Fictie Les 4 perspectief en vertelprocedé

perspectief en vertelprocedé
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

perspectief en vertelprocedé

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Vertelperspectief 1 – De alwetende verteller
Dit is de oudste vertelvorm ter wereld. De alwetende verteller (ook wel auctoriale verteller genoemd) kom je tegen in oude geschriften zoals de Ilias, de Bijbel en klassieke boeken zoals Dik Trom. De alwetende verteller is een soort god die boven de gebeurtenissen staat. 

Slide 3 - Diapositive

Vertelperspectief 2 – De ik-verteller
Bij deze vertelvorm vertelt de ik-persoon zijn verhaal. De ‘ik’ is dus niet alleen verteller, maar speelt ook een rol in de gebeurtenissen. Dit vertelperspectief komt voor in autobiografieën, maar ook in romans waarin de hoofdpersoon aan het woord is.
Er zijn twee verschillen vormen van ik-vertellingen. De ‘ik’ kan in de verleden tijd praten, over gebeurtenissen die al hebben plaatsgevonden. Die stijl wordt ook wel ‘de vertellende ik’ genoemd. Maar een ik-persoon kan ook verslag doen van gebeurtenissen terwijl hij/zij ze beleeft. Die vorm wordt ook wel ‘de belevende ik’ genoemd.

Slide 4 - Diapositive

Vertelperspectief 3 – De personale verteller
3e persoon/hij-zij
Bij een personaal vertelperspectief is de verteller onzichtbaar. Je hebt als lezer het idee dat het verhaal zichzelf vertelt, omdat het is geschreven in de derde persoon, dus vanuit het hij- of zij-perspectief. Lezers komen alleen te weten komt wat de hoofdpersoon ziet, hoort en denkt. Ze kunnen niet in de hoofden van andere personages kijken.

Slide 5 - Diapositive

Vertelperspectief 3 – De personale verteller
Wisselend perspectief
Je kunt het personaal vertelperspectief ook steeds laten wisselen tussen verschillende personages. Lezers volgen dan meerdere hoofdpersonen die met ‘hij’ of ‘zij’ worden aangeduid. Ze bekijken de gebeurtenissen dan door de ogen van al deze mensen, zodat het verhaal van verschillende kanten wordt belicht.

Slide 6 - Diapositive

Het jij-perspectief
Behalve de alwetende verteller, de ik-figuur en de derde persoon, bestaat er ook nog de zelden gebruikte tweede persoon: jij. Dan krijg je bijvoorbeeld zoiets:
“Je loopt de kamer binnen, en je weet dat zich iets in het donker schuilhoudt. Je glimlacht.”

Slide 7 - Diapositive

Het jij-perspectief
Je komt de huiskamer binnen en je moeder zit aan de grote tafel in haar agenda te turen. Ze schudt haar hoofd, zucht en zegt: ‘Ik zie door de bomen het bos niet meer!’ Nieuwsgierig buig je je over de bladzijde: helemaal volgekrabbeld, maar het zijn allemaal letters. En trouwens, in een bos staan toch altijd bomen, anders is het geen bos. Wat bedoelt je moeder?

Slide 8 - Diapositive

Zomer in Wentworth, Ohio. Oh boy, zie je het voor je? Zomer, hier in Poplar Street, die dwars door die befaamde, gebleekte Amerikaanse droom loopt, met de geur van hotdogs in de lucht en de uit elkaar gebarsten papieren hulzen van het vuurwerk van de Vierde Juli nog overal in de goot.
A
Alwetend perspectief
B
ik-perspectief
C
personaal perspectief 3e persoon/hij-zij

Slide 9 - Quiz

Zo zijn ze er dan achter dat ik een halve eeuw op Java ben. Proficiat met niets! En hoe ik de zaak ook wil omzeilen, Adeline Renselaar, de nicht van mevrouw Van Zadelhof, lijkt vastbesloten tot een feest. Ze heeft daartoe al drie families het hoofd op hol gebracht en is 15 van de week zelfs in de hertenkamp gesignaleerd, rebbelend over deze kwestie met de gouverneur.
A
vertellende ik
B
belevende ik

Slide 10 - Quiz

De eerste tien jaar van mijn leven was ik niet zwart. Ik was op veel manieren anders dan de mensen om mij heen, maar donkerder was ik niet. Dat weet ik. Er is een dag geweest waarop ik een verkleuring gewaarwerd. Later, toen ik dan eenmaal zwart wás, ben ik weer verschoten.
A
vertellende ik
B
belevende ik

Slide 11 - Quiz

Wat is het nut van het herkennen van een vertelperspectief?

Slide 12 - Question ouverte

De alwetende verteller
A
weet niks en neemt deel aan het verhaal
B
weet alles en neemt deel aan het verhaal
C
weet niks en neemt geen deel aan het verhaal
D
weet alles en neemt geen deel aan het verhaal

Slide 13 - Quiz

Noem een kenmerk van een alwetende verteller

Slide 14 - Question ouverte

Een andere benaming voor een alwetende verteller is...?

Slide 15 - Question ouverte

Fragment 1

Het meisjesmanifest

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Welk perspectief herkende je?

Slide 18 - Question ouverte

Fragment 2

Terug naar huis

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Welk perspectief herkende je?

Slide 21 - Question ouverte

Fragment 3

Latino King

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Welk perspectief herkende je?

Slide 24 - Question ouverte

vertelprocedé
Een schrijver kiest zelf hoe hij in zijn verhaal personen,plaatsen,tijden,perspectief en spanning gebruikt.
Het gebruik van deze van zulke verhaalelementen (verhaaldelen) heet vertelprocedé

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

vertelprocedé
  • personages
  • plaats/ruimte
  • tijd
  • perspectief
  • spanning

Slide 27 - Diapositive

vertelprocedé
Verschil in beleving:
  • hoofdpersoon of bijpersoon vertelt
  • wisselend perspectief
  • het verhaal achteraf vertellen (vt)
  • het verhaal mee vertellen (tt)
  • informatie weggeven of juist achterhouden

Slide 28 - Diapositive