oefenen toets thema 1 A2

oefenen toets thema 1 A2
1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2MBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

oefenen toets thema 1 A2

Slide 1 - Diapositive

Ik ga volgende maand...
A
doen
B
verhuizen
C
jij

Slide 2 - Quiz

Ik wil een koekje
A
willen
B
bedenken
C
eten

Slide 3 - Quiz

dit - dat
dichtbij: ... is mijn boek.
A
dit
B
dat

Slide 4 - Quiz

dit - dat
dichtbij: ... is mijn laptop.
A
dit
B
dat

Slide 5 - Quiz

dit - dat
ver weg: ... is mijn auto.
A
dit
B
dat

Slide 6 - Quiz

Ik lees en ik luister muziek.
Ik doe twee dingen ...
A
hetzelfde
B
tegelijk

Slide 7 - Quiz


A
Er is een huis.
B
Er is twee huizen.
C
Er zijn twee huizen.

Slide 8 - Quiz


A
Er is een bushalte.
B
Er zijn een bushalte.
C
Er zijn twee bushaltes.

Slide 9 - Quiz


A
Er is een bad.
B
Er is geen bad.
C
Er zijn geen bad.

Slide 10 - Quiz

Ik wil graag verhuizen... ik wil een huis met een tuin.
A
dus
B
want

Slide 11 - Quiz

Mijn opa is 81 jaar ... mijn oma is 79 jaar.
A
en
B
dus

Slide 12 - Quiz

Ik ga met de bus naar school... het regent.
A
want
B
dus
C
en

Slide 13 - Quiz

Mijn tante is ziek... ze neemt medicijnen.
A
want
B
dus

Slide 14 - Quiz

Bijvoeglijke naamwoorden
De stoel is wit. De witte stoel
Het kleed is dik. Het dikke kleed.
De tafel is laag. De lage tafel. 
Het kind is lief. Het lieve kind.

Slide 15 - Diapositive

De les is...

Slide 16 - Carte mentale

Jij bent...

Slide 17 - Carte mentale

De woonkamer is...

Slide 18 - Carte mentale

De kast is groot.
De ... kast.

Slide 19 - Question ouverte

De tafel is van hout.
De ... tafel.

Slide 20 - Question ouverte

De ogen zijn bruin.
De ... ogen.

Slide 21 - Question ouverte

De ketting is mooi.
De ... ketting.

Slide 22 - Question ouverte

... u het bericht?
A
Begrijp
B
Begrijpt
C
Begrijpen

Slide 23 - Quiz

... je Nederlands?
A
Spreek
B
Spreekt
C
Spreken

Slide 24 - Quiz

Ik ... een afspraak met de tandarts.
A
maak
B
maakt
C
maken

Slide 25 - Quiz

De kinderen ... in bed.
A
lig
B
ligt
C
liggen

Slide 26 - Quiz

Schrijf het meervoud.
bericht

Slide 27 - Question ouverte

Schrijf het meervoud.
knop

Slide 28 - Question ouverte

Schrijf het meervoud.
scherm

Slide 29 - Question ouverte

Ik wil graag naar het feest komen, maar...

Slide 30 - Question ouverte

Hij woont pas twee weken in deze straat, dus...

Slide 31 - Question ouverte

Rashid wil een hamer lenen. Hij...

Slide 32 - Question ouverte

Karim pakt zijn jas, want...

Slide 33 - Question ouverte

Myra loopt door het park en...

Slide 34 - Question ouverte

Maak zinnen met de woorden

Slide 35 - Diapositive

duidelijk praten

Slide 36 - Question ouverte

drukken op

Slide 37 - Question ouverte

verjaardag vieren

Slide 38 - Question ouverte

de huur

Slide 39 - Question ouverte

vierkante meter

Slide 40 - Question ouverte

Heb je nog een vraag over thema 1?

Slide 41 - Question ouverte