Taaltrap les 8.2 De mens

Taaltrap 8-2        De mens
1 / 47
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Middelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 47 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Taaltrap 8-2        De mens

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De mens van binnen en van buiten


dus
de buitenkant

en 
de binnenkant

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Doel van de eerste lessen
- Je kent woorden over het MENSELIJK LICHAAM
  (Je hebt die woorden vertaald in je eigen taal.)
- Je kunt de LICHAAMSDELEN aanwijzen op een tekening / plaat.
- Je kunt zinnen maken met woorden van het MENSELIJK           
 LICHAAM.



Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Doel van de tweede les(en)
WERKWOORDEN
- Je weet dat een werkwoord 
      * een tegenwoordige tijd heeft = nu
      * een verleden tijd heeft = gisteren, vorig jaar, lang geleden
- Je kunt werkwoorden in de goede vorm invullen


Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

We lezen en luisteren
boek De Taaltrap
bladzijde 140




vertel zelf iets over je lichaam

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

8.11 Luisteren en leren
8.   het gewricht
9.   het geraamte / het skelet
10.  het gebit
11.   de spieren
12.  het bloed
13.  de huid
14.  het hart
1. de keel
2. de nek
3. de rug
4. de borst
5. het schouderblad
6. de ribben
7. de ruggengraat
Luisteren

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf de woorden er in je eigen taal bij.
Ben je klaar? Ga dan oefenen met Quizlet.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat doe je met deze lichaamsdelen?
praten
voelen
kijken
horen
lopen
ruiken

Slide 10 - Question de remorquage

Geef leerlingen een beurt om het goede lichaamsdeel naar de juiste Engelse naam te slepen of laat ze op hun eigen apparaat meedoen.
Nodig
- boek De Taaltrap
- schrift + pen
- blad met lichaamsdelen

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak zinnen met de woorden van het blad of de werkwoorden uit het boek.
Ik ruik met mijn neus.
Ik ruik met mijn neus aan de bloem.
De jongen kijkt naar de televisie.
Mijn broertje kijkt naar de televisie.
De vrouw voelt aan haar keel.
De docent voelt aan haar keel.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

vervolg opdracht 'zinnen maken'
Maak 4 of 5 zinnen.

- Denk aan de hoofdletter en de punt.
- Gebruik de goede vorm van het werkwoord.
- Gebruik een lichaamsdeel.
- Laat de zinnen aan je buurman of buurvrouw lezen.
Zijn ze goed??

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kahoot lichaamsdelen

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het geraamte
het hoofd
de duim
het onderbeen
de knie
het bovenbeen
de schouder
de elleboog
de borst
de buik

Slide 15 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Gebruik Quizlet: Lichaamsdelen
de knie
de hand
de voeten
de vinger
de borst
de arm
het hoofd
de rug
het been
de keel
de buik

Slide 16 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

8.13 tegenwoordige en verleden tijd
Bladzijde 141
  1. Lees de werkwoorden
  2. Luister naar de docent.
  3. Schrijf de woorden in het schema. 
  4. Onthoud de werkwoorden.

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

zien
kijken
liggen
slapen
komen
nemen
spreken
eten
roepen
zitten
bewegen
lopen
zien
ik
jij
zij/hij
wij
kijken
ik
jij
zij/hij
wij
liggen
ik
jij
zij/hij
wij
slapen
ik
jij
zij/hij
wij
komen
ik
jij
zij/hij
wij
nemen
ik
jij
zij/hij
wij
spreken
ik
jij
zij/hij
wij
bladzijde 141

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

zien
kijken
liggen
slapen
komen
nemen
spreken
eten
roepen
zitten
bewegen
lopen
eten
ik
jij
zij/hij
wij
roepen
ik
jij
zij/hij
wij
zitten
ik
jij
zij/hij
wij
bewegen
ik
jij
zij/hij
wij
lopen
ik
jij
zij/hij
wij
schrijven
ik
jij
zij/hij
wij
lezen
ik
jij
zij/hij
wij

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Naar de tandarts = blz. 142

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

8.15  Bij de tandarts = blz. 142 
We luisteren naar het verhaal.

Daarna maken we de vragen.
Bladzijde 143
Geef antwoord in een goede 
Nederlandse zin...... je doet dit via
LessonUp.....
8.15 Luisteren en lezen

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom gaat meneer Bont naar de tandarts?

Slide 23 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat doet de tandarts eerst?

Slide 24 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zegt de tandarts? Wat is het probleem bij meneer Bont?

Slide 25 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat doet de tandarts daarna?

Slide 26 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zegt meneer Bont?

Slide 27 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 28 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Diglin Lezen 'Kiespijn'
- Diglin
- Junior
- Teksten Diglin Junior Lezen 1

- scrol naar beneden: 
'Kiespijn'
timer
15:00

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Thema afsluiten met 

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bladzijde 141

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

tegenwoordige tijd (= nu)
verleden tijd 
(= toen)
komen
slapen
zag
spreken
kocht
riep
eten
bewegen
schrijven
zat
sliep

Slide 33 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Kahoot tt en vt

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oefenen
Ga in Diglin
naar REGELS

en oefen
de werkwoorden

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

8.17 deze /die en dit/dat
herhaling van verwijswoorden

opdracht nog aanvullen

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Hoe heet dit lichaamsdeel?
A
het bovenbeen
B
het onderbeen
C
de knie

Slide 37 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Welk lichaamsdeel
is dit?
A
het been
B
de knie
C
de arm
D
het oor

Slide 38 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Welk lichaamsdeel
is dit?
A
het oor
B
de mond
C
de schouder
D
het oog

Slide 39 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Welk lichaamsdeel
is dit?
A
de elleboog
B
de schouder
C
de knie
D
het been

Slide 40 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Welk lichaamsdeel
is dit?
A
de elleboog
B
de arm
C
de knie
D
de voet

Slide 41 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Welk lichaamsdeel
is dit?
A
de keel
B
de knie
C
het oog
D
de schouder

Slide 42 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Welk lichaamsdeel
is dit?
A
Nek
B
Elleboog
C
Enkel
D
Rug

Slide 43 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Welk lichaamsdeel
is dit?
A
het hoofd
B
de schouder
C
de knie
D
de elleboog

Slide 44 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Welk lichaamsdeel
is dit?
A
de borst
B
de knie
C
de rug
D
de buik

Slide 45 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke lichaamsdelen weet je nog?

Slide 46 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Diglin
Diglin
Thema's
Gezondheid
Opdrachten over het lichaam

Slide 47 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions