Lektion 1

1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Vertaal het volgende woord: de aap

Slide 7 - Question ouverte

Vertaal het volgende woord: de kat

Slide 8 - Question ouverte

Vertaal het volgende woord: aaien

Slide 9 - Question ouverte

Vertaal het volgende woord: ondeugend

Slide 10 - Question ouverte

Vertaal het volgende woord: maar

Slide 11 - Question ouverte

Vertaal het volgende woord: maar

Slide 12 - Question ouverte

Vertaal het volgende woord: de slangen

Slide 13 - Question ouverte

Vertaal het volgende woord: gegaan

Slide 14 - Question ouverte

Vertaal het volgende woord: zijn

Slide 15 - Question ouverte

Vertaal het volgende woord: weich

Slide 16 - Question ouverte

Vertaal het volgende woord: zeigen

Slide 17 - Question ouverte

Vertaal het volgende woord: füttern

Slide 18 - Question ouverte

Vertaal het volgende woord: komisch

Slide 19 - Question ouverte

Vertaal het volgende woord: der Erwachsene

Slide 20 - Question ouverte

Vul de uitgang in en zet het werkwoord in de t.t:
(leben) du leb______

Slide 21 - Question ouverte

Vul de uitgang in en zet het werkwoord in de t.t:
(essen) Ihr __________

Slide 22 - Question ouverte

Vul de uitgang in en zet het werkwoord in de t.t:
(küssen) Frau Janssen, küss_________ Sie auch

Slide 23 - Question ouverte

Vul de uitgang in en zet het werkwoord in de t.t:
(typen) Tygo & Daniel typ_____ einen Brief

Slide 24 - Question ouverte

Vul de uitgang in en zet het werkwoord in de t.t:
(gehen) Sie (ev) geh________ in den Zoo

Slide 25 - Question ouverte

Vul de uitgang in en zet het werkwoord in de t.t:
(lernen) Was für Sprachen lern___ ihr hier?

Slide 26 - Question ouverte

Vul de juiste vorm van het volt.dw in:
(lernen) Hast du auch _____________?

Slide 27 - Question ouverte

Vul de juiste vorm van het volt.dw in:
(spielen) Habt ihr auch Monopoly _____________?

Slide 28 - Question ouverte

Vul de juiste vorm van het volt.dw in:
(machen) Habt ihr die Hausaufgaben __________?

Slide 29 - Question ouverte

Vul de juiste vorm van het volt.dw in:
(bauen) Mein Vater hat ein Haus ______________

Slide 30 - Question ouverte

Vul de juiste vorm van het volt.dw in:
(brauchen) Habt ihr das Buch _____________

Slide 31 - Question ouverte

Slide 32 - Diapositive