Caesar_tekst 4i

1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

r. 1: acriter: woordsoort
A
bijvoeglijk naamwoord
B
bijwoord
C
werkwoord
D
zelfstandig naamwoord

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Diapositive

r.1: pugnatum: onder welk lemma zoek je dat op?

Slide 5 - Question ouverte

r. 1: tamen: beschrijf de tegenstelling in eigen woorden.

Slide 6 - Question ouverte

r. 2: firmiter: komt van firmus. Hoe zou je verwachten dat dit bijwoord eruit ziet?

Slide 7 - Question ouverte

Slide 8 - Diapositive

r. 1 - 3: quod t/m poterant: presenteert JC dit als een feit, motiveer

Slide 9 - Question ouverte

Slide 10 - Diapositive

r. 7: impeditos: verwijst naar
A
Britten
B
Romeinen

Slide 11 - Quiz

r. 8: paucos: verwijst naar
A
Britten
B
Romeinen

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Diapositive

r. 9: quod =
A
vragend voornaamwoord
B
betrekkelijk voornaamwoord in de bijzin
C
relatieve aansluiting
D
voegwoord

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

r. 16: quod =
A
vragend voornaamwoord
B
betrekkelijk voornaamwoord in de bijzin
C
relatieve aansluiting
D
voegwoord

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Diapositive

maandag: woordenboek meenemen!

Slide 19 - Diapositive

repeteren 4i

Slide 20 - Diapositive

r. 9 en r. 16: quod: WB: noteer de woordsoort van beide quod's

Slide 21 - Question ouverte

r. 11: iussit wordt gevolgd door een AcI. NOteer de A en de I

Slide 22 - Question ouverte

r. 12: his: noteer het lemma (WB)

Slide 23 - Question ouverte

r. 14: eos: lemma (WB)

Slide 24 - Question ouverte

r. 14: eos: verwijst naar? Citeer het Latijnse tekstelement.

Slide 25 - Question ouverte

r. 15: longius: noteer het lemma

Slide 26 - Question ouverte

r. 17: hoc:
A
nom
B
gen
C
acc
D
abl

Slide 27 - Quiz

r. 17: hoc: naamval?

Slide 28 - Question ouverte