H3.2 De Romeinse samenleving

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Regels

• Respect
• Geen telefoons!!
• Hand opsteken als je wat wilt zeggen
• Chromebook (als docent aangeeft)
• Spullen in orde

Hoofdstuk 4: De Romeinen

De tijd van de Grieken en Romeinen

3000 v.C. - 500 n.C.

Paragraaf 3.2 De Romeinse samenleving

Planning

• Leerdoel(en)
• Uitleg paragraaf 4.2
• opdrachten
• Afsluiten

Leerdoel(en)

In deze paragraaf leer je:

• Hoe en waarom de Romeinse economie bloeide.
• Welke sociale verschillen er waren in het rijk.
• Hoe Romeinse machthebbers omgingen met het volk.
• Welke plaats slaven hadden in de Romeinse samenleving. 

De economie van het rijk

• De Romeinse economie profiteerde van de pax Romana
• Vrede bevorderd de handel.

• De boeren moesten het voedsel naar de steden brengen
  
• Dit ging makkelijker door de verharde wegen

Rijkdom en armoede

• Er waren enorme sociale verschillen in het rijk
• Kleine toplaag die rijk was.
  

Brood en spelen

• De Romeinse autoriteiten, personen met macht, organiseerden 'brood en spelen'
  
• Zij deden dit om het volk rustig te houden (geen opstand) en om zelf populair te worden
• Er was gratis vermaak en eten

Brood en spelen

• Het populairste vermaak waren de gevechten tussen gladiatoren
  
• Gladiatoren waren vaak krijgsgevangenen (slaaf geworden)
  
• De winnaars van de gevechten kregen geld en een lauwerkrans.
• Verliezer werd vaak gedood.
• Ook vriend moest je doden.
  

Veel slaven

In het Romeinse rijk

In Rome

• Slaven waren rechteloos.
  

Maken

• Maak een machtsdriehoek van de verhouding in de Romeinse samenleving. Maak gebruik van 4.2.
• Dit mag in tweetallen, max 10 minuten.
• Laat het naam, voorbeeldberoep en andere benaming terugkomen.
• Tip er zijn 5 lagen aanwezig!!!

Sociale verschillen

1. aanzienlijke families

2. Rijke handelaren

3. gewone Romeinen

4. arme Romeinen (proletariaat)

5. slaven

Leerdoel(en)

In deze paragraaf leer je:

• Hoe en waarom de Romeinse economie bloeide.
• Welke sociale verschillen er waren in het rijk.
• Hoe Romeinse machthebbers omgingen met het volk.
• Welke plaats slaven hadden in de Romeinse samenleving. 

Huiswerk

• maken opgaven  1 & 3 & 5 & 7.
• Kom op, we gaan voor een DIKKE voldoende.