Examenvoorbereiding 8/4/24

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Examenvoorbereiding

8/4/24

Planning:

Vandaag:

• Bloedsomloop
• Erfelijkheid

Vrijdag:

• Planten
• Examenvragen alle onderwerpen
  

Bloedsomloop

Bloedsomloop

Kleine bloedsomloop:

hart - longen - hart

Grote bloedsomloop:

hart - rest lichaam - hart

Onderdelen hart

Bloedgroepen

Bloed transfusies

Bloed bevat hormonen.
Welk bloedproduct bevat de meeste hormonen?

1. bloedplaatjes
2. bloedplasma
3. rode bloedcellen
4. witte bloedcellen

1. A= niet geschikt B= wel geschikt AB= niet geschikt 0= wel geschikt
2. A= wel geschikt B= niet geschikt AB= wel geschikt 0= niet geschikt
3. A= wel geschikt B= wel geschikt AB=niet geschikt 0= niet geschikt
4. A= niet geschikt B= niet geschikt AB= wel geschikt 0= wel geschikt

Bloed transfusies

Het bloedproduct gaat vanuit de arm naar het hart van David. In de afbeelding zijn enkele delen van het hart met letters aangegeven.
In welk deel van het hart komt het bloedproduct vanuit de arm het eerst binnen?

1. in deel P
2. In deel Q
3. in deel R
4. In deel S

Bloedsomloop

Kleine bloedsomloop:

hart - longen - hart

Grote bloedsomloop:

hart - rest lichaam - hart

Oefenen

1. Pak de het bestanden 'Ben jij al klaar voor examen' erbij. 
2. Oefen de leerdoelen die je nog niet kent met de lessonups. 
3. Maak oude examenvragen per onderwerp op www.eindexamensite.nl

Erfelijkheid 

Genotype: DNA/erfelijke informatie

Fenotype: uiterlijk

Homozygoot: twee dezelfde genen voor een eigenschap.

Heterozygoot: twee verschillende genen voor een eigenschap.

Dominant en recessief

Als je twee verschillende genen hebt voor een eigenschap dan komt er vaak maar 1 gen tot uiting in je uiterlijk (fenotype). 

Het gen dat tot uiting komt noemen we dominant. Het gen dat niet tot uiting komt noemen we recessief.

Hoeveel chromosomen heeft de huidcel van een baby met trisomie?

Door het onderzoek van de chromosomen kan ook worden vastgesteld of het embryo een jongen of een meisje is.
Leg uit hoe je aan de chromosomen kunt zien dat het embryo een jongen is.

Wat is het genotype van persoon P? En van persoon Q?
Schrijf je antwoord zo op:
Persoon P:.............
Persoon Q:............

Een hond met lange haren, genotype Hh wordt gekruist met een andere hond met lange haren genotype Hh. Hoe groot is de kans op een nakomeling met korte haren?

1. 0%
2. 25%
3. 50%
4. 75%

Een plant met roze bloemen (BwBr) kruist met een plant met witte bloemen(BwBw). Welke fenotypen verwacht je in de F1?

1. Wit
2. roze
3. wit en roze
4. wit, roze en rood

Bekijk de afbeelding op de vorige dia. Welke eigenschap is dominant?

1. met aandoening
2. zonder aandoening

Oefenen

1. Pak de het bestanden 'Ben jij al klaar voor examen' erbij. 
2. Oefen de leerdoelen die je nog niet kent met de lessonups. 
3. Maak oude examenvragen per onderwerp op www.biologiepagina.nl of www.examenkracht.nl