RT Maria les 7 op 26112021

Het alfabet en klanken
Nederlands-Engels, a tot z
kIp - chIcken
Kangaroe -Kangaroo
Juweel- Jewel
Lamp - Lamp
Magneet -Magnet
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsHBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Het alfabet en klanken
Nederlands-Engels, a tot z
kIp - chIcken
Kangaroe -Kangaroo
Juweel- Jewel
Lamp - Lamp
Magneet -Magnet

Slide 1 - Diapositive

Programma
1. Herhaling vorige keer
2.  Klanken en letters, i t/m n, Nederlands <-- --> Engels 
3. Quiz over spelling klanken in woorden

Slide 2 - Diapositive

1. Herhaling: klanken e t/m h
ENGELS
E =  "e" of "ie" of "uh"
      --> echo, theme, element
F =  "f"
      --> fruit
G = "gk" of "tsj" of "zj"
      --> goal, garbage, garage
H = "h" of "gj"
      --> hair, huge
      
NEDERLANDS
E = "e" of "ee" of "uh" 
      --> pet, spelen
F = "f"  
      --> fiets
G = "schuur-g", "zachte k", "zj" 
      --> groen, goal, garage
H = "h"
      --> hond 

Slide 3 - Diapositive

2. Alle Nederlandse klanken+letters
Nederlands

licht ("i")
liter ("ie")
aardig ("uh")
Engels

kIng ("i")
tIme ("ai")
fIrst ("uh")

Slide 4 - Diapositive

Typ de naam foutloos in
en spreek die daarna uit.

Slide 5 - Question ouverte

Typ de naam foutloos in
en spreek die daarna uit.

Slide 6 - Question ouverte

2. Alle Nederlandse klanken+letters
Nederlands

Jas ("j")
Jazz ("dj")
Engels

Hallelujah ("j")
Job ("dj")
June ("dzj")

Slide 7 - Diapositive

Typ de naam foutloos in
en spreek die daarna uit.

Slide 8 - Question ouverte

2. Alle Nederlandse klanken+letters
Nederlands

Koning ("k")



Engels

King ("k")
Knight (klankloos)

Slide 9 - Diapositive

Typ de naam foutloos in
en spreek die daarna uit.

Slide 10 - Question ouverte

2. Alle Nederlandse klanken+letters
Nederlands

Lam  ("l")



Engels

Lamb ("l")


Slide 11 - Diapositive

Typ de naam foutloos in
en spreek die daarna uit.

Slide 12 - Question ouverte

2. Alle Nederlandse klanken+letters
Nederlands

Mandarijn ("m")



Engels

Mandarin ("m")


Slide 13 - Diapositive

Typ de naam foutloos in
en spreek die daarna uit.

Slide 14 - Question ouverte

2. Alle Nederlandse klanken+letters
Nederlands

Nest ("n")



Engels

Nest ("n")


Slide 15 - Diapositive

Typ de naam foutloos in
en spreek die daarna uit.

Slide 16 - Question ouverte

Buitenlanders over klanken

Slide 17 - Diapositive

Hoe klinkt de "a" in het woord "ballen"?
A
als "a"
B
als "aa"
C
als "ee"

Slide 18 - Quiz

Hoe klinkt de "a" in het woord "stralen"?
A
als "a"
B
als "aa"
C
als "ee"

Slide 19 - Quiz

Hoe klinkt de laatste "b" in het woord "Bob"?
A
als "b"
B
als "p"

Slide 20 - Quiz

Hoe klinkt de "c" in het woord "citroen"?
A
als "s"
B
als "k"

Slide 21 - Quiz

Hoe klinkt de "c" in het woord "cross"?
A
als "s"
B
als "k"

Slide 22 - Quiz

Hoe klinkt de "d" in het woord "dik"?
A
als "d"
B
als "t"

Slide 23 - Quiz

Hoe klinkt de "e" in het woord "adem"?
A
als "e"
B
als "ee"
C
als "uh"

Slide 24 - Quiz

Hoe klinkt de eerste "e" in het woord "teken"?
A
als "e"
B
als "ee"
C
als "uh"

Slide 25 - Quiz

Hoe klinkt de "g" in het woord "groot"?
A
als "schuur-g"
B
als een soort zachte "k"
C
als "zj"

Slide 26 - Quiz

Hoe klinkt de "g" in het woord "weg"?
A
als "schuur-g"
B
als een soort zachte "k"
C
als "zj"

Slide 27 - Quiz

Hoe klinkt de "g" in het woord "goal"?
A
als "schuur-g"
B
als een soort zachte "k"
C
als "zj"

Slide 28 - Quiz

Noteer een Nederlands woord waarin de "g" als "zj" klinkt.

Slide 29 - Question ouverte