen. 

Meer gezinswoning: Meerdere gezinnen wonen in hetzelfde gebouw.

Huur of koopwoning?

1. Wat is het verschil tussen een huur en koopwoning?
2. Wat is een voordeel van een huur woning?
3. Wat is een nadeel van een huur woning?

Afronden de opdrachten van 4.1