Les 16 zinsdelen par. H wg

Lesplanning

* stillezen in je leesboek
* keuzeopdrachten wg


Lesdoel

Aan het eind van de 
les kan/weet ik:
* het werkwoordelijk gezegde in een zin herkennen en benoemen.

timer
10:00
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Lesplanning

* stillezen in je leesboek
* keuzeopdrachten wg


Lesdoel

Aan het eind van de 
les kan/weet ik:
* het werkwoordelijk gezegde in een zin herkennen en benoemen.

timer
10:00

Slide 1 - Diapositive

Leerroutekaart
Je hebt het resultaat van de nulmeting op je leerroutekaart ingevuld en op basis daarvan twee keuzeopdrachten uitgekozen.

< 70% volg de klassikale uitleg
> 71% start zelfstandig en in stilte aan je keuzeopdrachten.

Slide 2 - Diapositive

Klassikale uitleg

Slide 3 - Diapositive

Werkwoordelijk gezegde (wg)
  • alle werkwoorden in de zin
  • dus de pv en alle andere eventuele werkwoorden
  • aan het ... en te ... horen dan ook bij wg.

Slide 4 - Diapositive

Werkwoordelijke uitdrukking
Een werkwoordelijke uitdrukking = een vaste combinatie van een werkwoord met andere woorden.


Het is altijd figuurlijk bedoeld (en dus niet letterlijk).


Slide 5 - Diapositive

Werkwoordelijke uitdrukkingen
Ik raak nu de kluts kwijt.
Figuurljke betekenis
Werkwoordelijke uitdrukking 

Janine koos het hazenpad.
Figuurlijke betekenis
Werkwoordelijke uitdrukking
Jesse raakt vaak zijn sleutels kwijt.
Letterlijke betekenis
Geen werkwoordelijke uitdrukking

Youssef koos een raketijsje.
Letterlijke betekenis
Geen werkwoordelijke uitdrukking

Slide 6 - Diapositive

ZELFSTANDIG WERKEN
Wat:
Kies nu 2 keuze-opdrachten en ga aan de slag.
Hoe:
In je schrift
Je mag fluisterend overleggen.
Hulp:
Theorie uit je boek of je aantekeningen
Docent (hand omhoog)
Tijd:
rest van de les
Klaar:
Vul je resultaten in op je leerroutekaart.
timer
15:00

Slide 7 - Diapositive

Ik ben naar school gelopen.

Wat is het werkwoordelijk gezegde?
A
ben
B
ben gelopen
C
naar school
D
gelopen

Slide 8 - Quiz

Wat is het werkwoordelijk gezegde?
A
Alle werkwoorden in een zin met uitzondering van de persoonsvorm
B
De persoonsvorm en alle zelfstandig naamwoorden in een zin
C
Alle werkwoorden in een zin inclusief de persoonsvorm
D
Het werkwoordelijk gezegde is een andere naam voor de persoonsvorm

Slide 9 - Quiz

Hij is zijn spullen vergeten.
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
A
is
B
is vergeten
C
zijn spullen
D
hij

Slide 10 - Quiz

Mijn score bij de nulmeting was ... en ik heb keuzeopdracht ... gemaakt.

Slide 11 - Question ouverte

Wat heb je deze les geleerd?

Slide 12 - Question ouverte

Ik kan het werkwoordelijk gezegde in een zin vinden.
0 = echt (nog) niet / 10 = absoluut wel
010

Slide 13 - Sondage

Hoe vind je zelf dat je gewerkt hebt?
😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Sondage