Lektion 1

2BK
Woche 01 - Lektion 1
Montag, den 4. Januar 2020
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

2BK
Woche 01 - Lektion 1
Montag, den 4. Januar 2020

Slide 1 - Diapositive

Das Programm (=het programma)
- der Rückblick (=de terugblik)
- die Lernziele (=de lesdoelen)
- Fragemoment (=vragenmoment)
- Wiederholung (=herhaling)
- der Abschluss (=de afsluiting)

Slide 2 - Diapositive

der Rückblick (=de terugblik)
- Vor den Weihnachtsferien habt ihr:

1. die Hausaufgaben der 51. Woche erledigt
2. einige Weihnachtsspiele gemacht.

- die Korrektur der 51. Woche findet ihr in Magister.

- Habt ihr noch Fragen zu bestimmten Aufgaben?

Slide 3 - Diapositive

die Lernziele (=de lesdoelen)
1. Aan het einde van de les kan je zwakke werkwoorden in de t.t. vervoegen. 

2. Aan het einde van de les kan je van zwakke werkwoorden het voltooid deelwoord maken. 

3. Aan het einde van de les weet je welke onderdelen van de toets je al goed beheerst en welke onderdelen je nog moet verbeteren. 

Slide 4 - Diapositive

Habt ihr noch Fragen zu der Klausur?

Slide 5 - Question ouverte

Wiederholung
  • Wat?: je gaat nog een keer oefenen met de grammatica van dit hoofdstuk
  • Hoe?: door de vragen in de volgende dia's te maken
  • Hulp?: gebruik de aantekeningen, je boek of vraag de docent om hulp in de chat
  • Tijd?: tot aan de afsluiting
  • Uitkomst?: je krijgt meteen het juiste antwoord te zien na het invullen van jouw antwoord
  • Klaar?: ga verder met het werkblad dat in Teams geüpload is of ga de woorden leren via Quizlet, de links vind je in Magister.   

Slide 6 - Diapositive

Vul de juiste vorm van het werkwoord in: er ............. (spielen) draußen auf seinem Skateboard

Slide 7 - Question ouverte

Vul de juiste vorm van het werkwoord in: Lila und Tina ................. (brauchen) einen neuen Laptop

Slide 8 - Question ouverte

Vul de juiste vorm van het werkwoord in: ihr .................. (finden) dieses Spiel schwierig

Slide 9 - Question ouverte

Vul de juiste vorm van het werkwoord in: Rina ......................... (zeigen) ihrer Mutter das Foto

Slide 10 - Question ouverte

Vul de juiste vorm van het werkwoord in: Du ................. (heißt) doch Tina?

Slide 11 - Question ouverte

Vul de juiste vorm van het werkwoord in: Herr Slob , Frau Santing und Herr Tooren ................ (testen) die Kenntnisse ihrer Schüler

Slide 12 - Question ouverte

Vul de juiste vorm van het werkwoord in: Frau Santing, .............. (machen) Sie diese Frage mit uns zusammen?

Slide 13 - Question ouverte

Vul de juiste vorm van het werkwoord in: Ich ......................... jedes Wochenende meine Oma.

Slide 14 - Question ouverte

Vul de juiste vorm van het werkwoord in: sie (mv) ................... (trinken) jeden Tag Cola

Slide 15 - Question ouverte

Vul de juiste vorm van het voltooid deelwoord in: Ich habe für die Klausur .................... (lernen)

Slide 16 - Question ouverte

Vul de juiste vorm van het voltooid deelwoord in: Ich habe schon meine Hausaufgaben ................... (machen)

Slide 17 - Question ouverte

Vul de juiste vorm van het voltooid deelwoord in: Habt ihr das Computerspiel auch .................. (testen)?

Slide 18 - Question ouverte

Vul de juiste vorm van het voltooid deelwoord in: Das Essen hat mir sehr gut ..................... (schmecken)

Slide 19 - Question ouverte

Vul de juiste vorm van het voltooid deelwoord in: Hat er auch auf deine Frage .................... (antworten)

Slide 20 - Question ouverte

Vul de juiste vorm van het voltooid deelwoord in: Er ist ins Ausland ................... (reisen)

Slide 21 - Question ouverte

der Abschluss (=de afsluiting)
die Lernziele --> 




die Hausaufgabe ist:

- Lernen für die Klausur
1. Aan het einde van de les kan je zwakke werkwoorden in de t.t. vervoegen.
2. Aan het einde van de les kan je van zwakke werkwoorden het voltooid deelwoord maken.
3. Aan het einde van de les weet je welke onderdelen van de toets je al goed beheerst en welke onderdelen je nog moet verbeteren. 

Slide 22 - Diapositive