H19.1/19.2

Vandaag
1) vorige les
2) nieuwe lesstof
3) zelf aan het werk
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Vandaag
1) vorige les
2) nieuwe lesstof
3) zelf aan het werk

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
Aan het eind van de les:
  • Kan je de vragers van vermogen noemen. 
  • Kan je aangeven welke vermogens de vragers nodig hebben. 
  • Kan je de aanbieders van vermogen noemen. 
  • Kan je beschrijven op welke wijze het vermogen wordt aangeboden. 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vorig hoofdstuk

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke verschillen zijn er tussen een hypothecaire lening en rekening-courantkrediet?

Slide 4 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

H19.1 en H19.2

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vragers van vermogen

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie vragen er allemaal om vermogen?

Slide 7 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Consumenten 
  • Grote uitgaven
  • Geld lenen (h5)
  • Financieringskosten: kosten die in mindering worden gebracht op het te lenen bedrag

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De overheid 
  • Verschillende lagen overheid
  • Financieringstekort
  • Staatsobligaties (H7)
  • Laag risico dus lage rente

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ondernemingen
  • Kapitaalgoederen
  • Vervangingsinvesteringen
  • Uitbreidingsinvesteringen
  • Reserves (H18)

  • Eigen vermogen: Aandelen
  • Vreemd vermogen: Lening

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een kenmerkend verschil tussen een aandeel en een obligatie?
A
Aandeel is een eigendomsbewijs, obligatie is een schuldbewijs
B
Aandeel krijg je rente, obligatie krijg je dividend
C
Aandelen kun je zo kopen, voor een obligatie moet je naar de notaris
D
Aandelen koop je op de effectenbeurs en obligaties op de rommelmarkt

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke kosten ontstaan er als je geld leent?

Slide 12 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Financieringskosten
  • Rentekosten
  • Afsluitingskosten
  • Notariskosten

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie bieden er allemaal geld aan?

Slide 14 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Aanbieders van vermogen

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie bieden er allemaal vermogen aan?

Slide 16 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Institutionele beleggers
  • Pensioenfondsen 
  • Levensverzekerings-maatschappijen
  • Aandelen, gebouwen, obligaties en onderhandse leningen

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een levensverzekering is een verzekering die een bedrag ineens of in termijnen uitkeert bij leven of bij overlijden van de verzekerde
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Spaarders
  • Spaarrekening
  • Bank leent uit

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Beleggingsfondsen
  • Beheert vermogen
  • Voorbeeld: Robeco
  • Participaties
  • Gespreid

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ondernemingen
  • Geld over
  • Beleggen
  • Verschil tussen investeren en beleggen

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe komen institutionele beleggers aan geld om te beleggen?

Slide 22 - Question ouverte

winsten op de ontvangen premies en koerswinsten


Opdrachten
Maak opdracht 19.1 t/m 19.3

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions