Erste Stunde

Wilkommen zur Deutschstunde
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Wilkommen zur Deutschstunde

Slide 1 - Diapositive

Naamvallen

Slide 2 - Diapositive

Was lernt ihr dieser Stunde?
  1.  Wiederholung erster, dritter und vierter Fall
  2. Präpositionen der vierter Fall

Slide 3 - Diapositive

Was braucht ihr?
  1. Reader
  2. Tot 4. Stunde is  gemaakt in Reader
  3. Stappenplan
  4. Stencil geslachtsregels - Handvaten der-die=das

Slide 4 - Diapositive

Wiederholung Modul eins
  • Stap 1: bepaal geslacht
      Hiervoor zijn een aantal regels.

  • Bekijk deze uitleg: https://oscarromerotalen.nl/Duits/Oefeningen/Grammatica/Geslacht-meervoud/Lidwoorden/Geslachtsregel-VIDEO.htm

Slide 5 - Diapositive

Stap 1: Geslachtsregels
  • Wil je video nog eens bekijken, deze staat in SOM bij huiswerk.

Slide 6 - Diapositive

Geslachtsregels
  • Bestudeer het stencil met naamvalregels: 3 minuten

  • Maak deze opdracht (zie huiswerk SOM): https://oscarromerotalen.nl/Duits/Oefeningen/Grammatica/Geslacht-meervoud/Geslachtsregels.htm

Slide 7 - Diapositive

Stencil - Stappenplan
Klaar met opdracht?
Pak stappenplan en bestudeer: 
der - Gruppe  +  ein - Gruppe

de = der                                           mijn = mein
deze = dieser                                jouw = dein     enz.

Slide 8 - Diapositive

der-Gruppe
Mnl
Vrl
Onz.
MV.
1e
Der 
die
das
die
3e
dem
der
dem
den +-n
4e
den
die
das
die
der-gruppe: dies-, jed-, welch-,.....

Slide 9 - Diapositive

ein-Gruppe
Mnl
Vrl
Onz.
MV. 
1e
ein
eine
ein
keine
3e
einem
einer
einem
keinen +-n
4e
einen
eine
ein
keine
ein-Gruppe: mein-, dein-, sein-,......

Slide 10 - Diapositive

Stap 2
Staat er een voorzetsel voor?          ja-> 3e of 4e naamval?

Vanaf nu check doen.

Later in deze les leren jullie de voorzetsels van de 4. de naamval

Slide 11 - Diapositive



      Voorzetsel   -   Nee->

      Heb je te maken met: 
  • onderwerp
  • meewerkend  voorwerp 
  • lijdend voorwerp ?

Slide 12 - Diapositive

Ontleden en invullen:


De zus geeft een moeder een cadeau. 
- ........ Schwester gab ....... Mutter ....... Geschenk (s).

 

Slide 13 - Diapositive

Ontleden en invullen

Welke zus geeft zijn moeder uw cadeau. 
- ........ Schwester gab ....... Mutter ....... Geschenk (s).

 

Slide 14 - Diapositive

Ontleden en invullen


 Ik koop een cadeautje voor mijn vriend.
 Ich kaufe ........... Geschenk für ............. Freund

Slide 15 - Diapositive

1e naamval

4e naamval
3e naamval
meewerkend voorwerp
onderwerp
lijdend voorwerp

Slide 16 - Question de remorquage

Ich habe ein.... Auto (s) gestohlen
A
ein
B
einen
C
einem
D
eine

Slide 17 - Quiz

Ich gab mein... Schwester ein Buch.
A
meine
B
meinem
C
meiner
D
meinen

Slide 18 - Quiz

Ich sehe dies... Mann.
A
dem
B
der
C
den

Slide 19 - Quiz

Hausaufgaben
  • Lernen:   - der Gruppe ( deze = diese enz.)
                         - ein Gruppe ( mijn = mein  enz)
                         - voorzetsels 4de naamval (bis, durch, entlang enz.)
  • Maken: 5. Stunde in Reader.

Slide 20 - Diapositive

Op whiteboard
- 'stampen'  4de naamval
- werken in reader
- aantal zinnen klassikaal

Slide 21 - Diapositive

Zijn er nog vragen?

Slide 22 - Diapositive

Ich gebe (mijn).... Mutter (een)..... Kuss (m).
A
meine, einen
B
meiner, einen
C
meiner, einem
D
meine, einem

Slide 23 - Quiz

Sie schenkt (haar)... Schwester Blumen
A
ihrer
B
ihre
C
ihrem
D
ihren

Slide 24 - Quiz

(Welk) ..... Kind lacht.
A
Welches
B
Welchen
C
Welchem
D
Welcher

Slide 25 - Quiz

D... Mann liest d... Buch.
A
der, dem
B
den, das
C
der, den
D
der, das

Slide 26 - Quiz

Er schreibt sein... Freund.
A
seinem
B
seinen
C
seiner
D
sein

Slide 27 - Quiz

Geef aan de hand van de emoji's aan, hoe moeilijk of makkelijk je de grammatica vindt.
😒🙁😐🙂😃

Slide 28 - Sondage

Slide 29 - Diapositive