Future (theme 1 grammar 3)

What are we going to do today?
- Home work check. 
- Grammar 3 + ex. 25+26
- Speaking/Writing I + ex. 21+22

1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 3

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

What are we going to do today?
- Home work check. 
- Grammar 3 + ex. 25+26
- Speaking/Writing I + ex. 21+22

Slide 1 - Diapositive

Future (toekomende tijd) 
In het kort: 
Toekomende tijd: Future. 
De toekomst aangeven. Dit kan op 4 manieren: 
- I will miss you : Will. -->25%
- It's going to rain : Going to + werkwoord. --> 70%
- We are travelling tomorrow : Present Continuous. --> 90%
- My train leaves at 10 o'clock : Present Simple. --> 100%

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Will
Je gebruikt will bij beloftes, aankondigen en besluiten. 

I will do my laundry tomorrow. 
I think we will win the lottery. 

Slide 4 - Diapositive

to be going to
Je gebruikt am/are/is + going to + hele ww als je wilt aangeven dat iemand iets in de toekomst van plan is.  In Nederlands gebruik je vaak het woord: gaan 

I am going to call you later. 
It is going to rain today. 

Slide 5 - Diapositive

Zeg: We gaan maandag mijn zus bezoeken.

Slide 6 - Question ouverte

Zeg: Ik zal morgen eten koken.

Slide 7 - Question ouverte

Present Continuous
Je gebruikt de PC om te praten over afspraken in de nabije toekomst. (vliegreis, afspraak met iemand o.i.d.) 

We are flying to Australia tomorrow. 
I am playing a hockey match on Wednesday. 
am/are/is + hele ww + ing

Slide 8 - Diapositive

Present Simple
Je gebruikt de PS om te praten over vasstaande toekomst, rooster of schema. 

The plane to London leaves in an hour. 
School starts at 08.25. 

Slide 9 - Diapositive

Zeg: De trein vertrekt over een uur.

Slide 10 - Question ouverte

Zeg: Max neemt Sanne mee uit eten volgende week.

Slide 11 - Question ouverte

Do 
Exercise: 25&26

+ ex. 21+22

Slide 12 - Diapositive

Homework


Do:
ex. 25+26 +21 +22

Study:
- Vocab A t/m I
- Stone 1,2,3
- Study Grammar 1,2,3

Slide 13 - Diapositive