Week tegen het pesten

• Mentorles
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Check in vraag:

Ben jij wel eens gepest?? 

Hoe wordt gepest?

• Direct: uitschelden, schelden, beschuldigen (verbale agressie).
  
• Indirect: iemand buitensluiten in de groep, emotioneel kwetsen.
• Digitaal pesten: beledigende berichtjes, plaatsen van foto’s op internet (strafbaar).
• Cyberpesten: anoniem en veelal niet zichtbaar wat het met diegene doet die gepest wordt.

De gepeste leerling

Leerlingen worden gepest om verschillende dingen:

• Uiterlijk (rood haar - bril - beugel)
  
• Religie (Moslim - Jood - Christen)
• Seksuele geaardheid (homo - lesbisch - transgender (LHBTI)
• Afkomst (land van herkomst: Turkije, Marokko, Chinees)
• Handicap: doof - blind-verlamd

Signalen van een gepeste leerling: 

• Niet meer naar school willen
  
• Slechtere resultaten (dan voorheen)
• Regelmatig hoofdpijn - buikpijn
• Afsluiten van de groep (klas)

De pester

• Zijn vaak de sterkere leerlingen in een groep. 
  
• Ze lijken populair (stoer en lijken onkwetsbaar) maar zijn dat duidelijk niet. 
  
• Van binnen is de pester vaak onzeker en proberen ze zichzelf groter te maken door anderen te kleineren (kleiner maken). 
  
• Pester krijgen vaak andere leerlingen met zich mee, want wie meedoet loopt zelf geen kans om gepest te worden. 
  
• Pesters voelen zich niet schuldig, het slachtoffer ‘vraagt’ er immers om, om gepest te worden. 
  

Redenen om te gaan pesten kunnen zijn:

• Een problematische thuissituatie
  
• Pester is eerst zelf gepest
• gevoel van niet goed zijn op school (slechte cijfers, laag niveau)
• weinig zelfstandigheid en verantwoordelijkheid (zwak gevoel voor autonomie)

Meelopers en zwijgende leerlingen:

De meeste leerlingen houden zich afzijdig als er gepest wordt. Ze voelen zich vaak wel schuldig over het feit dat ze niet de gepeste leerling helpen of hulp inschakelen. 

Meelopers zijn leerlingen die incidenteel meedoen met pesten. Dit gebeurt meestal uit angst om zelf in de slachtofferrol terecht te komen. Het kan ook zo zijn dat meelopers stoer gedrag wel interessant vinden en denken mee te liften op het stoere gedrag van de pester. Verder kunnen leerlingen meelopen uit angst om hun vrienden of vriendinnen te verliezen. 

Plagen:

• Het zijn meestal korte momenten
• Iedereen is gelijk
• Wie tegen wie verschilt
• Het is voor de lol
• Het is gemakkelijk te stoppen
• Voor iedereen is het leuk.

Pesten:

• Het gebeurt vaak en lang
  
• Iemand speelt de baas/heeft meer macht
• Het is vaak dezelfde bij wie het gedaan wordt
• Het is gemeen
• Het is moeilijk te stoppen
• Een persoon (of groepje) heeft lol, de ander niet.
• Gebeurt vaak stiekem. 

Complimenten geven

Wat zijn complimenten?

Waar kan je allemaal complimenten over geven?

Hoe geef je een compliment?

Hoe reageer je als je een compliment krijgt?

Zet je naam op het en leg het op je stoel. Loop rond en probeer bij iedereen  een compliment neer te schrijven. 

Nabespreken:

1. Hoe voelt het om een compliment te krijgen?

2. Hoe voelt het om een compliment te geven?

3. Welke complimenten vindt je het mooiste?

4. Kan je met complimenten ook het verschil maken? Waarom? 

5. Zou jij nu vaker het verschil willen maken door een compliment te geven? Waarom? 

WOENSDAG LES 2

Neem tijdschriften (plaatjes), stiften/potloden en lijm mee.

Denk na over een slogan of regels tegen pesten.