HAVO2 8.4 Infrarood en ultraviolet

8.4 Infrarood en ultraviolet
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

8.4 Infrarood en ultraviolet

Slide 1 - Diapositive

8.4 Infrarood en ultraviolet
  • Inleiding
  • Infrarode straling
  • Toepassingen van infrarode straling
  • Ultraviolette straling
  • Uv-lampen
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiting

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen

Leerdoel 8a: Ik kan uitleggen wat IR is en voorbeelden geven van apparaten die gebruikmaken van IR licht.

Leerdoel 8b: Ik kan uitleggen wat UV is en voorbeelden geven van apparaten die gebruikmaken van UV licht.

Slide 3 - Diapositive

Introductie

Je ogen zijn gevoelig voor licht. Als het licht van een lamp in je ogen terechtkomt, merk je dat meteen. Het licht van een felle lamp doet zelfs pijn aan je ogen, waardoor je automatisch met je ogen begint te knipperen. Maar er zijn ook soorten straling waarvoor je ogen niet gevoelig zijn, zoals infrarood en ultraviolet.

Slide 4 - Diapositive

Infrarode straling

Alle voorwerpen om je heen, maar ook mensen en dieren, zenden infrarode straling (ir-straling) uit. Hoe hoger de temperatuur van het voorwerp, des te meer straling het uitzendt. Dat merk je bijvoorbeeld als je een hand voor een hete radiator houdt. Je voelt dat je hand warm wordt, doordat die de infrarode straling van de radiator absorbeert.

Slide 5 - Diapositive

Warmtelampen zenden, behalve een beetje rood licht, vooral veel infrarode straling uit. Ze worden veel gebruikt om pasgeboren jonge dieren warm te houden , maar je komt ze ook tegen in terrasverwarming en infraroodsauna’s. Mensen en dieren vinden de straling die deze lampen uitzenden ‘lekker warm’.

Slide 6 - Diapositive

Infrarood in het spectrum
In het spectrum van een ir-lamp vind je de infrarode straling naast het rood. Dat kun je aantonen met een gevoelige thermometer. Zo’n thermometer geeft een hogere temperatuur aan als je hem in het licht houdt .

Slide 7 - Diapositive

Het opvallende is dat de thermometer vlak náást het rood de hoogste temperatuur aangeeft. Daaraan kun je zien dat daar de infrarode straling terechtkomt. De naam ‘infrarood’ betekent letterlijk ‘vóór het rood’.

Slide 8 - Diapositive

Infrarood straling
Ook warmtestraling genoemd.
Voorbeelden: 
  • Zonlicht, hete kachel, 
  • Warmtelamp
  • Infrarood sensoren
  • Afstandsbediening van TV, 
  • Ratelslang om prooi in donker waar te nemen

Slide 9 - Diapositive

Ultraviolette straling

De zon straalt behalve licht ook ultraviolette straling (uv-straling) uit. Als je in de zon ligt, komt die straling op je huid terecht. Je huid reageert daarop door extra kleurstof aan te maken: je wordt bruin. De kleurstof die je huid bruin kleurt, heeft een beschermende werking. Daardoor kun je langer in de zon blijven als je bruin bent.

Slide 10 - Diapositive

Je moet oppassen dat er niet te veel ultraviolette straling op je huid terechtkomt . Als dat wel gebeurt, kun je last krijgen van zonnebrand. Te veel ultraviolette straling vergroot ook de kans op huidkanker. Zonnebrandcrème absorbeert uv-straling en beschermt zo je huid. Hoe hoger de beschermingsfactor, hoe beter je huid wordt beschermd.
.

Slide 11 - Diapositive

UV straling
  • Drinkwater bedrijven gebruiken uv straling om bacterie in water te doden.
  • Bijen zien UV straling.
  • UV straling zorgt er voor dat je bruin wordt
  • Wordt tegen gehouden door atmosfeer
        (ozonlaag, stof en wolken)
  • UV kan stoffen laten oplichten (fluorescentie) 

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Zelfstandig werken
Wat: Lees en maak hoofdstuk 8, paragraaf 4 (blz. 262 t/m 267).
basis: 39, 41, 42, 45, 46
herhaling:40, 43 
verdieping:44, 47, 48, 49, 50 
Wanneer: Zorg dat dit voor volgende les af is.
Hoe: Met je boek en in je schrift. Schrijf met pen, teken met potlood.
Klaar?:  kun je verder in deze les. Na deze pagina volgt een quiz om te kijken of je alles hebt begrepen.

Slide 14 - Diapositive

Wat voor straling gebruiken bijen om meeldraden beter te zien?
A
IR
B
UV
C
Gamma
D
Röntge

Slide 15 - Quiz

Naast welke kleur/ straling vinden we UV straling
A
Rood
B
Violet
C
Radio
D
IR

Slide 16 - Quiz

Waarvoor kunnen we UV straling ook gebruiken?
A
Wapens die nachts kunnen zien
B
Afstandbediening van televisie
C
Foto's maken waar we gebroken botten kunnen zien
D
Bacteriën doden

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Vidéo

Wat voor straling gebruikt een ratelslang om zijn prooi te zien in de avond?
A
UV
B
Gamma
C
IR
D
Micro

Slide 19 - Quiz

Waarom zou er hoog in de bergen meer last zijn van UV bestraling?
A
Dichter bij de zon
B
Minder atmosfeer
C
Hoger zuurstofvlak
D
Berg reflecteert UV straling

Slide 20 - Quiz

Word je bruin van.
A
infrarood
B
ultraviolet

Slide 21 - Quiz

Wat voor straling is warmtestraling?
A
Ultraviolet
B
Röntgenstraling
C
Gammastraling
D
Infrarood

Slide 22 - Quiz

De zon zendt verschillende vormen van straling uit.
Welke vormen van straling kunnen mensen niet zien?

A
infrarood
B
infrarood en ultraviolet
C
infrarood, ultraviolet en licht
D
ultraviolet

Slide 23 - Quiz

Einde van paragraaf 4
Hoe heb je de les gemaakt? Ben je tevreden?
Als je vragen hebt, kun je contact op nemen met je docent volgens de afgesproken manieren.

Slide 24 - Diapositive