24. Thema 3, week 2 - les 9 werkwoorden met een vast voorzetsel

VOORZETSELS.
Noem er zoveel mogelijk:
1 / 25
suivant
Slide 1: Carte mentale
TaalBasisschoolGroep 7

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

VOORZETSELS.
Noem er zoveel mogelijk:

Slide 1 - Carte mentale

Welk voorzetsel past op de stippellijn
Ik breng een bezoek .... de sterrenwacht.
A
aan
B
bij
C
in
D
over

Slide 2 - Quiz

Welk voorzetsel past op de stippellijn
Vanavond kijken we ...... de sterrenhemel.
A
naar
B
van

Slide 3 - Quiz

Welk voorzetsel hoort op de stippellijn.
Ik wacht .... de bus.

Slide 4 - Question ouverte

Welk voorzetsel hoort op de stippellijn.
Ik houd .... lekker eten.

Slide 5 - Question ouverte

lesdoel

Ik kan werkwoorden met een vast voorzetsel herkennen en de juiste vaste voorzetsels erbij gebruiken.

Slide 6 - Diapositive

Prima:
Nu hebben we in onze taal werkwoorden met daarbij voorzetsels aan vastgemaakt.

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

De raket vertrekt                de aarde.
De astronaut zit               de capsule.
Hij landt               de maan.
Welke voorzetsels horen op de lege plek?
....
....
....
om
van
in
met
aan
op

Slide 9 - Question de remorquage

Welk voorzetsel hoort op de stippellijn.
Mijn moeder klaagt .... het geluid van de buren.

Slide 10 - Question ouverte

Welk voorzetsel hoort op de stippellijn.
Onze klas behoort .... de leukste klas van Nederland.

Slide 11 - Question ouverte

Welk voorzetsel hoort op de stippellijn.
Ik wil meedoen .... het spel.

Slide 12 - Question ouverte

Slide 13 - Diapositive

Welk vast voorzetsel past onder de vlek?

Slide 14 - Question ouverte

Welk vast voorzetsel past onder de vlek?

Slide 15 - Question ouverte

Welk vast voorzetsel past onder de vlek?

Slide 16 - Question ouverte

Welk vast voorzetsel hoort bij het werkwoord:

Ik behoor .... de leukste juffen van Nederland..
A
tot
B
in
C
achter
D
voor

Slide 17 - Quiz

Welk vast voorzetsel hoort bij het werkwoord:

Zoeken ... mijn nieuwe pen.
Wij zoeken ... mijn nieuwe pen.
A
op
B
naar
C
met
D
door

Slide 18 - Quiz

Welk vast voorzetsel hoort bij het werkwoord:
Ik ben dol ... patat met mayo.
A
in
B
aan
C
op
D
voor

Slide 19 - Quiz

Welk vast voorzetsel hoort bij het werkwoord:
Wij genieten .... het mooie weer.
A
van
B
met
C
aan
D
onder

Slide 20 - Quiz

Wat is ons lesdoel.
Zeg het in jouw eigen woorden.

Slide 21 - Question ouverte

Slide 22 - Diapositive

Wat is het hele werkwoord?



Wij houden van pizza.

Slide 23 - Diapositive

taal
GROEP 8
Thema 3, week 2 - les 9
Begin bij opgave 1j
Opgave 2 - opgave 3
en 10 x plussen.



Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Lien